Familienstammbaum Jellema, Dotinga, van der Til en Visser » Taecke van Mockema (????-< 1527)

Persönliche Daten Taecke van Mockema 


Familie von Taecke van Mockema

Er ist verheiratet mit Auck Tjallingsdr van Jellinga (Merda).

Sie haben geheiratet


Kind(er):

  1. Taeck van Mockema  ????-1573 
  2. Tjalling van Mockema  ????-1541 


Notizen bei Taecke van Mockema

Taecke van Mockema, overleden voor 1527, zoon van Taecke van Oenema, ook Helbada en Doedt van Holdinga.

In 1501 genoemd als "geselle " van Jancko Douwema.
Op 9-7-1504 tekende Take Unema de reversaalbrief (nr.18) en op verzoek ook namens Erms Nema (nr.19).
Tako Mockama wordt op 5-1-1505 vermeld bij de edelen van Dongeradeel.
Op 4-7-1507 genoemd in de Sneker recesboeken als Taeka Mockama en ook bij R.v.A.1511 als zodanig vermeld.
In 1511 was hij eigenaar van “Mercla” onder Hallum, dat zijn vrouw Auck van haar moeder Luts erfde.
R.v.A.1511:met bezit in Leeuwarden,Finkum (als Taecke Oenema),Hallum,Westernijkerk,Morra,Anjum,Ee,Aalsum,Dokkum en Akkerwoude.
Hij wordt niet genoemd bij de heerschappen die in 1515 trouw zweren aan Karel V. Wellicht is hij dan reeds overleden.
Bij R.v.A Ferwerderadeel 1540 zijn de bezittingen van hem onder Hallum en Westernijkerk in handen van zijn vrouw Auck Mercla en haar tweede man Wyger Feytsma(4-33,15-19,15-20,15-34,16-31,16-34 en 35-36).
Bij R.v.A.Leeuwarderadeel 1540 worden als bezitters van het land te Finkum vermeld zijn kinderen:Tsalinck en Taeck Mockumma en ook volgens B.B.100b hebben Taecke Mockema kinderen in 1543 bezit in Finkum.
Hij had misschien te Leeuwarden onwettige nakomelingen met de naam Mockema n.l Gosse Taeckes,Wyger Taeckes en Jan Taeckes (zie HvF 16703-317 d.d.8-7-1589);zij procederen over de erfenis van Taeck Mockema, dochter van Taecke en Auck.
Gosse Mockema en zijn vrouw,Jantien Jacobsdr,worden genoemd als lidmaten te Leeuwarden ca.1581. Gosse wordt genoemd 1591/1592 als cipier op het blokhuis te Leeuwarden. Wyger Mockema wordt genoemd bij HvF 16700-246 d.d. 1583 en hij was deurwaarder bij het Hof van Friesland in 1585.
Gosse en Wyger worden in 1589 genoemd als erfgenamen van hun broer Jan (HvF 16703-317.)
Wyger had als kinderen Jantien,Engel en Laurents Mockema ( Jantien is als Jancke Mockema op 5-11-1608 ondertrouwd gerecht Leeuwarden met PieterJans Kluyter).
Janneke Wiegers Mockema overleed 17-7-1617, oud 33 jaar, en Pieter Jansz Cluyter, lakencooper Leeuwarden, op 24-9-1623, beiden begraven Gal.Kerk aldaar (Walle [3795]).
Laurents trouwde als Louerens Mockema, apotheker, op 6-4-1614 te Leeuwarden met Bauck Brantzum)
Een kleinzoon zal zijn Wigerus Mockema, op 14-10-1636 student te Franeker en op 2-4-1642 te Leiden.
n.a.v. onderzoek Job Schellekens:
Een zoon van Gosse Mockema uit zijn huwelijk met Jantien Jacobsdr of uit een andere relatie is vermoedelijk Mr.Wyger Gosses.
Wiger Gosses (Leeuwarden) trouwde Leeuwarden 9-1-1614 met Pite Pieters (Rinsumageest).
Mr.Wijger Gosses laat dopen te Sint Annaparochie, geen moeder genoemd:
Hylck op 23-10-1614, Hittie op 10-5-1619, Sioucke op 1-7-1621 en Gosse op 14-11-1624.
Hydtie Wygers Mockma (Sneek) trouwde Sneek 6-9-1648 met Harmen Willems (Groningen).
Mr.Wygger Gosses (Rijperkerk) trouwde Sneek 5-4-1638 met Lijsbedt Poppes (Sneek).
Hij werd in 1639 burger van Sneek.
