klerk van de rentmr.-generaal (1488), kwam vóór 1501 in dienst van ridder Nicolaes Gerrits van Assendelft, Pieter was eerste commissaris der "Camere der Reeckeninge van Hollant" (23-11-1511/1525), werd beleend met 3 m. land in de Koog van Groot-Oosthuijsen (30-1-1495), met resp. 4 en 7 m. in het ambacht van Maasland (14/19-4-1496), met het Kortenbosch ten westen van Den Haag (6-4-1502), met "een visserij met stalen en zegenworpen voor Barendrecht" (22-7-1502), beleend in Kennemerland (11-11-1507), beleend met de helft van 16 m. weiland in Tedingerbroek in het ambacht van Soeterwoude (1511), octrooi om over zijn goederen te mogen beschikken nov. 1523, lid van de rederijkerskamer "Met Ghenuchten" (1494), een van de stichters van het St.-Laurensbroederschap (Haagse rederijkerskamer)
Er ist verheiratet mit Kathelin Jans van Warren.
Sie haben geheiratet am 14. November 1491 in Den Haag.
Kind(er):
Stamt uit een Brugse magistratenfam. waar hij contact mee bleef onderhouden, want daar was een der Europese bakermatten te vinden van de rederijkerskamers in een stad met rijk, bijna kosmopolitisch leven; komend ca. 1488 vanuit Belgie naar Nederland, met brieven waarin hem een plaats in de Hollandse Rekenkamer in het vooruitzicht was gesteld; bij aankomst verklaarden de drie reeds zittende rekenmeesters, Jacob Cruesink, Dirk van Rijswijk en Tielman Oom van Wijngaarden, dat bij de heroprichting van de Hollandse Rekenkamer in 1477 de instructies slechts voorzagen in de aanwezigheid van twee rekenmeesters, zodat de Kamer in de huidige samenstelling voltallig was (M. Damen, "De staat van dienst. De gewestelijke ambtenaren van Holland en Zeeland in de Bourgondische periode (1425-1482)", Hilversum, 2000, pag. 140-143 en 510); de kandidaat accepteerde de afwijzing; zijn geduld werd uiteindelijk op 23 november 1511 beloond met de benoeming tot commissaris van de Rekenkamer; hij diende aanvankelijk als klerk van rentmr.-generaal Thomas Beukelaar, de belangrijkste financiele ambtenaar van Holland te Den Haag, later onder heer Nikolaas Gerrits van Assendelft, ridder (Hof van Holl., sent. 1518), samen met Jacob van Almonde en Willem van Berendrecht, tevens diens executeur-testamentair en voogd van zijn kinderen (R.A. Noord-Holl., Heerlijkheid Schagen, inv.nr. 277, waar Pieter in 1506 nog wordt verm. als rentmr. van Aleid van Kijfhoek, wed. van de in 1501 overl. Nicolaas); als eerste commissaris vergezelde hij de rentmr.-generaal bij het plaats vinden van diverse verpachtingen en verkopingen in de domeinen; hij koopt 11-6/17-7-1500 samen met Karel Grenier, de latere procureur-generaal van Holland, een huis bij de Heulstraat (ter plaatse nu paleis Kneuterdijk); verdeling van het pand 9-12-1500 (Pieter de oostel. helft); in 1529 loopt nog een proces over het pand voor het Hof van Holland; Pieters deel werd na het overl. van zijn wed. met instemming van de kinderen overgedragen aan zoon Jan Hanneman; tot diep in de zeventiende eeuw zou het pand Kneuterdijk 20-II in de familie blijven; na het overl. van zijn vader te Brugge (ca. 1506) liet hij zijn moeder Barbera Paulingh overkomen naar Den Haag; zie voor zijn beleningen o.a. O.V. 1970, pag. 85, idem 1985, pag. 13, 181 en 784, Jb. Middeleeuwse Gesch. nr. 9 (2006), pag. 169-172 en Serge ter Braake "Met recht en rekenschap enz.", proefschrift 2007, pag. 363
Pieter Hanneman | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1491 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kathelin Jans van Warren |
http://www.koenvansantvoord.nl/kwartierstaat/index.php?kwst=bothwilhelm#=95552&actie=gen16#nr95552