Ao: 1743 September dag 12
"Cornelis | Adriaan van der Does | Cornelia Gaal | Getuijgen Anthoni Vermaat en Maria van der Does"
"1774 14 Sept[ember] [f] 2.12 rest v[an] 14 d[agen] in B[ataviaas] Hosp[itaal] dat zonder Test[ament] off goed overlijd
zijn nalatenschap is geliquideert in L[ogie-Comptoir] Bat[avia] 1775"
Cornelis werd 31 jaar oud.
Er ist verheiratet mit Elisabeth Hobers.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 8. August 1766 in Amsterdam erhalten.Quelle 3
Den 8 augustus 1766
"Cornelus van der Does, van Delft, Gereformeert: oud 22 op het Droogbak, Ouders Doot. Sijn voogden Johannes Hasebroek tot Leijden; Dirk en Willem van der Does beijde tot Delft ende Elizabeth Hobers van Amsterdam; Gereformeert: oud 19 jaar op de Haarlemmerdijk, geadst met haar vader Dirk Hobers"
Beiden naamtekenen: Cornelis van der Does .... Eliesabeth Hobers
Kind(er):
Constabelsmaat op VOC-schip "Kroonenburg"
Cornelis wordt in 1743 geboren in Delft als de jongste van negen kinderen in het gezin van Adriaen Dirksz en Cornelia Gaal. Oudste zus Maria is al 18 jaar als Cornelis geboren wordt. Op 14 september 1743 wordt hij Nederduits Gereformeerd gedoopt.
In 1758 als Cornelis 15 jaar is vertrekt zijn zwager Hendrik Harsingh naar Amsterdam om zich aan te melden bij de VOC. Hendrik is getrouwd met Cornelis' zus Johanna. Wellicht is dit voor de jonge Cornelis een voorbeeld geweest om ook naar Amsterdam te vertrekken. Cornelis gaat wonen op het Droogbak. Hij heeft dus dagelijks uitzicht op het IJ met de honderden voor anker liggende schepen.
Zo'n tien jaar eerder was een zekere Elisabeth Hobers geboren in het (pak)huis op de hoek van de Haarlemmerstraat en de Binnen Wieringerstraat; vlakbij het Droogbak. Ze zal van haar vader Dirk Hobers ongetwijfeld de verhalen gehoord hebben over Coevorden, waar haar vader opgroeide. Haar vader, koopman van wijnen en destillateur, heeft een goed bedrijf opgebouwd en beschikt over voldoende kapitaal om een (pak)huis te kopen. Op 6 september 1740 koopt vader Dirk het prachtige pand waar al zijn twaalf kinderen geboren worden. Elisabeth is Dirk Hobers' derde kind. Dit geboortehuis staat er nog steeds en bij de afbeeldingen vind je een foto van dat pand in de 60-jaren. Als de twee Amsterdamse schepenen hun zegels in de warme rode lak onder de koopakte drukken is de koop bezegeld; Dirk Hobers, destillateur en koopman, is nog maar 31 jaar en nu al eigenaar van een groot pand. (koopakte te lezen bij Dirk Hobers)
In haar jeugd wordt Elisabeth vaak geconfronteerd met dood. In haar eerste tien levensjaren verliest ze zes broertjes: Reijnier, Isaak, Kristiaan, Isack, Frerik en Tobias Hobers. Ze groeit in deze jaren dus op met haar twee jaar oudere zus Alida. Als ze bijna tien jaar is, wordt een nieuw broertje Abraham geboren. Hij blijft gelukkig leven. Hetzelfde geldt voor de drie zussen die daarna nog geboren worden. Van de twaalf kinderen groeien er zes op: vijf meisjes en één jongen. Alleen de jongen Abraham kan dus de naam Hobers doorgeven. (Abraham Hobers overlijdt in 1818 weliswaar met een familiewapen, maar kinderloos. Bij hem stopt dus de naam Hobers van deze Amsterdamse tak)
