Leeftijd:54y 9m 20d
Er ist verheiratet mit Wendelina Cornera Van Panhuijs.
Sie haben geheiratet am 27. März 1884 in Groningen, Groningen, Groningen, Nederland , er war 31 Jahre alt.Quelle 2
Jhr. Helenus Marinus Speelman, 6e baronet (Bolsward, 27 juli 1852 - Haarlem, 17 mei 1907) was een Nederlands luitenant-ter-zee tweede klasse, burgemeester van Harlingen en lid van de gemeenteraad van Haarlem. Hij nam deel aan tweeNoordpool-expedities.
Familie:
Speelman was een lid van de familie Speelman en zoon van jhr. mr. Cornelis Jacob Speelman (1817-1891), president arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, lid provinciale staten van Friesland, en Elisabeth Woltera Sandrina Enschedâ©(1821-1873). Hij trouwde in 1884 jkvr. Wendelina Cornera van Panhuys (1861-1929), dochter van Johan âÜmilius Abraham van Panhuys, uit welk huwelijk geen kinderen werden geboren. Zijn weduwe hertrouwde in 1911 met Jan Jacob Enschedâ©(1852-1934).
Loopbaan:
Vroege loopbaan als zeeofficier:
Speelman werd in juli 1867 in gevolge artikel 11 van het reglement van het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord en overeenkomstig het door de commissie voor het afnemen van het examen ingediende proces van rangschikking, doorde minister van Marine benoemd tot adelborst der derde klasse. Medeleerlingen van Speelman, die bij hetzelfde besluit werden aangenomen, waren onder meer W. Allirol, J. Cardinaal, A.C. van de Sande Lacoste, J.G. Snethlage en J.H.L.J.Sweerts de Landas. In mei 1872 werd hij samen met Van de Sande Lacoste overgeplaatst van Zr. Ms. transportschip Java aan boord van Z.M. stoomschip Marnix, dat voer in de Indische wateren en deel uitmaakte van de zeemacht inNederlands-Indiâ´. In mei 1874 werd hij benoemd tot luitenant-ter-zee tweede klasse. Speelman nam in deze rang in 1878, als een der drijvende krachten, deel aan de Barentszzeetocht, samen met luitenant-ter-zee eerste klasse A. de Bruyne enluitenant-ter-zee tweede klasse L.R. Koolemans Beynen. Daarnaast ging de zo√∂loog dr. C.P. Sluiter mee om de fauna te bestuderen.
De gehele expeditie bestond uit twaalf personen; men vertrok per Willem Barentz in mei 1878 naar de westkust van Spitsbergen, om daar de kust tot het Amsterdam-eiland te onderzoeken en vervolgens Bereneiland aan te doen. Het schip,ontworpen door W.A. Huygens, was een schoenerjacht, en werd in aanwezigheid van het lid van de Raad van State Jansen, het kamerlid I.D. Franssen van der Putte, wethouder Tromp, kolonel-commandant Stengel en vele autoriteiten te watergelaten. Men wilde langs het pakijs naar Nova Zembla stevenen en aldaar proberen Barendshaven en de monding van de Yenisei te bezoeken. Doel van de reis was om zeelieden te vormen die later aldaar een wetenschappelijk station zouden kunnenvestigen en die gebruikt zouden kunnen worden op de dan nieuwe Moskovische handelstochten, na alvorens kennis te hebben opgedaan van de Siberische rivieren. Het doel van de tocht was verder het doen van geografische bepalingen en van land-en kustverkenningen. Ook wilde men meer te weten zien te komen van de toestand van het pakijs in de zee, over ijsnavigatie en de plaatstelijke toestanden. Na deze tocht werd Speelman, met ingang van 1 maart 1879, op de rol van Zr. Ms.wachtschip te Amsterdam geplaatst en nam dat jaar ook deel aan een volgende poolexpeditie, samen met de luitenants-ter-zee A. de Bruyne, H. van Broekhuijzen en J.H. Calmeijer.
Latere loopbaan:
Met ingang van 1 mei 1880 werd Speelman geplaatst aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Bonaire en bood zich, naar aanleiding van de vermissing van de Varna tijdens een poolexpeditie, in 1882 aan om deel te nemen aan een expeditie totopsporing van dit schip, mocht deze worden uitgezonden. Dat jaar deed hij op Zr. Ms. gaffelschoener Argus, samen met het instructievaartuig Urania, commandant H.A. Schippers, enige oefentochten op de Zuiderzee. Speelman deed begin 1883 eentocht met de Argus naar Groenland; de bedoeling van die tocht was bescherming van de zeevisserij. Hij werd op zijn verzoek in juli 1883 uit de zeedienst ontslagen en diezelfde maand benoemd tot burgemeester van Harlingen. Hij bleef die posttien jaar bekleden en verkreeg op 1 augustus 1893 op zijn verzoek eervol ontslag.Hij verhuisde vervolgens naar Haarlem en was tijdens zijn verblijf aldaar lid van de gemeenteraad (1897-1902) en daarnaast ook enige tijd lid van het collegevan toezicht op het Provinciaal Krankzinnigengesticht "Meerenberg". Daarnaast was hij secretaris van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, lid van het college van regenten over de gevangenissen en conservator van TeylersPenningkabinet. In 1900 kreeg hij voor zijn inzending aan de geschiedkundige tentoonstelling van het Nederlandse zeewezen de zilveren gedenkpenning. Speelman overleed in mei 1907 in de leeftijd van 54 jaar in de Mariastichting en werd optweede Pinksterdag begraven op Westerveld. Aan de groeve werd onder meer gesproken door mr. A.A. van der Mersch, kantonrechter te Haarlem en door generaal Smeding, oud-inspecteur der cavalerie.
Bron: Wikipedis