Familienstammbaum Rogier » Quellen » De thesaurus van Gramsbergen (een uniek 17e eeuws manuscript), Jodocus & Pelgerem Ginck

Quellenbeschreibung

De thesaurus van Gramsbergen (een uniek 17e eeuws manuscript)

In 1998 werd een vergeeld geschrift aangetroffen in een oude boerderij in de buurtschap Den Velde bij Gramsbergen.
Deze boerderij stond bekend als 'erve Dokters', vele generaties Grimmerink hebben daar decennialang geboerd

Het kruidboek verkeerde in een slechte staat, vooral tengevolge van inwerking van vocht. Het werd, zover mogelijk, gerestaureerd. Het taalgebruik in dit uit 350 pagina's bestaande manuscript lijkt het best getypeerd als Platduits, hoewel er ook regelmatig gebruik wordt gemaakt van Latijnse termen, of wat daarvoor door moet gaan, vaak fonetisch weergegeven en daardoor niet altijd direct herkenbaar.

De ontstaansgeschiedenis van het manuscript moet worden gezocht, ergens in het einde van de zestiende eeuw.
Het is ten dele geschreven door Jodocus Ginck uit Zweibrücken, een plaatsje in het Duitse Saarland.
Ook enkele andere auteurs hebben teksten toegevoegd, n.l. de zoon Pelgerem Ginck en een persoon die zijn bijdragen parafeert met PW, PWE of P.W.Est en tenslotte nog een andere onbekende persoon, die een aantal beschrijvingen toevoegt in een handschrift en taalgebruik die als 17e eeuws nederlands te duiden zijn (zie: pagina's 200-207 en gedeeltelijk pagina 223).

Op pagina 319-342 staat een zeer fijn handschrift wat niet alleen sterk afwijkt van de overige handschriften, maar ook geschreven is met een andere inkt en pen die fijner is dan de andere gebruikte pennen. Opgemerkt dient te worden dat het hier gaat om beschrijvingen die tenderen naar een 'flora'.

Omtrent de persoon van Joest Ginck is weinig zeker.
Jodocus (of Jost) Ginck uit Zweibrücken schrijft over zichzelf op pagina 2:

anno 1608 den 8 meijus: Jodocus ginck von zweibruckhen wenet bein Enschnitten izung ligent binen gelderen Cirurgin under Cappotain und Tuffonir binen gelderen genombt (vertaling: Anno 1608 op de achtste mei Jodocus Ginck uit Zweibrücken werd een been geamputeerd thans liggende binnen Geldern onder kapitein-chirurg en ziekenverpleger binnen Geldern genaamd)

Uit het feit dat hem in Geldern onder verantwoordelijkheid van een kapitein een been werd geamputeerd is mogelijk af te leiden, dat hij een militair arts was en met krijgsvolk optrok, dat toen alom op de been was. Na zijn amputatie lijkt het waarschijnlijk dat Jodocus Ginck was beland in de grensstreek waar het boek is aangetroffen, n.l. Twente. Zijn taalgebruik wijst daarop.

Dat deze Jodocus Ginck ook de eerste auteur van het manuscript moet zijn geweest, blijkt uit de getuigenis van hem op bladzijde 48:

'Alles dat ick meister jost ginck in diesem buch geschriben heb hab ick alles wol vorston wort zu wort In Latin und in doith ick meister jost ginck wolt dat got meine Nahkomende auch den vorstan mög gebe die sich vor meister aus gebe und so ver sie es nit vorston moge sie diese recepte oder kunste Nicht begine zu bruhe und auh die die species Niht kennen got geb uns alln glück und seinen segen und ein güt Memoria zu der kunst'

Ook de aantekening op pagina 10, geschreven door zijn zoon Pelgerem, wijst hier op:
'anno 1626 hebbe ick Pelgerem Ginck dit boeck geîrfft van min zaeliger vader Joest Ginck'.




Jodocus & Pelgerem Ginck


Informationen von dieser Quelle


Zu der Liste mit Quellen


Die Familienstammbaum Rogier-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf