Er hat eine Beziehung mit Geertruijdt Roede van Heekeren.
Kind(er):
Bron: blz. 227 en 332 van 'Havezathen in Twenthe' "Berent kocht in 1508 Huize Scherpenzeel, goed ten Thije, in het stadsgericht Goor gelegen naast de beek en het Laer. In 1515 trad hij op als borgman te Goor, lid van de ridderschap van Twente.
Hij was burgermeester van Goor in 1532.
Bron: Ruud Breteler (ruudbreteler.com/stamboom/stamboom-sub-2/)
Op 19 juli 1497 ontvangt Bernd het leen "Ederkinc" na opdracht door Bruijn van Laer Bruijnszoon. Op 24 februari 1526 tuchtte Berndt zijn vrouw Geertruijdt Roede van Heekeren aan 1/3 van zijn leengoederen en wees haar aan als voogd over hun twee kinderen in geval van zijn overlijden
Op 24 november tuchtte Berndt zijn vrouw Geertruijdt aan de helft van zijn leengoederen,mits zij niet hertrouwde. Op 17 augustus 1547 neemt Pelgrom, na de dood van zijn vader Berndt, het leenmanschap van zijn vader over.
Het is waarschijnlijk dat Berndt van Thije familie was van de eerste tak (van Johan van Thye), maar op welke manier is niet bekend.
Terug naar deze eerste tak. In 1457 werd Hendrick van Reede tot Saasveld met erven Saasveld beleend, zoals in 1405 zijn vader Berend van Reede er mee beleend was. Hendrik was getrouwd met Ida of Johanna van Thije, dochter van Coert (Coenraeth) ten Thije. De familie van Reede heeft tot circa 1790 het leenmanschap gehad over Breteler, Schurink, Saterslo. Tussen 1457[3] en 1791 zijn in dit Repertorium nog vermeldingen te vinden, genoemd onder de tienden van Schuring te Hengevelde. Hoe de overgang van Otto van Rutenberghe naar het geslacht Saasveld is verlopen is niet bekend. (Ruud Breteler)
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.