Er ist verheiratet mit Neeltje Leenderts Welhoek.
De Nederlandsche Leeuw 1983, 178 / 314:
Vermelding vanaf 7 juni 1657: erfenis.Bron 5
Op 7 juni 1657 stelden Jan Janss. Vrijlandt en de zieke Neeltge Leenders Welhouck, wonende in het Vrijland onder Pernis, voogden over hun na te laten (gezamenlijke) kinderen. Van de manszijde zijn stiefvader Feijs Meuss. Pabrock en zijn broer Leendert Janss. (Coomans), van de vrouwskant haar broer Jacob Leenderss. van der Laen en (haar zwager) Bastiaen Dircxss. van Driel, schout van Hoogvliet.
Op 1’7 juni 1676 was Neeltje Welhouck dood en haar man en kinderen kwamen tot scheiding van de boedel:
Jan Janss. Vrijland, wonende onder Pernis, weduwnaar van Neeltge Leenders Welhouck, aan de ene zijde, en Dirck Hijndricxss. e n Heìjndrick Hendricxss. van Driel meerderjarige voorkinderen van Neeltje Welhouck bij Heijndrick-Dirxss. van Driel, en Jacob Leenderss.van der Laen, oom en gestelde voogd over de zes nog onmondige kinderen van Neeltje Welhouck bij Jan Vrijland: Trijntje, ca. 23 jaar, Leendert, ca. 21 jaar, Cornelis, ca. 17 jaar, Pieter, ca. 16 jaar, Leijchje, ca. 13 jaar en Aart Jans Vrijland, ca. 11 jaar, aan de andere zijde. Voorts waren er nog de meerderjarige Jan Janss. Vrijland de jonge en Hilletje Jansdr. Vrijland, gehuwd met Crijn Witte. Er werd overeengekomen dat vader Vrijland zijn vier jongste kinderen tot de leeftijd van 20 jaar, of eerder huwelijk, zou onderhouden en opvoeden en een uitzet meegeven naar gelang zijn vermogen. De stiefzoons Van Driel verkregen 3 gemeten in het oudeland van Poortugaal. Zijn acht kinderen ontvingen 3 gemeten in Madroel en 2 gemeten 55 roeden (gemeen bezit met jonker Thielman Grijp van Valckesteijn in een perceel van 4 gemeten 150 roeden). De laatste twee percelen zouden echter door vader Vrijland worden gebruikt totdat zijn jongste kind Aert de leeftijd van 20 jaar
zou hebben bereikt. Trijntje en Leijchje verkregen al het zilverwerk dat door hun moeder gedragen werd; zijn overige vier kinderen: vier gouden ringen van hun moeder. De stiefzoons Van Driel ontvingen “een goude wapenringh” (met het wapen Van Driel? ). De rest van de boedel zou in het bezit van Jan Vrijland de oude blijven. Het is opmerkelijk dat zijn stiefdochter Hillegont van Driel niet in deze akte genoemd wordt. Wellicht was zij toen reeds met haar stiefvader in het huwelijk getreden.
Op 8 okt. 1678 werd de inventaris opgemaakt van de nagelaten boedel van Jan Janss. Vrijland. Zijn nalatenschap bestond uit een boerderij in het Vrljland, alwaar hij overleden was, en ruim 10 gemeten in het Vrijland (waaronder 4 lijnen memorieland) en in de heerlijkheid Langebakkersoord. Verder maakt de inventaris melding van beddegoed, meubelen, zilverwerk (o.a. “een silver schepensegel”), linnengoed, kleding (de dagelijkse kleren had hij vermaakt aan de armen), bouwgereedschap en beesten (o.a. zeven paarden, waarvan één aan de armen van Pernis was vermaakt, drie veulens, twaalf koeien, vijf ossen, tien kalveren, acht lammeren en vier varkens) en landbouwprodukten.
Diezelfde dag machtigden Jan Jans. Vrijland de jonge, Trijntje Jansdr. (Vrijland) en Crijn Witte, als man van Hilletje Jans (Vrijland), zijn meerderjarige kinderen, en Feijs Mees. Palsrock en Leendert Janss. Comans, voogden over de nog vijf onmondige kinderen van Jan Vrijland de oude, hun halfbroeder Heijndrick Heijndricxs. van Driel om hun huishouden en boerenbedrijf waar te nemen.
Diverse akten hebben nog betrekking op het beheer van de boedel van Jan Vrijland de oude. Heijndrick Heijndrixss. van Driel kocht in 1679 de boerderij met bijbehoren voor een bedrag van 4100 gld.
Over Jan Jansz. Vrijland de oude handelen nog verscheidene akten.
Sie haben geheiratet am 13. März 1648.
Kind(er):
Een zekere Jan Jansz Coman of Comejan (ca. 1619-1678) woonde voor 1648 op de Hijde bij Pernis en vestigde zich omstreeks 1648 in de polder het Vrijlandt en vanaf die tijd noemde hij zich Vrijlandt (zie huwelijkse voorwaarden Schiedam 13 maart 1648).
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.