Als Elisabeth 19 jaar is, trouwt ze met Cornelis van der Does. Vader Dirk is getuige; wat zal hij trots geweest zijn: Elisabeth is zijn eerste kind dat trouwt. De bruidegom Cornelis woont "op het droogbak". Ze zullen elkaar dus in de buurt ontmoet hebben. Als ze de straat oversteekt en de hele korte Buiten Wieringerstraat doorloopt, is ze al op de Droogbak. Het is niet duidelijk waar het jonge paar gaat wonen. De ouders van Cornelis zijn overleden; als getuigen / voogden treden zijn oudere broers Dirk en Willem op.Den 8 augustus 1766
"Cornelus van der Does, van Delft, Gereformeert: oud 22 op het Droogbak, Ouders Doot. Sijn voogden Johannes Hasebroek tot Leijden; Dirk en Willem van der Does beijde tot Delft ende Elizabeth Hobers van Amsterdam; Gereformeert: oud 19 jaar op de Haarlemmerdijk, geadst met haar vader Dirk Hobers"
Beiden naamtekenen: Cornelis van der Does .... Eliesabeth Hobers
Ruim een jaar na het huwelijk wordt een zoon geboren. Opa Dirk is getuige bij de doop van zijn eerste kleinzoon op 10 april 1768 in de Nieuwe Kerk. Het jongetje is naar hem vernoemd: Dirk. Het jongetje zal zijn opa en zijn vader nooit leren kennen. Vader Cornelis vertrekt op een reis met de VOC waarvan hij nooit zal terugkeren. Opa Dirk overlijdt als de jonge Dirk nog geeen twee jaar oud is. In het najaar van 1770 loopt een begrafenisstoet de Binnen Wieringerstaat uit naar de Brouwersgracht, de brug over en daar is de Noorderkerk al. Veertien dragers brengen het lichaam van Dirk Hobers op een baar met zwarte roef naar de kerk waar zijn zes kinderen begraven zijn in vak 11K. Nu vindt hij zelf zijn laatste rustplaats in die kerk. Achter de baar lopen alle leden van de familie Hobers; Elisabeth wordt echter niet vergezeld door haar man Cornelis van der Does. Hij is een jaar geleden als constabelsmaat uitgezeild met het VOC-schip "Kroonenburg".
Constabelsmaat bij de VOC
Wat bezielt een man zijn vrouw en zijn éénjarige zoon achter te laten? Doorgaans is er maar een goede reden: een bittere economisch noodzaak. Om een of andere reden kwam hij elders niet aan de bak en overzee kon hij misschien 'veel geld en goed vergaren'. In het najaar van 1769 meldt Cornelis zich bij de equipagecommissie van de VOC in het Oost-Indisch Huis. Hij ziet er op het oog gezond uit, dus wordt hij op de monsterrol geschreven. Als rang krijgt hij "Constabelsmaat". Zijn meerdere, de constabel, is de scheepsofficier die belast is met de zorg voor het geschut en de munitie. Cornelis krijgt bij zijn aanmelding dan ook de bij deze functie horende ruime 28 gulden "twee maanden gage op de hand" . Veertien gulden per maand als salaris is een prima bedrag.
Cornelis zal vertrekken met de 'kerstreis'. In december was weliswaar het weer op de Noordzee en in het Kanaal slecht, maar het was toch beter dan te vertrekken, gezien de gunstige winden die de vloot dan heeft om de evenaar te passeren. Het afscheid zal hen zwaar gevallen zijn. Een derde van alle opvarenden komt niet terug van de reis.