Uit zijn tweede huwelijk zullen geboren zijn te Sneek (geen doop gevonden): Freerk en Pietje.
De eerste trouwde als Fredericus Vigeri Mockema op 21-4-1667 te Sneek met Tittie Dircks Rooda (Sneek).
De tweede trouwde als Pyttie Wiegers Moccama op 8-4-1670 te Sneek met Hans Janssen (Stavoren)
Een kleinzoon van Fredericus Vigeri Mockema is Fredericus Mockema, geboren 26-12-1698, gedoopt Harlingen 1-1-1699, overleden 10-11-1722, zoon van Wiger Mockema en Berber Augustinus.
Van de laatste Fredericus is een geboortelepel bewaard gebleven (H.de Walle).
Taecke was gehuwd met Auck Tjallingsdr van Jellinga, ,ook Auck Mercla, overleden na1552, dochter van Tjalling van Jellinga en Luts van Feytsma.
T327-1098 d.d.1552: uitspraak in een geschil tussen Tjalling van Camstra en Auck Mercla over de nalatenschap van kleindochter Rints Mockema.
T326-1202: zij maakt een overeenkomst met Tjalling Camstra over de nalatenschap van Rints Mockema.
Bij RvA 1540 heeft zij bezit te Hallum.
Zij hertrouwde met een Wyger Feytsma.
Familie van Auck Marcla zullen zijn Reenick Marcla, in 1511 meyer van Tako Mockema, en Jan Marcla, in 1540 meyer van Wyger Feytsma.
.Zie ook N.O.I-172.
Uit het huwelijk van Auck met Taecke:
1 Tjalling van Mockema, .
2 Luts van Mockema.
Non in Sion.
3 Doedt van Mockema.
Non in Foswert.
4 Taeck van Mockema, overleden Emden 7 jan 1573.
HvF 16689-161 d.d.1540:Taeck als weduwe van Lieuwe van Beyma.
HvF 16690-120 d.d.20-1-1551:Taeck,weduwe van wijlen Mr.Lieuwe van Beyma,procedeert voor haar kinderen bij voornoemde Lieuwe tegen Mr.Tjalling van Riemersma,curator over deze kinderen.
Recesboek FRD 4 d.d.18-7-1569:haar zoon Lieuwe Beyma zegt dat zijn moeder in 1557 voor hem land te Achlum heeft gekocht.
HvF 16703-195 d.d.4-2-1589:onderzoek naar de goederen die Taeck Mockema aan haar zoon Lieuwe heeft nagelaten.
HvF 16703-317,396 d.d.8-7-1589 en 30-10-1589:Gosse Taeckes en Wyger Taeckes namens ook wijlen Jan Taeckes (onwettige zoons van haar vader ?) contra Sjoerd van Beyma als erfgenaam van zijn oom Lieuwe van Beyma en als zodanig voor een derde erfgenaam van zijn grootmoeder Taeck.
Taeck was gehuwd (1) met Lieuwe Sjoerds van Beyma, overleden 1539/1540, zoon van Sjoerd Lieuwes van Beyma en Catharina van Bockema.
Mr.Lieuwe van Beyma was heerschap te Arum.
OFO II-299 d.d.12-11-1520:huwelijksvoorwaarden voor zijn eerste huwelijk met Frouck van Camstra,waarbij de ouders van weerskanten worden genoemd.
HvF 16481-214 d.d.18-3-1539:hij procedeert vanwege zijn kinderen bij Frouck met zijn zwagers Wigle en Wytze Camstra tegen Homme van Camstra.
Taeck is getrouwd voor 1556 (2) met Hessel van Aysma, geboren Marrum 1527/1528, overleden 1 aug 1592, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk, zoon van Schelte van Aysma en Tjets van Aesgema.
HvF 16691-105v d.d.14-12-1556:Mr.Hessel Aysma voor zijn vrouw Taeck contra Jelger Feytsma.
HvF 16691-146 d.d.16-12-1557: Mr.Hessel Aysma en zijn vrouw Taeck Mockema contra Jelger Feytsma te Hallum.
In 1568 als balling eerst naar Groningen en dan naar Emden,maar in 1577 terug in Friesland.
HvF 16700-98 d.d.18-12-1582:Dr.Hessel van Aysma,president van het Hof,wegens zijn overleden vrouw Taeck, en Lieuwe van Beyma,en anderen als eisers.
Dr.Hessel van Aysma was president van het Hof van Friesland 1580-158

