(herbegraven Soerabaia)
Oorzaak: oorlogslachtoffer
Er ist verheiratet mit Christina Elvira Theodora Briede.
Sie haben geheiratet am 16. November 1934 in Soerabaja, India, er war 34 Jahre alt.
Kind(er):
Christiaan zat 1 jaar op het kleinseminarie Beekvliet te St.Michelsgestel. Daarna studeerde hij op de tropische landbouwschool te Deventer.
Op 24 mei 1930 woonde hij in Den Haag en werd er een huwelijk afgekondigd met Geertruida Klink. Op 4 juni 1930 wordt de huw.akte opgemaakt doch doorgehaald en niet ondertekend. Kennelijk werd er van een huwelijk afgezien. Als beroep staat vermeld Planter. Geertruide Klink huwt alsnog op 5 nov.1941 met Dirk v.d.Bijl te Leiden.
Volgens gemeentelijke registratie woont Christiaan in 1930 in de Bilderdijkstraat 133 Den Haag en vertrekt daarna naar Djembang. Hij ging werken bij de cultures en werd administrateur van de koffie-onderneming "Tanah-Manis" te Krikilan, Oost Java.
Tijdens zijn verblijf in Indië had CHRISTIAAN, zoals iedere Nederlander in Indië, normaal zijn verplichte herhalingsoefeningen bij de Infanterie van het KNIL verricht.
In het kader van de Algehele Mobilisatie van de Strijdkrachten in
Ned. Indië werd CHRISTIAAN - in verband met het uitbreken van de
oorlog in dec. 1941 met Japan voor het vervullen van zijn dienstplicht opgeroepen en ingedeeld bij de Landstorm-Afdeling in Bandoeng.
Na de capitulatie van ons Koloniale Leger, werd CHRISTIAAN in
verschillende krijgsgevangenkampen in Bandoeng en later in
Tjimahi geïnterneerd.
Toen na enige tijd het getij zich begon te keren ten voordele van de Geallieerde Strijdkrachten (Verenigde Staten, Engeland, Australië en Nederland) in o.a. Zuid Oost Azië en Geallieerde
troepen erin waren geslaagd een aantal eilanden en gebieden weer terug te veroveren op Japan, besloten de Japanners met spoed nieuwe vliegvelden aan te leggen en versterkingen te
bouwen op de Molukken.
De krijgsgevangenen (kgvn.) die geïnterneerd waren in de voormalige KNIL. kazernes van het IV de en IXde Bat. Inf. te Tjimahi werden via Batavia(= Jakarta) op 12 apr. 1943 per trein op transport gesteld naar Soerabaja; een verschrikkelijke reis waarbij onderweg noch water noch voedsel beschikbaar werd gesteld; naderland bleek dat tijdens deze reis al enige Ned. kgvn. te zijn overleden. Bij deze groep van kgvn. was ook CHRISTIAAN ingedeeld.
Na aankomst op het station te Soerabaja werden de kgvn. Door luid schreeuwende, schoppende en slaande Koreaanse militairen opgejaagd en naar het vm. Jaarbeursterrein gebracht, dat als interneringskamp was ingericht. De situatie in dit kamp was bijzonder slecht.
Vele kgvn. hadden last van ernstige oogziekten en van dysenterie;
de medische verzorging was onvoldoende en men leed honger door het weinige en slechte voedsel wat men in dit kamp verstrekt kreeg.
Na enige dagen verblijf moest CHRISTIAAN te samen met andere kgvn., in groepen van ca. 200 kgvn met al hun spulletjes op een trein stappen, die hun naar het station Goebeng bracht bij het havenemplacement van Tandjong Perak (De zilveren Kaap).
In de haven lagen schepen klaar, die zoals later bleek de kgvn. naar de Molukken en het eiland Flores zouden brengen.
Deze transporten zouden naderhand de beruchte naam van Molukkentransport krijgen, met de z.g. Japanse Hell-schepen.
Christiaan was ingedeeld bij de kgvn. die op transport zouden worden gesteld naar FLORES.
Het konvooi dat de kgvn. via Timor naar FLORES zou brengen bestond uit onder meer :
- ss Tazima Maru met 1030 Ned. kgvn.;
- ss Tenzio Maru met 930 Ned. kgvn onder Co. v Kap. Blom;
- ss Koam Maru met 100 kvgn. onder Co. van de arts Kuilman.
De 2060 kgvn. stonden onder leiding van Lnt. Kol. van Altena.
De Japanse Commandant van het gehele transport was de beruchte Lnt. kol. Anami.
Het konvooi vertrok s middags op 18 april 1943 naar Maoemere op FLORES.
Na aankomt op Maoemere - begin mei 1943 - moesten de kgvn. alle goederen, die in de schepen opgeslagen lagen, zelf uitladen en naar land brengen; doordat er geen steiger was, moesten de kgvn. steeds door het water lopen, om de goederen aan land te kunnen
brengen.
In Maoemere bleek men echter niets te hebben voorbereid.
De kgvn. werden naar stukken land gebracht waar klapperbomen (Kokospalmen) op stonden en kregen de opdracht om meteen te beginnen om hun eigen kampen te bouwen.
Er werden tenslotte in eerste aanleg 3 kampen ingericht, t.w.:
-Blom kamp (400 Ned. kgvn.);
-Reijers kamp (400 Ned. kgvn.);
-Wulff kamp ( ca. 250 zieken).
De huizen in de kampen waren van lokaal materiaal gemaakt, b.u. ;
bamboe en als dakbedekking had men Atap-bladeren gebruikt.
De kgvn. werden in Maoemere onder onmenselijke omstandigheden gedwongen om vliegvelden en wegen aan te leggen.
De totale situatie was bijzonder slecht; er was s nachts bijv. geen verlichting en drinkwater werd in beperkte mate aangevoerd.
Door de erbarmelijke situatie waaronder de kgvn. Moesten werken en slapen en mede als gevolg van onder meer gebrek aan goede medische verzorging, tropische ziekten, goede
voeding en door uitputting, overleden er in de periode 1943-1944, op Flores, 380 Ned.
Begin mei 1943 werd CHRISTIAAN ernstig ziek en werd hij
naar het Wulff-kamp overgebracht, waar hij tenslotte op 17 mei 1943 overleed.
Landstorm Sgt. Inf. KNIL CHRISTIAAN WILHELMUS PETERSE ligt nu vredig op het Ned. Ereveld Kembang Kuning te Soerabaja begraven; In vak AA grafnummer 143.
Moge Gods Zegen op hem rusten.
Christiaan Wilhelmus Peterse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1934 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christina Elvira Theodora Briede |