zoon van Domus Bastiaansz Vermet uit Baarland & Neelke Jans Weststrate
Op 21 mei 1721 ‘s morgens ging de dijkgraaf van Borssele, Willem Tromp, met de gezworenen Guiliaam van der Maas, Augustijn Bastiaanse Lokers en Jan Vermet naar de zeedijk toe om ter plaatse enkele dijkwerken, die aanbesteed zouden moeten worden, op te nemen.
Willem was een belangrijk man in het dorp. Hij was niet alleen dijkgraaf van de watering van Borsele, maar ook baljuw en secretaris. Hij was voor zijn doen en laten verantwoording schuldig aan de heren van Borssele, en dat waren toen burgemeesters en schepenen van Goes.
Nadat zij hun werkzaamheden op de dijk hadden verricht gingen dijkgraaf en gezworenen naar de parochieschool in het dorp om te vergaderen. De school zal ongetwijfeld ook dienst gedaan hebben als herberg. Zo kon het gebeuren, dat Willem met Jan Vermet, onder invloed van drank, knetterende ruzie kreeg. Het was toen al half zeven in de avond. Al argumenterend en opgewonden armenzwaaiend stonden de beide kemphanen schreeuwend tegenover elkaar. Toen Willem het met woorden niet meer afkon, nam hijzijn toevlucht tot meer doorslaande argumenten en verkocht Vermet een oplawaai die er wezen mocht. De stomp die Vermet op zijn borst kreeg was zo hevig, dat hij door de drank toch al onvast op zijn benen, achteruit op zijn billen viel, met zijn achterhoofd tegen de plavuizen vloer sloeg en ter plekke bewusteloos bleef liggen. De andere dag overleed hij tegen 2 uur ‘s middags zonder bij kennis te zijn geweest. Op 23 mei werd zijn dode lichaam geschouwd door de stadsdoktoren van Goes, die eengebroken nek en inwendige bloedingen constateerden. Willem Tromp was toen al voortvluchtig.
Hij werd schriftelijk gedagvaard. Voor de eerste maal op 1 juli 1721 en voor de tweede maal op 15 juli 1721. In de eerste dagvaarding, die door aanplakbiljetten bekend gemaakt werd, wilde de justitie hem horen over deze daad. In de tweede werd meteen de eis van de baljuw opgenomen. Willem moest op het schavot met het zwaard ter dood worden gebracht. Hij werd ten laatste gegrepen. Op 15 november 1721 werd hij voor zeven jaar uit de provincie verbannen. De eis om aan hem de doodstraf te voltrekken werd niet ingewilligd.
Er ist verheiratet mit Maetje Jans de Puijdt.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 14. April 1684 in Nisse (Zld) erhalten.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 3. Mai 1684 in Nisse (Zld).Kind(er):
Johannes Domusse Vermet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1684 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maetje Jans de Puijdt |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.