woning 1 (States en Stinzen)
Deze State stond "een vierde uur gaans" ten noordwesten van Hallum, gemeente Ferwerderadiel, aan de Hoge Herenweg 35.

Andere benaming Groot Feitsma
Ontstaan Het stichtingsjaar van de State is mij niet bekend.
Geschiedenis Feitsma werd waarschijnlijk pas halverwege de 16de eeuw een adellijk huis. Het lijkt geïdentificeerd te mogen worden met de 52 pondematen en 5 grazen land die Taco Mockema in 1511 voor fl. 24 aan Harmen Jeppema verhuurde; in 1540 was Wyger Feytsma de eigenaar en gebruiker van dit land. De grootte en huur komen redelijk overeen met de waarden die uit later tijd over Feitsma-state bekend zijn. Wyger was getrouwd met Auck Marckla, de weduwe van genoemde Taco Mockema. Wygers plaats in de familie Feitsma is onduidelijk; hij zou aanvankelijk Aucks knecht zijn geweest en was mogelijk een bastaardzoon van Jelger Feytsma.
In 1556 was Jelger van Feytsma, de zoon van Wyger en Auck, eigenaar en bewoner van Feitsma state. Bij wijze van hypotheek verkocht hij er in dat jaar een rente uit.

Over deze Jelger van Feytsma zijn verder de volgende gegevens bekend: op 16 dec. 1557 procedeerde juffrouwe Taecke Mockema impetrante contra Jelger Feytsma, wonende te Hallum voor hem seluen ende cauerende de rato voor Ansck de huysvrouwe van Oets te Beckum en Aelcke de huysvrouwe van Johan Bechel zyn susters, gedaechden. Juffer Taecke en Jelger waren halfzus en -broer. In 1557/1558 verkocht Jelger Wygers Feytsma met zijn zuster Aelcke land; in 1559/1560 verkocht Jelger Feytsma een rente.
Zijn dochter Tieth testeert er in 1576; zij was gehuwd met Hajo van Rinia en vervolgens met Minne van Scheltinga. Volgens Cannegieter was er op Feitsma State een glasruitje met de namen van haar gestorven kinderen. In 1613 haar achterneef Jelger Hessels van Feitsma, die het goed misschien had gekocht. Aan diens zoon Hessel van Feitsma en zijn vrouw Frouck van Douma herinnert een nog in de boerderij aanwezige wapensteen met het jaartal 1602. Hessel overleed reeds in 1605. Een zuster van Frouck, Saep geheten, erfde reeds in 1607; daarna is Ruurd, zoon van Hessels broeder Bocke eigenaar. Mogelijk verwierf hij het goed uit de decretale verkoop van 1613 waarbij het huis omschreven wordt met `huys, schuur, graft, valbruggen, cingel, homeien en drie schone tuinen'. Ruurd was gehuwd met Machteld van Roorda met de baar; zij worden op de torenklok van 1648 vermeld en wonen in 1650 op de state. Ruurd geeft volgens het opschrift opdracht tot meting van Feitsma- en Oldersma State door Sijds Jans; van deze kaart is een kopie bewaard uit 1734. Het state-terrein wordt omgracht weergegeven met een toegangspoort over de noordelijke gracht. De state vererfde op Machteld van Roorda, als weduwe van Ruurd van Feitsma eigenaresse en bewoonster van Sierxma State te Deinum. Zij vermaakte Feitsma State te Hallum aan haar zusters jongste zoon Julius van Eysinga onder voorwaarde dat hij de familienaam Feitsma zou aannemen. Daarna komt de state aan diens zuster, die er in 1691 testeert aan haar zuster Lucia. Zij bezit in 1698 de stem van Feitsma State en sterft er in 1718. Een zustersdochter Johanna Beatrix van Sytzama, weduwe van B. H. van Voss thoe Beesten, erft en volgens Stellingwerf behoorde de state haar in 1722 toe. De weduwe van hun zoon woont er in 1764 nog. In 1766 worden oude pannen van Feitsma gebruikt bij de bouw van een brug. Daar er verder niets bekend is over het huis, is het mogelijk toen afge¬broken. De eigendom is in 1768 in handen van Duco Martena van Burmania van Goslin¬ga State en vererft verder als dat huis.

