Er ist verheiratet mit Hester Jakobs.
Sie haben geheiratet am 23. Dezember 1801 in Hoogkerk en Leegkerk.
https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/54649726
Kind(er):
Een schorsing in 1834
Op 17 december 1834 werd ds. Waalko Waalkens (1777-1858), predikant van de Nederlandse Hervormde gemeenten van de twee Groningse wierde- en kerkdorpjes, Heveskes en Weiwerd, even ten zuidoosten van Delfzijl, door het Classicaal Bestuur van Appingedam voor zes maanden geschorst, met behoud van traktement.
Wat was de kwestie die leidde tot deze kerkelijke tuchtmaatregel? Was er ook enig verband met de in december 1833 uitgesproken schorsing van Hendrik de Cock? En welke gevolgen kreeg de schorsing van ds. Waalkens, voor hem zelf en voor de gemeenten die hij diende? En heeft het ook invloed uitgeoefend op de Afscheiding in de regio Appingedam-Delfzijl?
Ds. Waalkens was op 5 juli 1777 geboren in de pastorie van Heveskes, waar zijn vader, Antonius Waalkens, predikant was van 1765 tot zijn dood in 1785. Waalko was dus 8 jaar toen zijn vader stierf. Hij kreeg na het aflopen van de Latijnse School (in Appingedam?) de gelegenheid te studeren aan de Academie in Groningen. In 1803 werd hij predikant in Opwierde, een gemeente met ruim 200 leden, in de omgeving van Appingedam. Vanaf 1809 tot zijn emeritaat in 1844 diende hij de gemeente van Heveskes c.a., met zon 500 leden, waarvan 70 lidmaten - terwijl hij daarbij sinds 1814 ook de gemeente van Weiwerd diende, met een kleine 300 leden waarvan zon 30 als lidmaat stonden ingeschreven. In zijn persoonlijk leven werd hij op 5 april 1835 getroffen door het overlijden van zijn vrouw Hester Jakobs (* 1773) met wie hij in 1801 te Hoogkerk was getrouwd.
De oorzaak van de schorsing lag in de levenswandel van deze dominee. Hij was namelijk alcoholist. En dat al jarenlang. Maar nu, in 1834, werden er maatregelen genomen. Het is heel wel mogelijk dat dit is gebeurd onder invloed van de tuchtmaatregelen tegen Hendrik de Cock. Als dominee De Cock schorsingswaardig was, dan kon men het niet maken een predikant met een schandelijke levenswandel vrij te laten. Deze geluiden zullen zeker in Opwierde, Weiwerd en Heveskes en de wijde omgeving geklonken hebben. Immers daar woonden ook meerdere aanhangers van De
Cock. In Opwierde waren dat er 24 volwassenen die zich in 1835 afscheidden, in Weiwerd waren het 24 volwassenen; van Heveskes hebben we geen cijfers tot onze beschikking. Het is goed mogelijk dat daar geen sympathisanten van De Cock woonden.
De eerste actie om het Classicaal Bestuur van Appingedam te verzoeken om maatregelen te nemen, ging uit van de kerkenraad van Weiwerd. In april 1834 deelden de ouderlingen endiakenen het kerkbestuur mee dat ze enige jaren lang de telkens weer voorkomende, verregaande dronkenschap van ds. Waalkens te Heveskes zorgvuldig hadden bedekt gehouden, in de hoop op beterschap. Maar het was er alleen maar slechter op geworden. De schriftelijke verklaringen van 13 gemeenteleden aan het kerkbestuur gaven alle hetzelfde beeld te zien. De gevolgen waren ook duidelijk merkbaar:van het geven van catechisatie kwam bijna niets meer terecht, het afleggen van huisbezoek en het aansporen tot den godsdienst bleven bijna geheel achterwege. Een oplossing werd nu gezocht in de losmaking van de combinatie Heveskes-Weiwerd.
Het Classicaal Bestuur van Appingedam vernam bij nader onderzoek in januari 1834 dat ds. Waalkens bij het aftreden van een diaken die kennelijk over de schorsing van Hendrik de Cock een opmerking maakte, vreselijk te keer gegaan was tegen ds. De Cock. Waalkens had toen steeds meer sterke drank gebruikt, zodat hij hoe langer hoe dronkender was geworden. Bij een kerkvisitatie enkele maanden later gaf ds. Waalkens zich weer over aan zijn driften, en toen de leden van de kerkenraad weigerden in deze toestand de tabellen van de visitatie te tekenen, had ds. Waalkens al vloekend de ondertekeningen geëist. Hij was zo dronken dat hij op het haardvuur viel, en hij zou zijn verbrand als men hem er niet snel had uitgetrokken. Daarna was het gebeurd dat de predikant bij een paar begrafenissen stomdronken was geworden.
