Jan III zijn Bastardkinderen waren:
Jan Brants (?-1371), heer van Ayseau en Ochamps x Katharina van Haneffe
William Brant (?-?), priester te Leuven
Jan van Veen (m1354)
Bij Irmgard Van Vene : Johanna NN (?-?) x Costin van Ranst
Bij Irmgard Van Vene : Catharina van der Achtere x Gillis Vander Eycken
Johanna NN x Godfried van de Dilft
Maria van Veen (?-?), non te Brussel
Arnold van der Hulpen (?-?), x Elisabeth Moedels
Hendrik van der Hulpen (?-?)
Margareta van der Hulpen x (1) Bernard van de Spout x (2) Walter van Mellin
Mechtild NN x (1) Willem van Rotselaar x (2) Jan van Polanen (?-1378)
Barbe van Ophem, non (?-1354)
Jan Van Yssche (m1374)
Nicolaas van Sweerthere (?-?)
Nicolaas van Werthusen (?-?)
Hendrik van Brussel (?-?)
Jan van Linden (?-?)
Jan van Overijsche (?-?)
Dyonisius van Leuven
Katharina NN (?-?), x Hendrik van Henri-Chapelle
NN dochter (?-?), x Winnat van Henri-Chapelle
NN dochter (?-?), x Clerembaut van Hauterivel
(1) Er ist verheiratet mit Maria van Evreux (Hertogin van Brabant en Limburg).
Sie haben geheiratet rund 1320.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Catherine van Ochamps (Hertogin van Brabant en Limburg).
Sie haben geheiratet rund 1326.
Kind(er):
Kind(er):
Afstamm. K.d.Gr., was ook vanaf 1327 twaalf jaar lang de Heer van Breda.
Hij werd op jeugdige leeftijd (in 1311?) uitgehuwelijkt aan Maria. van Evreux.
Onder druk van de steden stond hij op 14 juli 1314 de Waalse Charters toe, waardoor het politieke en financiële bestuur nagenoeg volledig in handen van de steden kwam. Mede door zijn handig manoeuvreren werd de machtspositie van Brabant hierdoor zo groot, dat hij in 1332 en 1334 een heuse blokkade door een machtige coalitie van omringende vorstendommen met succes kon doorstaan. In 1336 werd hij medeheer van Mechelen, een Luikse enclave in Brabant. In de Honderdjarige Oorlog koos Jan III aanvankelijk de zijde van Engeland, om de wolinvoer in zijn hertogdom veilig te stellen, maar vanaf 1345 begon hij naar Frankrijk over te hellen.
In 1347 deed hij in Limburg troonsafstand ten voordele van zijn zoon Hendrik.
Deze overleed echter twee jaar later, waarna Jan opnieuw hertog van Limburg werd.
Zijn binnenlands beleid werd gekenmerkt door de uitbouw en de versteviging van het machtsapparaat en door de dominante rol van de steden. Wegens het voortijdige overlijden van zijn beide zonen Hendrik en Godfried werd Jan III na zijn dood opgevolgd door zijn oudste dochter Johanna gehuwd met Wenceslaus van Luxemburg.
De betwisting van deze erfregeling door de schoonzonen van Vlaanderen en Gelre leidde tot de Brabantse Successieoorlog.
Landen van Overmaas;
Nadat de drie Landen van Overmaas aan Brabant gekomen waren; Daelhem in 1244, 's Hertogenrade in 1288 en Valkenburg in 1365-1378, werden zij territoriaal niet met Brabant verenigd, doch behielden ieder hun zelfstandigheid. De Brabantse hertog droeg het bestuur op aan de hogere instellingen van Brabant te Brussel zetelend en aan hem vertegenwoordigende ambtenaren ter plaatse die hun directieven eveneens uit Brussel ontvingen.
Territoriaal hebben de drie landen geen verandering ondergaan tot 1632-1661 op welk tijdvak wij naderhand terugkomen.
De band met Brabant wordt door historici als een persoonlijke unie beschouwd.
De Landen van Overmaas konden hun zelfstandigheid behouden maar werkten toch meermalen samen o.a. met Brabantse steden.
De beide zonen van hertog Jan III van Brabant waren resp. in 1349 en 1351 overleden, zodat er geen mannelijke opvolgers waren. Zijn drie dochters waren gehuwd nl. Joanna met Wenceslaus van Luxemburg, Margaretha met Louis van Male, graaf van Vlaanderen, Maria met Reinoud, hertog van Gelre. Om te voorkomen dat het hertogdom Brabant, Limburg en twee der Landen van Overmaas nl. Daelhem en 's Hertogenrade-Valkenburg was toen nog niet in het bezit van Brabant-na dood van Jan III zouden uiteenvallen, legden Brabantse en Overmase steden evenals Maastricht in een plechtige verklaring hun wens vast om onder het bestuur van één prins te blijven. Dit geschiedde te Leuven op 8 maart 1355 (1354), behalve de stad Maastricht namen uit de Landen van Overmaas aan deze verklaring deel, de plaatsten Limburg, Daelhem, 's Hertogenrade, Kerpen, Wassenberg en Sprimont. Ook de adel heeft toen een dergelijke wens te kennen gegeven.
Hertog Jan III heeft een testament gemaakt ten gunste van zijn oudste dochter Joanna en haar echtgenoot, Wenceslaus van Luxemburg, * waarmee de wens van adel en steden in vervulling ging.
Na het overlijden van Jan III van Brabant volgt zijn dochter Joanna met haar man Wenceslaus hem op in Brabant en de Landen van Overmaas.
Evenals hun voorgangers wilden ook zij de handelsweg die Brabant via Maastricht met de Rijn (Keulen) verbond zoveel mogelijk beschermen. Wenceslaus trachtte dit doel te bereiken door zijn bezittingen in 't Overmaasse te vermeerderen o.a. door koop van verschillende heerlijkheden. Dit was zeer tegen de zin, niet alleen van de aartbisschop van Keulen doch ook van de hertogen van Gulik en Gelre, deze laatste een zwager van Wenceslaus.
Het kwam op 22 augustus 1371 tot een treffen bij Baesweiler. Brabant leed hier een gevoelige nederlaag en zijn hertog raakte in gevangenschap
Bron; RHCL 01.075 Landen van Overmaas.
De oorsprong van kasteel Bethlehem gaat terug tot de 13e eeuw. Reeds in 1288 werd het als 'casteel Limale' vermeld. In die tijd ging het kasteel van de Heren van Valkenburg over naar Hertog Jan I van Brabant, de overwinnaar van de Slag van Woeringen. Hertog Jan III van Brabant beleende het kasteel in 1318 aan Eustachius de Limmale. In 1331 kwam het in bezit van de Ridders van de Duitse Orde.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.