Volgens de afbeelding van Stellingwerf was Feitsma State een enkelvoudig huis, dat men eind 16e vroeg 17e eeuw zou dateren. Dit zal dus nog het huis zijn geweest dat Hessel van Feitsma bouwde. Het bestond uit een door een zadeldak gedekt huis zonder verdieping, waarvan de linkerhelft onderkelderd was. Boven de toegang, die langs een trapje bereik¬baar was, was een zogenaamde Vlaamse topgevel. De rechterhelft van het huis was niet onderkel¬derd en had daardoor diepere vensters. Van een traptoren is niets te zien. Over de gracht stond het gebruikelijke toegangspoortje, hier van een halsgevel voorzien, dus waarschijn¬lijk in de loop van de 17e of zelfs van de 18e eeuw gemoderniseerd.
Op het omgrachte terrein staat thans een grote boerderij van het kop-hals-romptype. Het kopgedeelte heeft voorheen in het midden een kelder met opkamer gehad. Aan de topgevels zijn aanzetkrullen verwerkt, die waarschijnlijk van het voormalige poortgebouwtje afkomstig zijn, evenals de steen met alliantiewapen Feitsma-Douma en de initialen H.v.F en F. V. D. en het jaartal 1602.
Bewoners 1511 Taeke Mockema en Auck Marckla
1540 Wyger Feytsma en Auck Marckla
1556 Jelger van Feytsma
1576 Tieth Feitsma
1602 Hessel van Feitsma en Frouck van Douma
1613 Jelger Hessels van Feitsma
1640, 1650 Ruurd van Feitsma en Machteld van Roorda
Julius van Eysinga / Feitsma
1722 mevr. A. van Sytzama, wed. Van Vos van Beesten

woning 2 States en Stinzen

Mockemastins te Medhuizen bij Ee

Ligging Mockemastins stond aan de Humaldawei te Medhuizen onder Ee, gemeente Dongeradeel.

Ontstaan Omtrent het ontstaan van de stins is niets bekend.
Geschiedenis De Mockema's hadden aan het einde van de 15de eeuw stinzen te Aalsum en Ee; volgens de traditie kwamen ze oorspronkelijk uit Morra.(*1) Misschien was reeds Take Mockema omstreeks 1470 eigenaar van dit huis.(*2) In ieder geval was Takes zoon Popcke Mockema in 1501 eigenaar van Mockema te Ee. In dat jaar lieten Popke en zijn broer Gerbrant Mockema, die in ballingschap waren omdat ze tegenstanders van het Saksische bewind waren, het huis door twaalf soldaten bezetten. Dat huys was dick ende sterk, maar door gebruik van zwaar kanonvuur lukte het de landsheerlijke soldaten het huis in te nemen en vervolgens in brand te steken en te vernielen.
In 1511 verpachtte Popka Mockama een sate bij Mockama huys en daarnaast veel ander land. In 1578 woonde Popkes achterneef Taecke Bottes Mockema in Ee. In 1700 werd de state met 't oud stins aan de pachter Jacob Mackes verkocht. Sinsdien was Mockema een boerderij. In 1718 wordt het als boerderij binnen singels aangegeven, rond 1850 gaf Eekhoff de plaats (op FC12) waar het huis had gestaan met een sterretje aan. In 1849 werd de oude boerderij Mockema sate afgebroken en ging de naam over op de boerderij naast het stinsterrein van de familie Meindertsma.

