946 sept. 20, ....
(Leodio) bestätigt dem kloster Gembloux (bei Namur) unter dem aus dem saecularklerus in den mönchstand übergetretenen abt Erluin die von dem stifter Wichpert und dessen grossmutter Gisla aus beider erb- und heiratsgut dahin geschenkten güter im Lammasch-, Darnau-, Haspengau, in Brabant und andern grafschaften
http://www.regesta-imperii.de/regesten/suche/result.html?tx_hisodat_sources%5BsearchMode%5D=10&cHash=8425a5cd88be1d41afc73181383a3e0d
Er ist verheiratet mit Gisela (karolinger) van Lotharingen (Later Abdis van Nivelles en Fosse).
Sie haben geheiratet im Jahr 882.Quelle 1
Nadat hij zich in 882 tot het Christendom had bekeerd en was gedoopt is hij tegelijkertijd in het kerkelijk huwelijk getreden met Gisela.
200 mit schätzen und gefangenen beladene schiffe schicken die Normannen in ihre heimat und warten in sicherem versteck auf neuen beutezügen günstige zeit, Ann. Fuld. IV; sie stecken bald darauf die hafenstadt Deventer (portum, qui Frisiaca lingua Taventeri nominatur) in brand und morden viele einwohner, Ann. Fuld. IV; der gegen sie entsandte graf Heinrich 'ordnet glücklich, soweit er es vermochte, die Verhältnisse', Ann. Fuld. V. Die Schelde aufwärts fahrend setzen sie sich im okt. in Condé (nö. Valenciennes) fest (Ann. Vedast, Ann. Anglosax. 883 vgl. Asserii G. Aelfredi M. G. SS. 13,104, 121, Ann. Elnon. mai. 884 ib. 5,12) und beginnen sogleich ihre weitreichenden beutezüge in das westfränkische reich, die sie im nächsten iahr fortsetzen, Ann. Vedast., Ann. Bert. (ad devastandam sui atque consobrini sui partem, sicut antea fecerunt, [Karolus Nordmannos] residere permisit), Regino 884 (Nordmanni, qui ab Haslon recesserant).
Die von den Ann. Vedast. und Regino 882, von diesem als eine der bedingungen, unter denen der Normanne Gotfrid christ zu werden versprochen habe, in unmittelbare beziehung zum vertrag von Elsloo gebrachte Vermählung Gotfrids mit Gisla, der tochter Lothars II und Waldradas, erfolgte nach Ann. Fuld. IV erst 883, als der Normanne sich mit Gislas bruder Hugo verbündete. Schon nach dem vertrag von Elsloo überlässt der kaiser Hugo (vgl. no 1570c) die einkünfte des bistums Metz, Ann. Bert. (Hincm.), das erst im apr. 883 wieder besetzt wird, Regino 883, Ann. s. Vinc. Mett. M. G. SS. 3,157. In späterer zeit fabelte man sogar von einem dem abkauf der Normannen vorangehenden sieg Karls, Helmoldi chr. Slav. I, 7 M. G. SS. 21,17.
Bron; RI I n. 1639b, in: Regesta Imperii
Kind(er):
Godfried de Noorman, ook wel Godfried de Zeekoning (onbekend - Spijk, 885) was een Deens Vikinghoofdman. Hij was één van de zeekoningen, of jarls, die met zijn mannen plunderend rondtrokken.
Waarschijnlijk na uit Engeland overgekomen te zijn, organiseerde Godfried vanuit Gent in 880 plundertochten in Vlaanderen en daarna in de Maas- en Rijn-gebieden. Keizer Karel de Dikke omsingelde hem in Asselt met een groot leger van Longobarden, Beieren, Alemannen, Thuringers, Saksen en Friezen, maar sloot in 882 uiteindelijk vrede en beleende Godfried in een bovengrafelijke positie met Friesland, het voormalige gebied van Rorik, op voorwaarde dat Godfried zich zou bekeren. Daarnaast trouwde Godfried met Gisela van Lotharingen, dochter van Lotharius II, de eerdere koning van Lotharingen en zijn favoriete vrouw Waldrada. Het achterliggende idee zou zijn geweest dat Godfried plunderingen van andere Vikingen zou voorkomen, maar dit bleek al snel ijdele hoop.
In 885 betrok Hugo, de broer van Gisela, Godfried in een poging om de rechten die zijn vader Lotharius II had gehad te verkrijgen. Mogelijk is het huwelijk van Godfried met Gisela ook pas op initiatief van Hugo tot stand gekomen, want Karel ontbood Gisela in Worms en verbood haar terug te keren naar haar man. Godfried stuurde de onder hem vallende Friese graven - comités Fresonum - Gerulf en Gardulf, mogelijk broers, naar de keizer met de eis om wijngebieden rond Koblenz, Andernach en Sinzig in ruil voor zijn trouw.
Dit ging te Karel te ver en hij liet Godfried naar Herispich, het huidige Spijk, komen onder het voorwendsel van onderhandelingen met zijn gezant graaf Hendrik van Babenberg. Volgens Regino van Prüm zou graaf Everhard Saxo een aanklacht indienen tegen Godfried en de eerste slag toebrengen.
Toen dit gebeurde, doodden de mannen van Hendrik Godfried, waarna de andere Vikingen een gelijk lot trof, waarmee een einde kwam aan de Deense heerschappij in Frisia. Hugo werden de ogen uitgestoken. Het gebied van Godfried kwam daarna onder Gerulf.