Jacobus Johannes werd op 08-02-1747 gedoopt in de Groote Kerk te 's-Gravenhage.
Er ist verheiratet mit Gualteria (Gualtheria - Gualthera - Anna - Johanna) Boon.
Sie haben geheiratet am 12. August 1776 in Zevenbergen, Noord-Brabant, Nederland, er war 29 Jahre alt.
Kind(er):
Beroep: Notaris, Schepen, secretaris en stokhouder te Zevenbergen (Nb), Lid van de Magistraat, waarnemend burgemeester Zevenbergen, Drossaart (ook wel Landdrost = bestuursambtenaar die een gebied bestuurde dat niet gemeentelijk was ingedeeld), Dijkgraaf en Penningmeester te Zevenbergen, Rentmeester der Domeinen te Zevenbergen en Niervaart.
Bij het huwelijk van dochter Gualtheria (ook: Gualtherie) noemt Jacobus Johannes zich: "Jacques Jean".
Met dank aan: http://www.w-hetterschijt.nl/Uit%20te%20zoeken.htm
Nederlands Hervormd, gedoopt in de Grote Kerk te 's-Gravenhage op 08 februari 1747, vader Jacobus Johannes - moeder Anna Geertruy Holm, D en T ‘s-Gravenhage 14.
Trouwt de 17-jarige Gualreria Anna Boon; zeven kinderen gedoopt in de N.H. Kerk te Zevenbergen tussen 1778 en 1792, en twee kinderen te Klundert in 1796 en 1797, had in 1793 en 1795 zes, en bij zijn overlijden acht kinderen, S Zevenbergen 7, S Klundert 3 en A.R.A. Kroondomeinen 230, Hof v. Holland 5566 en Decr. Holl. 1795 II blz. 290—293.
1766—1775 notaris te 's-Gravenhage.
1775—1795 notaris te Zevenbergen, Hartong blz. 105.
1775—1795 tevens secretaris en stokhouder te Zevenbergen, welk ambt hij van de prins van Oranje had gekocht voor f 15000.—, n.l. f 14.000.— contant, en 2 jaar arbeid voor her inventariseren der archieven, Decr. Holl. 1795 II blz. 290—293 en De Groot, Zevenbergen blz. 195, voetnoot en 254.
Op 22 maart 1787 en 1793 lid van de magistraat.
1789 waarnemend burgemeester en 27 december 1793 lid van de vroedschap te Zevenbergen, De Groot, Zevenbergen blz. 84, 108 en 253.
Hij bleef na de verovering van Zevenbergen op 23 februari 1793 met alle overige ambtenaren in zijn functie van secretaris, schepen en burgemeester gehandhaafd, werd door de Franse commissaris van oorlog, De Boutrier, en de leden van het Comité Révolutionnaire tot sequestor over de inbeslaggenomen goederen van de prins van Oranje te Zevenbergen benoemd, en deswegens na het vertrek der Fransen door de drossaard te Klundert, lgnatius Breda, gearresteerd en vervolgens met toelating van de regering en vroedschap van Zevenbergen, geboeid en onder militair escorte, eerst naar Klundert en vervolgens naar Willemstad vervoerd, waar hij bij barre vorst 30 dagen onder de toren van het stadhuis van Willemstad bleef ingesloten.
Op 28 maart 1793 werd hij op last van het Hof van Holland beschuldigd van landverraad en het verstrekken van inlichtingen en landspenning aan het Comité Revolutionair Batave te Breda, naar de gevangenpoort te ‘‘s-Gravenhage overgebracht en vervolgens vrijgelaten, waarop hij op 09 mei 1793 terugkwam te Zevenbergen.
Op 19 mei 1793 werd een acte van suspensie door een commissie van de Prins van Oranje tegen hem uitgevaardigd, waarna zijn ambten van secretaris en stokhouder, met de emolumenten daaraan verbonden, door Gerrit Gerritse van Mourik werden waar genomen.
In juni 1794 begaf hij zich met zijn vrouw en zes kinderen naar ‘s-Gravendeel, bij zijn moeder, alwaar hij op 02 februari 1795 nog verbleef.
Op 10 maart 1795 werd hij door chef de brigade Le Mesle, commanderende het 10e regiment Huzaren te Zevenbergen, aangesteld tot drossaard en dijkgraaf te Zevenbergen. Hij hield toen op secretaris te zijn.
Werd op 3 mei 1795 ontslagen als drossaard te Zevenbergen, A.R.A. Hof v. Holland 5566 sub. 3, Decr. Holl. 1795 II blz. 290—293 en Dc Groot, Zevenbergen blz. 206 en 212.
Op 6 juni 1795 aangesteld en 13 juni 1795 erkend als rentmeester der Domeinen te Zevenbergen en de Niervaart, gezegd de Klundert. Hij had zijn rentambt gekocht van het huis van Oranje, A.R.A. Kroondomeinen 230 en Tax. IXE blz. 72.
Gaf in 1796 uit: ,,Het evangelium van Jesus Christus is niet duister” (N. v. Eysden, Dordrecht), Kr.kn. C.B.v.G.
Op 20 october 1797 verzocht Willem Paquy om het request tot Zijn remotie als rentmeester af te wijzen, A.R.A. Wetg. Coll. 545.
Op 12 maart 1798 verkreeg hij van de municipaliteit eerherstel voor de beledigingen hem in 1795 aangedaan voor de zogenaamde "Oranjegezindheid", De Groot, Zevenbergen blz. 224.
Was 24 mei 1798 penningmeester voor alle polders van de Niervaart, A.R.A. Ministerie van Waterstaat, Keuren vóór 1800.
Deed 24 maart 1804 afstand van de administratie der domeinen te Zevenbergen ten behoeve van zijn oudste zoon Cornelis Gualtherus, die op 27 maart 1804 door het St. Bew werd benoemd en op 16 april 1804 als rentmeester te Zevenbergen werd beëdigd, A.R.A. Pensioenregeling 593 en St. Bew. 27 maart 1804 no 38.
Liet op 7 september 1807 en 29 december 1808 acten van borgtocht verlijden voor schepenen van ‘s-Gravendeel en Zevenbergen, als rentmeester te Niervaart, A.R.A. Nat. Dom. 292
Was 24 mei 1798 penningmeester voor alle polders van de Niervaart, A.R.A. Ministerie van Waterstaat, Keuren vóór 1800.
Legde op 01 augustus 1810 de eed van trouw af aan keizer Napoleon Bonaparte (oorspronkelijk Napoleone Buonaparte Ajaccio) , A.R.A. Pr. Stedeh. 56.
Kreeg in 1809 permissie van het gouvernement zich als rentmeeser van de Niervaart te doen bijstaan door zijn oudste zoon Cornelis Gualtherus, die hem op 18 maart 1811 ook te Niervaart als rentmeester opvolgde. Zoon Cornelis Gualtherus overleed aldaar op 01 october 1826 - oud 48 jaar, A.R.A. Nat. Dom. 603 en Pensioenregeling 593 en Kt.kn. C.B.v.G.
Jacobus Johannes zelf overleed op 11 december 1811 te Zevenbergen, N.B.S. Zevenbergen.
.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.