(*1) Zie ook: *Holdinga en *Mockema te Aalsum en *Oldhuystra te Morra.
(*2) De kans bestaat namelijk dat het huis te Aalsum van zijn vrouw Doedt Holdinga afkomstig was.
Bewoners rond 1470 Take Mockema
1501 Popcke Mockema
1578 Taecke Bottes Mockema
1640 jonker Sicco van Groustins ½ en de kinderen van wijlen Jr. Idzart van Burmania, in leven grietman over ’t Bildt ½
1698 jonker Ernst Mockema van Harinxma thoe Slooten, grietman over Baarderadeel
1700 Jacob Mackes (voorheen pachter van het goed)
1718 weduwe van Jacob Mackes
1728 Maria van Haersma eigenaresse, Sake Jans gebruiker
1748 secretaris Bergsma eig., Dirk Jacobs gebr.
1778 weduwe Bergsma eig., Douwe Sybrens gebr.
1788 Johannes Casparus Bergsma eig., Johannes Douwes gebr.
tot 1797 (?) Lieuwe Reinders Sinia, vroedsman te Dokkum
1818 Beerent Pieters Terpstra (zelf gebruiker)
1828 Willem Beerents Terpstra

woning 3 States en Stinzen

Groot- en Klein Reinalda State te Westernijkerk

Ligging (Groot) Reinalda State lag ten noordoosten van Westernijkerk, gem. Ferwerderadeel op de zuidelijke punt van de langgerekte terp van Tersted.
Ontstaan Wanneer deze states precies zijn ontstaan is onbekend.
Geschiedenis Reinalda, in 1540 toe Regnaelde genoemd, is opgenomen vanwege de stinswier die er naast lag. In de 16de eeuw was het adellijk bezit, maar werd het verpacht. In dezelfde tijd figureerde het ook in de fantastische geschiedschrijving betreffende de familie Van Albada en betreffende de zogenaamde "potestaten" van het vrije Friesland.
Er lagen in Westernijkerk twee Reinalda-goederen: groot en klein. Groot-Reinalda behoorde in 1511 aan Jemme Herjuwsma, hoofdeling te Ferwerd. Na zijn terechtstelling hertrouwde zijn weduwe Saepck Itsma met Douwe van Burmania, die in 1540 als eigenaar wordt vermeld. Saepck liet Regnalda-zate leggende toe Nykerck in Ferwerderadeel in haar testament van 1562 na aan de kinderen van Here Douwes van Burmania (haar stiefzoon) en Frau Stenstera (haar dochter uit een nog eerder huwelijk).* In 1640 was de grietman Douma eigenaar van Regnalda.

Over de relatie tussen Groot- en Klein-Reinalda kunnen verschillende hypothesen worden opgesteld.** Auck Jellinga/Marckla en Wyger Feytsma waren in 1540 en 1543 eigenaars van dat ghuedt hietende Lutke Renalde. Omdat Aucks moeder in haar eerste huwelijk met Jeppe Jeppema getrouwd was geweest en ook andere Jeppema-goederen, zoals Markla te Hallum, daardoor op Auck vererfden, is het goed mogelijk dat Klein-Reinalda van Auck Markla afkomstig was en eerder behoorde aan de naburige Jeppema's.
In 1558 kwamen Groot- en Klein-Reinalda tijdelijk in één hand: Saepck Itsma, die ook Groot-Reinalda bezat, kocht toen ook Klein-Reinalda. Vier jaar later liet ze Clein Regnaldae na aan haar zoon Gemme van Burmania.
In de 16de eeuw en later waren Groot- en Klein-Reinalda pachtgoederen. Dat hier in de middeleeuwen een verdedigbaar huis stond, blijkt uit de stinswier die in 1718 in de singel ten westen van het erf van Groot-Reinalda lag. In de 16de eeuw werd Reinalda-state als oude adellijke woonplaats beschouwd.

