(1) Er ist verheiratet mit Catherina Elisabeth KROEF.
Die Eheerklärung wurde am 7. April 1781 zu Waalsche Kerk / Vlissingen gegeben.
Sie haben geheiratet am 7. April 1781 in Vlissingen, er war 25 Jahre alt.Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Susanna Elisabeth MILET.
Sie haben geheiratet am 23. Dezember 1777 in Vlissingen, er war 21 Jahre alt.
Kind(er):
(3) Er ist verheiratet mit Christina BOERS.
Die Eheerklärung wurde am 16. Januar 1795 zu Gouda gegeben.
Sie haben geheiratet am 14. Februar 1795 in Gouda, er war 39 Jahre alt.Kind(er):
(4) Er ist verheiratet mit Johanna Maria (Jeanne Marie) THE(E)SING.
Sie haben geheiratet am 17. Oktober 1817 in Groede , er war 61 Jahre alt.
quote>In de Huisschattingkohieren, 1768-1805 wordt Francois Adriaan Rosevelt Catteau met een huis op de Oud Timmerwerf nr. 5 aangeslagen voor de Huisschatting £ 04-19-02 en Lantaarngeld £ 00-06-00. [51]
Dr. Mr. Francois Adriaan (van) Ro(o)sevelt Cateau, ged. geref. Ravestein 5-1-1756 (get. Francoys Cateau en Debora van de Velouw, beiden uit Nijmegen)[1], ovl. Middelburg 26-11-1820, werd gedoopt in de vrijplaats Ravenstein waarheen zijn ouders waren uitgeweken, en waar zijn moeder in het kraambed overleed en begraven werd,
[2] wordt geref. lidmaat te Vlissingen 30-6-1772 op belijdenis (afkomstig van Ravestein, wonend Korte Walstraat te Vlissingen), krijgt vandaar attestatie naar Leiden 19-8-1774, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 12-9-1774 ("Francois Adrianus Rozenveld Cataur, Civis Vlissinganus, 18 (jaar)") ,
[3] promoveert aldaar op 8-11-1776 in de rechten op een dissertatie getiteld de Testamentis ("François Adriaan van Rosevelt Cateau, Goeza-Zelandus"),
[4] keert weer terug met attestatie van Leijden okt-dec 1776 (dan wonend Korte Walstraat te Vlissingen), honorair Pensionaris te Vlissingen (1777),
[5] wordt benoemd (1777) tot Directeur en schatbewaarder (1778) van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1777-1795), lid van de Oeconomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen afd. Vlissingen (1778-1782),
[6] krijgt op 6-3-1779 attestatie van de Nederduitsch-gereformeerde kerk te Vlissingen naar de Walsche Kerk Vlissingen, lid van de Staten van Zeeland, raad (benoemd 9-4-1780
[7]) en schepen van de stad Vlissingen (1777-..), wordt in december 1784 - dan wonend in de Nieuwstraat- weer lidmaat van de Nederduitsch-gereformeerde kerk te Vlissingen met attestatie van de Fransche Kerk aldaar, wordt op 15-10-1785 benoemd tot overdeken van 't oud en nieuw schoenmakersg(ilde),
[8] verkrijgt op 12-12-1789 opnieuw "de rang en voorregten van oud Raad contrarie Res(olutie d.d.) 4-6-1788,
[9] vermeld als extra-ordinair lid (1793)
[10] en Meester (1793-1797)
[11] van de Vrijmetselaarsloge L'Astre de L'Orient te Vlissingen , patriot,
[12] reder en burgemeester (1795-1802) te Vlissingen,
[13] [14] wordt op 29-4-1795 benoemd tot weesmeester en commissaris van desolate boedels aldaar,
[15] en bedankt daarvoor reeds op 14-5-1796,
[16] wordt in 1795 provisioneel representant / gecommitteerde namens Vlissingen,
