Luter Teylinc, zich noemende Lucas van Teylingen sedert ca. 1470, klerk van rekenmeester Jacob Cruesinc (1457) en van de rentmeester-generaal (1469) in Den Haag, deurwaarder (commissie 1 juli 1460, bij het opslaan van de akte (Arch. Grafelijkheidsrekenkamer van Holland, register 490, fol. 1, dd. 1 iuli 1460 (Luter Teylinck Dircszoon, nu klerk van raad en rekenmeester Jacob Cuesinc, krijgt commissie als deurwaarder van de rekenkamer in Den Haag; eedsaflegging op 21 juli 1460) blijkt hij eigenlijk Luter Teylinck Dircxzoon te heten: deze naam werd later in oud schrift, waarschijnlijk door hemzelf, veranderd - Jansma constateerde dit reeds men spreekt van "verbeterd", inderdaad tussen aanhalingstekens - in Lucas van Teylingen! Nadere beschouwing leert dat deze wijziging op tal van plaatsen in de rekeningen van de rentmeester-generaal
over de periode 1459-1469 is aangebracht (Bij voorbeeld: Rekening 160, f. 173;. bij deze eerste vermelding, in de rekening van het boekjaar 1459/60, wegens betaling van arbeidsloon als klerk van meester Jacob Cruesinc over de jaren 1457 en 1458, werd de oorspronkelijk geschreven naam Luter Teyling veranderd in Lukas van Teylingen; 161, f. 189 (1460/ 61), 162, f. 188 (1461/62), 163, f. 209v (1462/63), 165, fs. 122v, 124v (1464/65), 166, fs. 81v, 82, 82v (1465/66), hier werd overal Luter of Luyter Teylinc (Teylinck, Teyling) veranderd in Lukas of Luykas van Teyïingen: In rek. 167,fs. 93, 97 (1466/67), 169, f. 70 (1467/68) en 170, fs. 79v, 80, 8Ov, 81, 99, 113 (1468/69) werd oorspronkelijk Lucas Teyling geschreven, later veranderd in Lucas van Teylingen. In rek. 169, f. 70, kwiteert hij eigenhandig in de marge: "Ic Lucas Teylinc, later gewijzigd in "Lucas van Teylingen"; zelfs de handtekening die eronder staat is veranderd van "Teilinc" in "Teilingen"! In rek. 170, f. 112v stondeerst Lucas Teylingen, later werd er "van" tussengeschreven. Er zijn ook vermeldingen van de oorspronkelijke naam Luter Teylinc over het hoofd gezien, bij voorbeeld: Rek. 163, f.165v en 165, f. 110).Korte tijd na een in augustus 1468 ambtshalve door hem gemaakte reis naar Le Quesnoy wordt voor het eerst onveranderd "Lucas de teylinges" geschreven (Arch. Grafelijkheidsrekenkamer, rekening 170, fol. 99 (reis naar Kesnoot in augustus 1468), fol. 111 (Lucas de Teylinges, klerk van rentmeester Claes de Vriese, heeft een reis gemaakt - naar Gent en Dordrecht - in juni 1469).
Verder was hij auditeur en clerc ordinaris (commissie 25 juni 1477, eed 5 juli 1477), raad en meester van de rekening van Holland, Zeeland en Vriesland (commissie 16 dec. 1488, eed 23 maart 1489 en 26okt. 1489, bevestiging 7 okt. 1493 na overlijden van Jacob Cruesinc), krijgt het officie van meedemate van Zuid-Beveland, tegen betaling 29 mei 1496, als leen 13 sept. 1500 (eed 24 dec. 1500) (Arch. Grafelijkheidsrekenkamer van Holland, register 3, fol. 100, 137; 4 fol. 123; Arch. Graven van Holland 723, cap. Zeeland, fol. 6v en 7v), enz. Stamvader van de Haagse tak Van Teylingen (De Wapenheraut 1904, blz. 437 ev).
Luter Teylinc |