Zo vermeldt de fictieve genealogie van de familie Albada dat Take Regnalda van Westernijkerk aan het einde van de 14de eeuw getrouwd zou zijn met Siouck Albada van Goënga. Zij zouden in 1413 zijn gestorven en in het klooster Thabor zijn begraven. Hun dochter Tiets Regnalda zou met een Riurd Roorda uit Tzummarum zijn getrouwd en in 1469 zijn gestorven. Voor de waarheid van deze berichten ontbreekt echter ieder bewijs. Bovendien werd deze fictieve Westernijkerkse familie Reinalda in genealogische handschriften geïdentificeerd met de Reinalda's van Oppenhuizen en Doniawerstal, van wie er een in de twaalfde eeuw "potestaat" - door de Friezen zelf gekozen bestuurder - geweest zou zijn.

* Saepck Itsma trouwde in totaal vier maal: achtereenvolgens met Take Douwes Aebingha, Sibren Stenstera, Jemme Herjuwsma en Douwe van Burmania. GJB (2000) 137.
** Take Mockama, in 1511 in het bezit van Klein-Reinalda, was een neef van Jemme Herjuwsma, de eigenaar van Groot-Reinalda. Dat blijkt uit het volgende. Jancko Douwama, 156, vermeldt over Gherbet Mockema en Jemme Heerjuwsma: nochtans weren se 2 genewen. Tako was een volle broer van Gherbet:. Omdat een dochter van Auck Markla/Jellinga en Wyger Feitsma Klein-Regnalda in 1558 verkochten, is het echter waarschijnlijker dat Klein-Regnalda van Auck afkomstig was, dan van haar eerste man, Take Mockema. Vergelijk ook Feytsma en Marckla te Hallum.
Eigenaren van Groot-Reinalda
1511 Jemme Herjuwsma en zijn vrouw Saepck Itsma
1540 Douwe van Burmania en zijn vrouw Saepck Itsma
Frau Stenstera en haar man Here Douwes van Burmania
1562 hun kinderen erfden Groot-Reinalda
1640 grietman Douma
1698 jonker Carel van Doys en Ansck van Douma
1700 Ansck van Douma, weduwe Doys
1728 luitenant-generaal Frederik van Grovestins
1832 Pieter Tjeerds de Boer

van Klein-Reinalda
1511 Take Mockama en zijn vrouw Auck Jellinga alias Marckla
1540, 1543 Wyger Feytsma en zijn vrouw Auck Jellinga alias Marckla
tot 1558 Arlcke Feytsma
1558 - 1562 Saepck Itsma
1562 Gemme van Burmania

woning 4 States en Stinzen

Groot- en Klein Reinalda State te Westernijkerk

Ligging (Groot) Reinalda State lag ten noordoosten van Westernijkerk, gem. Ferwerderadeel op de zuidelijke punt van de langgerekte terp van Tersted.
Ontstaan Wanneer deze states precies zijn ontstaan is onbekend.
Geschiedenis Reinalda, in 1540 toe Regnaelde genoemd, is opgenomen vanwege de stinswier die er naast lag. In de 16de eeuw was het adellijk bezit, maar werd het verpacht. In dezelfde tijd figureerde het ook in de fantastische geschiedschrijving betreffende de familie Van Albada en betreffende de zogenaamde "potestaten" van het vrije Friesland.
Er lagen in Westernijkerk twee Reinalda-goederen: groot en klein. Groot-Reinalda behoorde in 1511 aan Jemme Herjuwsma, hoofdeling te Ferwerd. Na zijn terechtstelling hertrouwde zijn weduwe Saepck Itsma met Douwe van Burmania, die in 1540 als eigenaar wordt vermeld. Saepck liet Regnalda-zate leggende toe Nykerck in Ferwerderadeel in haar testament van 1562 na aan de kinderen van Here Douwes van Burmania (haar stiefzoon) en Frau Stenstera (haar dochter uit een nog eerder huwelijk).* In 1640 was de grietman Douma eigenaar van Regnalda.

