stoker (1923-1927) op de sleepboot "de Zwarte Zee" van de firma L. Smit en co. Internationale Sleepdienst te Rotterdam, machinist op het hospitaalkerkschip "de Hoop" (1927-1930), 2e resp. 1e machinist op de motorreddingsboot "President J.V. Wierdsma" van de KNZHRM (1930 1944) en (1945-1964) en de reddingsboot "Koningin Juliana" (1964-1967)
(1) Er ist verheiratet mit Johanna Klinge.
Sie haben geheiratet am 8. Februar 1923 in Maassluis, Zuid-Holland, Nederland , er war 20 Jahre alt.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Jacoba van Vliet.
Sie haben geheiratet am 23. April 1975 in Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland , er war 73 Jahre alt.
Bertus is evenals zijn vader altijd bezeten geweest van de zee. Hij begon zijn loopbaan op het water als duvelstoejager op een kleine sleepboot, gevolgd door stoker op de sleepvaart en later op de zeesleepvaart. Hij heeft zelfs nog op de "oude" Zwarte Zee gevaren. Na deze periode volgde drie jaar op het hospitaal-kerkschip "de Hoop", waarna hij naar het reddingswezen verhuisde.
Zijn vader (Foppe) zag graag dat zoonlief op de reddingsboot zou komen. Zoonlief deed dit. Het zit in de familie of het zit er niet in. Toen Bertus solliciteerde in 1930, kreeg hij de mededeling, dat hij een ernstige kandidaat was, maar dat hij tegen die tijd wel beschikbaar moest zijn en niet ergens over de wereld zou zwerven. Hierop besloot Bertus wat tussenbaantjes te nemen. Een van die baantjes was het terughalen van een stoomsleepbootje van Dordrecht naar Hoek van Holland. In Dordrecht was hij veel te ongeduldig om op een tweede man te wachten, waarop hij het vuur hoog opstookte, en ging varen. Telkens als het even kon ging Bertus naar beneden om de boel op te stoken, en dan als de gesmeerde-je-weet-wel terug naar het roer. Ook was hij in deze periode nog schipper bij de berging.
Toen kwam hij in 1930 in dienst van het reddingswezen en werd direct als eerste machinist gestationeerd op de nieuwe motorreddingsboot "President J V Wierdsma", dit als gevolg van het vergaan van de stoomreddingsboot "Prins der Nederlanden". Bij elke tocht, als die kleine reddingsboot in de stormzee een helse wip werd, als je je met armen en benen moest vasthouden om niet tgen de vloer te worden geslagen of tegen die stug doordraaiende motor, zat Bertus altijd waterdicht opgesloten in die kleine oliekamer, in de walm van olie en vet. Eigenlijk was Bertus altijd onkundig van wat er boven hem gebeurde of ging gebeuren.
Hij hield enorm veel van dit leventje, want toen in 1948 de reddingsboot gestationeerd werd in Breskens, verhuisde Bertus gewoon mee. In 1964 kwam hij terug in Hoek van Holand, om daar eerste machinist te worden op de reddingsboot "Koningin Juliana". Hij verliet de actieve dienst in 1967, nadat hij dus 37 jaar lang als machinist op de twee reddingsboten had gewerkt. In die jaren heeft hij meegewerkt aan de redding van 250-275 personen.
Bertus is onderscheiden met:
- drager van de grote bronzen reddingsmedaille van de KZHM tot redding van Schipbreukelingen.
- drager van de kleine bronzen reddingsmedaille van de KZHM tot redding van Schipbreukelingen.
- drager van de grote zilveren medaille van de KZHM tot redding van Schipbreukelingen.
- drager van de zilveren medaille van de Deutsche Gesellschaft zur Rettung Schiffbrhckiger.
- drager van de gesp op de zilveren medaille, verkregen na de redding van Chinese opvarenden van de "Ping-An".
Verder kan nog vermeld worden, dat hij na de oorlog heeft vastgezeten op verdenking van geldaanname in de oorlog voor het op zee brengen van joden. Dit bleek niet zo te zijn.
Bertus Seekles | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1923 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Klinge | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1975 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacoba van Vliet |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.