Het is dus nodig de zaken op papier bij een notaris goed te regelen. Op 1 december 1769 brengt hij een bezoek aan notaris Philippus Pot om de voogdij van zijn zoontje Dirk goed te regelen:"[....] Compareerde de E[dele] Cornelis vander Does , woonende binnen deeze stadt, Ende verklaarde hij comparant bij zijn overlijden te te committeeren en aan te stellen tot Voogden over zijn minderjarig natelaten kind genaamt Dirk vander Does, oud ruim 1 jaar, in huwelijk verwekt bij Elisabeth Hobers ------- [ ....] de Heeren Jan van der Does en Cornelis Mom zijn Comparants broeder en behuwt broeder ... "
Als hij zijn handtekening heeft gezet is de voogdij over zijn zoon goed geregeld. Nu hij toch bij de notaris is , laat hij direct een andere akte opstellen:"[....] Compareerde de E[dele] Cornelis vander Does , woonende alhier, doch staande op zijn vertrek, om voor Constapelsmaat, in dienst van zijne Doorlugtige Hoogheid en verdere wel Edele Heeren Bewindhebberen van de Oost Indische Compagnie ten Kamere alhier met het Schip genaamt Croonenburgh naar Oost Indien te vaaren"
In deze akte wijst hij zijn broer Jan van der Does en zijn zwager Jan van Eijk als zijn zaakwaarnemers aan. Nu de zaken notarieel goed zijn geregeld kan hij zich gaan klaar maken voor zijn reis.
Cornelis neemt afscheid van zijn familie bij de Montelbaenstoren een paar dagen voor kerst 1769. De letterlijk 'opgetrommelde' varensgasten zullen vanaf daar in kleine schepen naar de rede van Texel gebracht worden, waar de kerstvloot op hen wacht.
Op 29 december is het zover. Kapitein Frederik Kelger geeft het bevel tot vertrek. De wind is gunstig om het zeegat tussen Texel en Den Helder uit te zeilen. De 1100 ton zware 'Kroonenburg' kan vrijwel niet tegen de wind in zeilen met haar dwarsgetuigde razeilen. Nu is de wind gunstig en met halve tot ruime wind laat het schip de kust van Holland snel achter zich. Kelger is een ervaren schipper. Hij heeft het schip "Kievitsheuvel " veilig naar Ceijlon en Batavia gebracht. De "Oranjezaal " naar Bengalen, Batavia; de "Bovenkerker Polder " ook retour naar Batavia. Dit schip, de "Kroonenburg " is nieuw voor hem. Het schip is 12 jaar geleden op de VOC werf in Amsterdam gebouwd en heeft dus al menige storm doorstaan. Op het schip is het overvol met bemanningsleden, soldaten en handwerkslieden die een baan in Batavia hopen te vinden; in totaal zijn er 356 opvarenden.
Scheepssoldijboek
Op de dag van uitvaren wordt in het scheepssoldijboek aan de debetzijde van iedere opvarende genoteerd wat hij schuldig is aan de VOC en wat hij dus nog bij elkaar moet verdienen. Bij Cornelis wordt als eerste de f 28.-- genoteerd die hij vooraf in Amsterdam als "gage op de hand" had ontvangen. Hij zal daar ongetwijfeld een gedeelte van aan zijn vrouw gegeven hebben, maar hij heeft het ook gebruikt om de inhoud van zijn scheepskist aan te schaffen. De kist moest hij ook van de VOC kopen, omdat alleen kisten voorzien van het VOC brandmerk aan boord werden toegelaten, dit om smokkel te voorkomen. Hij had deze kist nog niet betaald, maar op krediet aangeschaft, dus noteert de schrijver de verschuldigde f 5,45 voor een één persoons kist. Omdat Cornelis bij de onderofficieren hoort mag hij een "kelder" meenemen, een kistje met daarin een aantal flessen sterke drank: kosten f 4,00.
