39. Haren, Maria van, 1316
In 1316 koopt Maria van Haren, dochter van wijlen Ogier van Haren, voogd van Maastricht, een jaarrente van 3 pond kleine
zwarte tournoisen, ieder pond te rekenen voor 15 oude groten, welke rente zij bestemt voor missen. Volgens Franquinet wordt
met ridder Ogier, Ogier II van Haren bedoeld, die rond 1308 sterft (1).
Deze Ogier II van Haren, heer van Borgharen, voogd van Maastricht in 1284, is volgens Habets gehuwd met ene Uda.
Hun kinderen zijn:
Ogier heer van Borgharen en voogd van Maastricht, huwt waarschijnlijk Mechtild van Itteren;
Aleid, huwt Johan Hoen te Broek;
Johanna huwt Lambert van Schoonvorst;
Johan kanunnik van de St. Servaas (+ voor 1296) (2).
Habets noemt niet hun dochter Maria moniale te St. Gerlach. Volgens Franquinet is Johanna van Haren, de jonge, eveneens een
dochter van Ogier II van Haren of is er nog een andere Johanna van Haren aanwezig in het klooster (3). Aangezien het laatste het
geval is, lijkt het mij niet waarschijnlijk dat Johanna de jonge een dochter is geweest van Ogier II, temeer daar hij al een dochter
met deze naam heeft.
Volgens Van de Venne hebben Ogier van Haren en Oda zijn vrouw de volgende kinderen:
Johan kanunnik en cantor van de St. Servaas te Maastricht, (+ ca. 1296);
Aleid huwt Johan Hoen; Johan 1315, 1331, huwt Jutte van Amstel;
Maria moniale te Sint Gerlach;
Ziba of Oda (+ ca. 1294);
Elisabeth (+ ca. 1294);
Ogier, 1294, 1317 schout van Maastricht, huwt
Mechteld van Itteren (4).
Ene Ogier van Haren komt als ridder voor (5).
(1) Franquinet, no. 33, 38 noot 1; Haas, inv. no. 167, reg. no. 34.
(2) J. Habets, De voormalige heerlijkheid Borgharen, eene bijdrage tot de geschiedenis van het land van Valkenburg, PSHAL, 10(1873), p. 391-549, p. 431-433.
(3) Franquinet, p. 37 noot 1.
(4) J. M. van de Venne, Ontwerp-inventaris van het archief van de bewoners van het kasteel Borgharen, RAL, Maastricht, z.j., p. 4; ook J.M. van de Venne, Bijdrage tot de
geschiedenis der voormalige heren van Borgharen, in: De Maasgouw, 68(1949), p. 43-48, p. 43-44.
(5) Venne, Bijdrage heren Borgharen, o.c., p. 43.
Lijst van monialen in het Norbertinessenklooster van Sint-Gerlach te Houthem, circa 1202-1600*
Jan G.M. Notten, bew. door Fons Heijnens
http://www.houthem.info/pages/monialen.htm
Er ist verheiratet mit Mechtilde Itteren.
Sie haben geheiratet.
Kind(er):
3e generatie:
Nakomelingen van ADAM VAN HAREN:
1 OGIER VAN HAREN, Voocht van Maastricht, getrout aan Mechtilde d'Ytie of Dytre. Hebben gehad drie kinderen.
Opmerking: Volgens Perreau 3 ) was zijn zoon OGIER, heer VAN HAREN, 1284 voogd van Maastricht en leenman van Brabant. Hij huwde Mechtilde d'lttrc of Itteren, erfgename van deze heerlijkheid. OGIER was nog in leven in 1296, toen hij drie jaardiensten stichtte. (Zie extract registers Predik heren in vervolgartikel) Toen in 1284 WALRAM van VALKENBURG de buiten de stad gelegen eigendommen van de Maastrichtenaren plunderde, wilde OGIER zich met andere edellieden aan het hoofd van de burgermilitie stellen, ten einde de aanvallers. te tuchtigen. De gildebroeders verkozen echter te strijden onder aanvoering van de schout van de hertog van Brabant JAN DE MILLE en lieten aan OGIER de bewaking van de stad over. De burgers waren niet gelukkig in de keuze van hun aanvoerder. Hij liet de mannen oprukken tot Margraten, aldaar zij door WALRAM werden verslagen en in wanorde moesten terugtrekken. JAN DE MILLE werd daarbij met tal van andere burgers door de heer van Valkenburg gevangen genomen.
4e generatie:
A) Nakomelingen van OGIER VAN HAREN:
1 OGIER VAN HAREN, Ridder, Schoutet des Hertogen Maastricht Ao. 1290.
2 ALEIT VAN HAREN, getrout aan Jan Hoen van Broek *).
3 JOHAN VAN HAREN, Canoninck St. Servaty.
Opmerking: In het Necrologium (chronologisch register van leden, beschermers en weldoeners een er kerk of klooster) der adellijke proostdij St. Gerlach wordt vermeld: 30 Julii ALEYDIS uxovis de HOEN 8). Van dit ecrologium is helaas nog slechts een fragment bewaard gebleven; de eerste en de laatste bladzijden zijn verscheurd en gebruikt om er geldrollen mee te ·maken,. Omtrent ALEIT VAN HAREN wordt verder nog vermeld: ALEYDIS DE HAREN, dochter van OGIER, voogd der stad Maastricht en echtgenote van JAN HOEN van HOENSBROEK, burchtvoogd van VALKENBURG, maakt den 22 Februari 1305 haar testament 9).
Volgens Perreau zou ALEIT in 1312 of 1314 met WILLEM VAN ROTZE-LAER zijn gehuwd. Dit is niet waarschijnlijk, aangezien zij reeds in 1305 was overleden 10).
Aan de genealogie zijn tot staving van de echtheid toegevoegd:
1- een verklaring van het "Koeningliche Gericht und Scheffenstuel"
van de stad Aken van 3 September 1663;
2 - een extract uit de oude registers van de Predikheren binnen Maastricht
3- een verklaring van de Orde van het Gulden Vlies, afgegeven te Brussel van 7 Januarie 1756.
10) Publications, tome VI p. 193, voetnoot.
https://www.landvanherle.nl/mijnstreek-magazine/tijdschriftarchief-bekijken/
1951 deel 01 en 03
Ogier II van Haren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mechtilde Itteren |