[17] neemt op 20-1-1796 "de post van representant van Zeeland wegens Vlissingen aan mits meerder loon, gepersiteert bij de Resolutie van 07-1795", wordt op 29-1-1796 als "representant te Middelburg gearresteert over de vertellingen van dhr Lachterop en Schaafse gedep(uteerde)ns van de club na Z(ierik)zee,
[18] krijgt op 22-10-1796 demissie als commissaris van 't zeerecht te Vlissingen,
[19] neemt op 2-10-1797 als afgevaardigde van district Leiden II zitting in de Tweede Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek en was daarna voorzitter van de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam tot de staatsgreep van 12-6-1798, waarbij hij gevangen werd gezet op Huis ten Bosch en vervolgens nog een maand te Nieuwerkerk aan de IJssel onder militaire bewaking,
[20] [21] waarna hij begin juli 1798 zijn vrijheid herkrijgt,
[22] was enthousiast bewonderaar van de Franse revolutie en het door haar gepropageerde ongeloof,
[23] lid van de Leidse vrijmetselaarsloge La Vertu(1797-1798) en van de Haagse vrijmetselaarsloge Les vrais Bataves (1799-1801),
[24] oud schepen en raad der stad Vlissingen, wonende te Groede (1817), particulier (1820), woont te Middelburg op de Korte Delft nr. 84 (1820),
otr./tr. 1o Vlissingen 6/23-12-1777[25]Susanna Elisabeth Milet, geb. vóór ca. 1754, beg. 2-2-1780 (volgens Ref. [26], dus tegelijk met haar tweede kind), wordt geref. lidmaat te Veere 17-10-1772 met attestatie van Gouda 27-9-1772, lid van de Oeconomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen afd. Vlissingen (1780-1781),[27] dr. van Hendrik Milet,(scheeps)chirugijn, diaken en ouderling, vader van het Burgerweeshuis te Middelburg, schepen en burgemeester van Veere, en lid van de Staten van Zeeland, en vrouwe Adriana Jacoba Blondel (zie⇒ Fragment Geneaologie Milet ),
tr. 2o Vlissingen 7-4-1781[28] Catharina Elisabeth Kroef, geb. (volgens Ref. [29] te Vlissingen), ovl./beg. Vlissingen Oostkerk 21/25-2-1793 ("met 6 lijkdienaars, koets, dragers")[30] , wonend op de Dok (1793), dr. van Adriaen Kroef, reder, koopman, schepen en raad te Vlissingen, en Geertruij Adriana du Pon, bewoners van de buitenplaats Vlugtenburg te Oost-Souburg,[31]
tr. 3o Gouda 14-2-1795[32] Christina Boers, ovl. 's-Gravenhage 12(14?)-12-1800 (aan "eene kwaadaardige zinkingskoorts"),
tr. 4o Groede 17-10-1817 (get. voor hem zijn zoon Jan Jacques van Rosevelt, oud 30 jaar, tweede luitenant in de 3de Comp. 5de Bat. Schutterij, wonende te Groede, en zijn goede bekende Adriaan de Priester Adriaanszoon, koopman, oud 40 jaar, wonende te Groede, voor haar de goed bekenden Hubartus Thoussaint oud 34 jaar, koopman wonende te Middelburg, en Abraham Haartsen, landman, oud 40 jaar, wonende te IJzendijke) Johanna Maria (Jeanne Marie) The(e)sing, ged. geref. Paramaribo 29-12-1776, ovl. 1817-1820 (niet gevonden te Groede, Middelburg en Vlissingen), wonende te Groede (1817), dr. van wijlen Jacobus Theesing (beg. Leerdam 1801) en Maria Johanna Judith Neef (wonende te Amsterdam op de Utrechtsestraat het derde huis van de Keizersgracht, nr. 28 (1817)).