In juni 1834 werd hij opgeroepen om zich te verantwoorden voor een deputatie van het Classicaal Bestuur. Daar ontkende hij alle beschuldigingen en achtte het onmogelijk dat mensen hem dronken langs de weg hadden zien gaan. Waalkens gaf als zijn visie duidelijk te kennen dat men juist in Weiwerd zo hard oordeelde, terwijl men hem in Heveskes positief benaderde. De kerkenraad daar hield hem nogal de hand boven het hoofd. De broeders daar achtten genezing best mogelijk en meenden te moeten constateren dat er bij de leden van Weiwerd veel hardheid bestond. Uit dat oogpunt was Heveskes ook voor een scheiding der beide gemeenten.
Enkele maanden later lag er een memorie van defensie van ds. Waalkens op de tafel van de classis. Hij bagatelliseerde en ontkende alle beschuldigingen. Als voorbeelden en tevens bewijzen voerde hij de volgende feiten aan: in de herfst van 1827 had hij door een van de kinderen drank laten halen. Dat was ter gelegenheid van het betalen van de huur van een stuk pastorieland. Maar het was toch gebruikelijk dat daarbij een borrel werd gedronken? En op Oudejaarsavond 1833 zou de dominee dronken zijn geweest? Dat was onmogelijk: Hoe kan ik stapeldronken vertrekken van Weiwerd en evenwel nuchter te Heveskes aankomen?
Ook de nalatigheden inzake catechese en huisbezoek werden door Waalkens ontkend. In Weiwerd had hij altijd al veel tegenwerking ondervonden en zoiets was in vroeger dagen ook al eens voorgevallen. Men had in 1787 een predikant zo gekweld, dat hij zijn ambt had neergelegd. Het betrof toen ds. A.N. Brontsema, die overigens wel eervol ontslag kreeg. Een ander punt was de kwestie dat veel leden in Weiwerd niet meezongen als er uit de Evangelische Gezangen werd gezongen - en dat duidt op verzet vanuit de orthodoxie. Er waren zelfs leden om die gezangen de kerk uitgelopen. Al met al kwam ook ds. Waalkens in zijn memorie tot de slotsom dat de combinatie Weiwerd-Heveskes maar verbroken moest worden.
Het Classicaal Bestuur nam hiervan kennis en moest een diepgaand verschil constateren in de manier waarop beide gemeenten met hun predikant om gingen. Maar tegelijk besloot het kerkbestuur dat ds. Waalkens wegens ergerlijk levensgedrag voor zes maanden werd geschorst - evenwel met behoud van traktement. Belangrijkste overweging van de classis was: een voorganger mocht zich niet schuldig maken aan uitspattingen en al helemaal niet in een tijd van twist en woeling en van scheurmakers in vele gemeenten. Dat laatste had duidelijk betrekking op de afgescheidenen die in het spoor van De Cock werkten aan fundamenteel herstel van de Gereformeerde Kerk in Nederland. In Weiwerd werd in 1835 door enkele tientallen gelovigen de keus gemaakt voor afscheiding - de Hervormde predikant verloor daarmee een kritisch publiek in zijn kerk. Maar hij kon na de zes maanden schorsing weer gewoon zijn ambtelijk werk hervatten. In de periode van zijn schorsing overleed zijn vrouw. De bronnen vertellen niet of ze veel geleden heeft onder de moeiten van haar man. Ds. Waalkens bleef in Heveskes wonen tot zijn emeritaat in 1844. Daarna werd alsnog de combinatie HeveskesWeiwerd verbroken.
P.S.
Mocht u de dorpjes Heveskes en Weiwerd eens willen bezoeken, bedenk dan dat de dorpen zelf zo goed als verdwenen zijn in verband met de uitbreiding van het industriegebied van Delfzijl. Vlak langs het oude kerkje van Heveskes loopt nu een spoorlijntje. Ook van Weiwerd is door de industrialisatie van Delfzijl niet veel overgebleven; de oude kerk is in 1984 afgebroken. De kerkhistorie is daarmee echter niet verdwenen.
Drs. H. Veldman is kerkhistoricus en woont te Zuidhorn
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.