Oork.Boek N-Br. 962, 1228 juli Breda
Gillis van Breda maakt bekend dat hij als voogd van de minderjarige heer van Breda, Hendrik III, met diens toestemming de tiend met schoof binnen de dijk te Merksem, door Jan van Meer in leen gehouden van de heer van Breda en aan Hendrik opgedragen ten behoeve van de abdij van Villers, in volle eigendom aan de abdij overdraagt. Ter compensatie ontvangt Jan van Meer een hoeve eigen goed te Meersel, daartoe door hem aan Hendrik opgedragen, in leen.
nr. 969, 1231 (maart 21 1232 april 10)
Beoorkond wordt dat Gillis, broer van wijlen Godfried III, heer van Breda, en voogd van diens zonen, instemt met het testament van zijn moeder Lutgarde, vrouwe van Breda, evenals zijn broer dat tijdens
diens leven heeft gedaan, waarvoor hij aan de kerk van de St.-Michielsabdij te Antwerpen 30 schelling Leuvens uit de molen van Castelree toekent; onder bezegeling van Gillis van Breda en diens broer Hendrik,
deken van de Dom te Utrecht.
nr. 971, 1232
Arnoud van Wezemaal onder meer wordt bepaald dat de burcht van Breda in bezit van de hertog blijft, dat de kosten voor het onderhoud getaxeerd en bestreden worden uit de inkomsten van het land van
Breda, dat Gillis als wettig voogd bij overlijden van (Machteld), weduwe van Godfried III van Breda, haar huwelijksgift zal bezitten; tevens wordt er een regeling getroffen betreffende het land bij de Zoom.
Gillis van Schoten - Breda (voogd v. d. minderjarige Heer van Breda, Hendrik III 1228) |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.