Beginregels van een Bruiloftsdicht door Jacobus Bellamy d.d. 23-12-1777 voor Mr. François Adriaan van Rosevelt Cateau, Pensionaris Honorair van Vlissingen, waarmee Bellamy Rosevelt als zijn Mecenas hoopt te winnen....[33]
O Rozeveld! zult gij nog schragen
de kunst? in mijn geboortestad,
den Eernaam van Mecenas dragen?...In de Huisschattingkohieren, 1768-1805 wordt Francois Adriaan Rosevelt Catteau met een huis op de Oud Timmerwerf nr. 5 aangeslagen voor de Huisschatting £ 04-19-02 en Lantaarngeld £ 00-06-00. [34]
De (laatste) datering hiervan zou kunnen zijn 1808, in welk jaar in het Register van eigenaren te Vlissingen wordt vermeld: Catteau, wijk K, nr. 2 Oude Timmerwerf. [35] Het is echter niet zeker dat het hier Francois Adriaan betreft.Op 11-9-1779 verkoopt Anna Cornelia Lampsins aan A.F. Rosevelt Cateau voor £ 500,-- een huis op de Oud-Timmerwerf te Vlissingen. [36] In 1808 blijkt dit huis nog in zijn bezit te zijn.Op 10-4-1784 verkoopt M.F.A. Roseveld Cateau aan A.E. van Dishoeck van Domburg voor £ 575,-- een huis over de Roode brug te Vlissingen. [37]Advertentie in de Middelburgsche courant d.d. 14-9-1786:
Men zal op Vrydag den 15 September 1786, 's Morgens ten 10 Uuren precies, te VLISSINGEN Verkoopen: een groote party Zweedsch YZER, Noordsche DEELEN, puike party TEER, SPYKERS, ALUYN, ROODE-VERF,STOEP en VLOER-STEENEN, eerst uit Zee aangebragt, zullende al hetzelve by Perceelen Verkogt worden, onderrigting begeerende, Addresseeren zig by F. A. VAN ROSEVELT, CATEAU. NB. De Goederen zyn daags voor, en op de Verkoopdag van een ieder te zien. PS. Tot naberigt dient dat de DEELEN uit de Hand Verkogt zyn.Op 18-10-1788 weigert Rosevelt Cateau de seclusie der weeskamer te betalen om dat de acte niet geligt heeft contrarie 57 art. Op 3-5-1789 afgedaan. [38]In april 1790 koopt de heer F.A. van Rosevelt Cateau uit de boedel van Claas de Rijke, een speelhof te West-Souburg voor £ 330,--.[39]In 1790 koopt Francois Adriaan van Rosevelt Cateau uit de boedel van Claas de Rijke en Jacobus de Rijke, een speelhof, boomgaard, huysinge, en schuren gelegen te West-Souburg in Pier Coppens Block, groot 214 roeden, voor £ 330,--. [40]
In 1795 verstrekt Francois Adriaan van Rosevelt Cateau een volmacht aan Cornelis Evera voor de verkoop van een speelhofje (te Souburg?) [41]
Op 10-12-1795 verkoopt de heer Rozeveld Catteau voor £ 400,-- aan Pieter Dane een hofstede, huisinge, schuure en verdere timmer te West-Souburg, gelegen in Pier Coppens Block, groot 214 roeden. [42] [43]
Op 12-3-1795 verleent Francois Adriaan van Rosevelt Cateau, koopman, een volmacht aan Gerrit Lachtrop Janszoon, wonende te Vlissingen. [44]Op 3-7-1795 passeert een insinuatie van Swen Swensen aan Francois Adriaan van Rosevelt Cateau. [45]Op 18-6-1795 wordt te Vlissingen H. Gooyen op voorstel van Rosevelt Catteau gegeselt, omdat hij zijn kind had laten dopen met de namen Wilhelmina, Frederika Sophia, Louisa en omdat hij na de executie zeide: " 't is Oranjebloed" werd hij ten tweede male gegeselt gebannen. [46]Op 20-4-1796 passeert een wisselprotest op verzoek van Johan de Beij aan Francois Adriaan van Rosevelt Cateau. [47]Op 30-9-1796 passeert een insinuatie van Henricus van Roijen aan Francois Adriaan van Rosevelt Cateau. [48]color: #000000; word-spacing: 0px; -webkit-text-stroke-width: 0px;">Op 2-4-1801 passeert het relaas van een afvraging van Francois Adriaan van Rosevelt Cateau aan Willem Kaas. [49]
Over laatstgenoemde vindt men elders:
Willem Kaas was kapitein van het fregat De Indiaan, waarmee hij voor de Vlissingse rederij Rosevelt-Cateau op El-Mina aan de Goudkust voer. Met dit slavenschip vooer hij van 16 februari 1792 tot 1794 vanuit Vlissingen via de Goudkust en Suriname weer naar Vlissingen. Als kapitein van het schip De Oosterstar vervoerde hij in 1794 een lading van 900 vaten buskruit naar Angola en de kust van Guinee. Ook in 1795-96 bevindt Willem Kaas zich in de West. Eind 1799 en begin 1800 is hij in opdracht van Rosevelt-Cateau te Suriname betrokken bij de verkoop van de schepen De Oosterstar en de Sans Souci.[50]
Francois Adriaan (Franciscus) van ROSEVELT CATEAU, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1781 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catherina Elisabeth KROEF | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1777 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Susanna Elisabeth MILET | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1795 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christina BOERS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) 1817 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.