De geboorteplek heet In de Compagnie onder Jubbega Schurega
Er ist verheiratet mit Rinske Jans Hartstra.
Sie haben geheiratet am 4. Mai 1834 in Schoterland, er war 28 Jahre alt.Quelle 2
Kind(er):
De eerst bekende permanente bewoning van de Oosthoek van de gemeente Heerenveen, nu bekend onder de namen Jubbega en Hoornsterzwaag, kunnen we plaatsen tussen 1200 en 1300. In de daaropvolgende eeuw groeiden Schurega (wat later opging in Jubbega) , Jubbega en Hoornsterzwaag langs de wegen die van oost naar west liepen uit tot zelfstandige dorpen. (Het gebied, ongeveer van af de huidige Oldeberkoperweg in het voormalige Schurega tot aan de Dikke Stien in Hoornsterzwaag, kreeg later de naam ‘De Streek’.)
In het noorden van de dorpsgebieden van deze middeleeuwse boerendorpen in de voormalige gemeente Schoterland, (nu gemeente Heerenveen), werd in voorgaande eeuwen een uitgestrekt hoogveengebied ontgonnen. Al omstreeks 1550 was vrijwel alle veen, tot dan eigendom van de plaatselijke boeren opgekocht door de Schoterlandse Veencompagnie. Omdat de vervening vanuit Heerenveen begon, duurde het nog meer dan honderd jaar tot het graven tot in Jubbega was gevorderd. Door de vervening ontstonden langs de vaart en de wijken nieuwe woongemeenschappen en economische bedrijvigheid. De oudste van die nieuwe buurten groeiden uit tot zelfstandige dorpen zoals De Knipe en Bontebok. Deze ontwikkeling zette zich niet door in de oostelijke helft van de gemeente Schoterland. Jubbega Derde Sluis ( de derde sluis, gebouwd in 1774, geteld vanaf Heerenveen) werd niet een nieuw dorp maar groeide uit tot het centrum van de dorpen Jubbega, Schurega en Hoornsterzwaag. Een centrum wat vooral in de jaren zestig echt tot ontwikkeling kwam en onder meer werd vorm gegeven door het organiseren van de vijfjaarlijkse manifestatie Expansie. Met het op poten zetten van deze handelsbeurs en feestweek liet de bevolking zien dat Jubbega-Hoornsterzwaag het tijdperk van de achterstand die er in voorgaande decennia nog was achter zich had gelaten en dat ook Jubbega zich in positieve zin had ontwikkelt.
De Kompenije
Tussen ca 1700 en 1900 ontstond dus langs de nieuw gegraven vaart en de wijken een gemeenschap van mensen die werkzaam waren in de vergraving: de Compagnie of Kompenije. Er waren momenten dat in die gemeenschap een redelijke welvaart heerste, maar in perioden dat er onvoldoende kon worden gegraven en aan het einde van de 19e eeuw toen de vraag naar turf terugliep, was er sprake van schrijnende armoede en ellende. Toen het eind van het hoogveengebied werd bereikt restte de bevolking dan ook werkloosheid en armoede. Een aantal van hen slaagde erin elders een bestaan op te bouwen, maar het grootste deel van de bevolking lukte het niet om zich aan de ellendige omstandigheden te ontworstelen. Men woonde in hutten en holen en leefde noodgedwongen van dag tot dag. Over deze mensen en hun miserabele omstandigheden schreef Evert Zandstra een roman met de titel “Volk zonder uren”. Bij het honderdjarig bestaan van de vereniging voor Plaatselijk Belang in 2000, werd een naar dit boek geschreven theaterspektakel opgevoerd met dezelfde titel. Dit bracht de dorpen, de oude boerenstreek en het gebied van Kompenije en Derde sluis opnieuw in de belangstelling.
De oorzaken van deze miserabele toestanden en ook de manier waarop geprobeerd is er een einde aan te maken zijn uitstekend beschreven in het boek, de Geschiedenis van de Kompenije tot 1940 van Siebrand Krul. Krul.
Melis Arjens Bloemsma | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1834 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rinske Jans Hartstra |