Over de relatie tussen Groot- en Klein-Reinalda kunnen verschillende hypothesen worden opgesteld.** Auck Jellinga/Marckla en Wyger Feytsma waren in 1540 en 1543 eigenaars van dat ghuedt hietende Lutke Renalde. Omdat Aucks moeder in haar eerste huwelijk met Jeppe Jeppema getrouwd was geweest en ook andere Jeppema-goederen, zoals Markla te Hallum, daardoor op Auck vererfden, is het goed mogelijk dat Klein-Reinalda van Auck Markla afkomstig was en eerder behoorde aan de naburige Jeppema's.
In 1558 kwamen Groot- en Klein-Reinalda tijdelijk in één hand: Saepck Itsma, die ook Groot-Reinalda bezat, kocht toen ook Klein-Reinalda. Vier jaar later liet ze Clein Regnaldae na aan haar zoon Gemme van Burmania.
In de 16de eeuw en later waren Groot- en Klein-Reinalda pachtgoederen. Dat hier in de middeleeuwen een verdedigbaar huis stond, blijkt uit de stinswier die in 1718 in de singel ten westen van het erf van Groot-Reinalda lag. In de 16de eeuw werd Reinalda-state als oude adellijke woonplaats beschouwd.

Zo vermeldt de fictieve genealogie van de familie Albada dat Take Regnalda van Westernijkerk aan het einde van de 14de eeuw getrouwd zou zijn met Siouck Albada van Goënga. Zij zouden in 1413 zijn gestorven en in het klooster Thabor zijn begraven. Hun dochter Tiets Regnalda zou met een Riurd Roorda uit Tzummarum zijn getrouwd en in 1469 zijn gestorven. Voor de waarheid van deze berichten ontbreekt echter ieder bewijs. Bovendien werd deze fictieve Westernijkerkse familie Reinalda in genealogische handschriften geïdentificeerd met de Reinalda's van Oppenhuizen en Doniawerstal, van wie er een in de twaalfde eeuw "potestaat" - door de Friezen zelf gekozen bestuurder - geweest zou zijn.

* Saepck Itsma trouwde in totaal vier maal: achtereenvolgens met Take Douwes Aebingha, Sibren Stenstera, Jemme Herjuwsma en Douwe van Burmania. GJB (2000) 137.
** Take Mockama, in 1511 in het bezit van Klein-Reinalda, was een neef van Jemme Herjuwsma, de eigenaar van Groot-Reinalda. Dat blijkt uit het volgende. Jancko Douwama, 156, vermeldt over Gherbet Mockema en Jemme Heerjuwsma: nochtans weren se 2 genewen. Tako was een volle broer van Gherbet:. Omdat een dochter van Auck Markla/Jellinga en Wyger Feitsma Klein-Regnalda in 1558 verkochten, is het echter waarschijnlijker dat Klein-Regnalda van Auck afkomstig was, dan van haar eerste man, Take Mockema. Vergelijk ook Feytsma en Marckla te Hallum.
Eigenaren van Groot-Reinalda
1511 Jemme Herjuwsma en zijn vrouw Saepck Itsma
1540 Douwe van Burmania en zijn vrouw Saepck Itsma
Frau Stenstera en haar man Here Douwes van Burmania
1562 hun kinderen erfden Groot-Reinalda
1640 grietman Douma
1698 jonker Carel van Doys en Ansck van Douma
1700 Ansck van Douma, weduwe Doys
1728 luitenant-generaal Frederik van Grovestins
1832 Pieter Tjeerds de Boer

van Klein-Reinalda
1511 Take Mockama en zijn vrouw Auck Jellinga alias Marckla
1540, 1543 Wyger Feytsma en zijn vrouw Auck Jellinga alias Marckla
tot 1558 Arlcke Feytsma
1558 - 1562 Saepck Itsma
1562 Gemme van Burmania

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Taecke van Mockema?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Vorfahren (und Nachkommen) von Taecke van Mockema


    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

    Über den Familiennamen Van Mockema

    • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Van Mockema.
    • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Van Mockema.
    • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Van Mockema (unter)sucht.

    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Theo Jellema, "Familienstammbaum Jellema, Dotinga, van der Til en Visser", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-jellema-dotinga-en-visser/I4940.php : abgerufen 7. Juni 2024), "Taecke van Mockema (????-< 1527)".