Ook had Cornelis een schuldbrief ondertekend, een 'transportceel'. In een dergelijke schuldbekentenis gaf de zeeman de VOC de opdracht een bepaald bedrag uit te betalen aan de toonder van van de ceel. Hij 'transporteert' dus een deel van zijn toekomstige gage naar de toonder van de ceel. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de rang. ( Albert Hobers en zijn zoon Willem Hobers mochten slechts f 150,00 lenen, een neef van zijn vrouw Elisabeth, Hendrik Hobers kon als hooploper slechts f 100,00 op de schuldbrief laten schrijven. ) Cornelis krijgt als constabelsmaat echter een ruimer bedrag: hij tekent voor een schuld van "f 300,00". (afbeelding) De administrateur vermeldt:
In 't schip Kroonenburg Ao 1769/70 voor Amsterdam
Cornelis van der Does van Delft; .. Constabelsmaatniet vermaakt (geen maandbrief gemaakt)
1769 29 7ber à de Comp. over 2/m. gag. op hand ..... 28: --: --
1769 29 7ber à de Comp. ...Schuld aan J Wijk ........ 300:-- :--
1769 29 7ber à de Comp. ......1 ps. kist ....................... 3: 15: --
1769 29 7ber à de Comp. ......1 ps. kelder ................... 4: --: --
In totaal begint Cornelis met een schuld van ................. 337:15: --
Dat de schuldbrief op naam van J. Wijk gesteld is, vraagt om nader onderzoek.
De reis met de "Kroonenberg"
Kapitein Kelger zeilt de Kroonenberg langs de door de Heren XVII vastgestelde route. Deze zgn. 'wageweg' was ingetekend in de Compagniekaarten. Zuidwestelijk naar het Kanaal, Bretagne ronden en dan naar het zuiden langs de Portugese kust en nog verder langs de Kaapverdische eilanden. Dan na het passeren van de evenaar richting Brazilië en dan op 30 graden Zuiderbreedte de koers verleggen pal naar het oosten, richting Kaap de Goede Hoop. De reis is redelijk voorspoedig: 'slechts' 38 opvarenden overlijden op dit gedeelte van de reis. Op 5 april 1770, een paar dagen voor zijn zoontje in het verre Amsterdam 2 jaar wordt, valt het anker in de Tafelbaai.
De volgende weken worden gebruikt voor de nodige reparaties, het verversen van het water en het inslaan van nieuwe voorraden. Cornelis zal druk bezig geweest zijn alle kanonnen, geweren en het kruit na te lopen.
Na de gebruikelijke maand voor anker in de Tafelbaai bij Kaap de Goede Hoop, op 3 mei 1770 vervolgt de Kroonenberg haar reis naar de Oost. Op dit gedeelte van de reis zijn de bemanningseden wel op elkaar ingespeeld. Uit alle hoeken van Europa komen ze. De schipper zelf is een Oost-Pruis afkomstig uit Koningsbergen (het huidige Kaliningrad). Cornelis heeft als kanonnier een Fransman. Er zijn Zweden, Zwitsers, Denen, Italianen; allen hebben de reis naar de Republiek gemaakt om bij de VOC te kunnen aanmonsteren. Op 16 juli bereikt de Kroonenberg haar bestemming Batavia. De schrijver noteert aan de creditzijde in het scheepssoldijboek bij Cornelis van der Does:... ......... ......... ---------- f 246:15:--
1770 13 Julij à de Comp. f 91,- over 6 1/2 maand gage. a f14,- per maand ....
Van den 29 Decembr 1769 dat uitgezeild is, tot
heeden dat ter rheede Batavia de boeken sluiten en Continueerd..............f 91:--:--
.................................................... Over te quaad
"Den 12 October 1772
Elisabeth Hobers , hujisvrouw van Cornelis van der Does ten huijsen van haar moeder de Wed. Dirk Hobers op de Haarlemmerdijk hoek binne Wieringerstraat ; K"
1771 Sept. ... bet aan J. de Vries Reijnd. op de schuld .................... f 52:--:--
1773 Maij ... bet aan J. de Vries Reijnd. op de schuld .................... f 124:--:--
1773 Nov ... bet aan J. de Vries Reijnd. op de schuld .................... f 124:--:--
"1774 14 Sept[ember] [f] 2.12 rest v[an] 14 d[agen] in B[ataviaas] Hosp[itaal] dat zonder Test[ament] off goed overlijd
zijn nalatenschap is geliquideert in L[ogie-Comptoir] Bat[avia] 1775"
Cornelis van der Does | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Hobers |