getuige(n): Simon Van Leemputten en Elisabeth Wouters
overleden te Abdijhuis te Brussel op 58-jarige leeftijd, begraven te In de abdij van 't Park
Op 17 oltober 1755 trd Simon binnen in de abdij van 't Park te Heverlee, waar hij op 13 augustus 1757 zijn kloostergeloften uitsprak. Hij werd tot priester gewijd op 23 december 1758 door Pieter Lodewijk Jaquet, bisschop van Hippone, hulpbisschop van Luik.
Hij zette zijn studies verder aan de universiteit van Leuven en haalde er de graad van baccalaureaat in de godgeleerdheid in 1762. Deze titel bezorgde hem datzelfde jaar het ambt van professor theologie in de abdij van 't Park. Op 29 april 1769 werd hij aangesteld als geestelijk bestuurder van de abdij van Groot-Bijgaarden.
Na de dood van abt Franciscus Generé, op 12 september 1778, wordt Simon, bij stemming tot abt van de abdij van 't Park verkozen op 23 okotber 1778. Hij krijgt 49 van de 52 stemmen achter zijn naam.Op 21 maart 1779 werd hij officieel geinstalleerd door de aartsbisschop van Mechelen: Jan Hendrik Graaf van Frankenberg.
Een van dee eerste bekommernissen die abt Wouters had, was de bouw van een parochiekerk voor acht gehuchten over de Laak te Tremelo. Reeds meer dan honderd jaar vroegen de inwoners van zijn geboorteplaats ernaar, want in de winter en in tijd van overstroming was het voor hen een hele karwei of zelfs onmogelijk om in Werchter naar de mis te gaan.
In het begin van zijn ambtsperiode als abt, liet Simon het oud refugehuis van Park te Brussel afbreken. Er werd een nieuw gebouwd in Lodewijk XVIe stijl, naar de plannen van Guimard op het einde van de Hertogstraat, tussen het paleizenplein en het Troonplein. Later werd het omgebouwd tot Hotel Belle Vue. Op het protret, dat Frans Jacquin (1756-1826) schilderde van abt Wouters en dat in de abdij van Park bewaard wordt, staat de abt-bouwer afgebeeld met het plan van dit gebouw op de schoot.
Hoe belangrijk de figuur van Simon Wouters wel was,kan men afleiden uit zijn lidmaatschap van de Staten-Generaal van Brabant. Tweemaal werd hij verkozen : een eerste keer op 5 mei 1784 en opnieuw op 1 juni 1790.
Prelaat Wouters zou zijn abdij slechts enkele jaren in vrede kunnen besturen. Hij had heel wat te lijden onder Jozef II. De Bemoeizuchtige hervormingen van de keizer-koster, die vanaf 1781 werden opgedrongen, zorgden voor heel wat moeilijkheden. Het kwam zelfs zo ver dat de abdij opgeheven werd .
De keizer had immers op 16 oktober 1786 beslist dat de theologische opleiding van de priesters zou geschieden in een door de staat ingericht en gecontroleerd seminarie te Leuven; Op vele plaatsen rees verzet maar om erger te voorkomen maande abt Wouters zijn kloosterlingen aan dit bevel op te volgen . Toen dezen echter spoedig vaststelden, dat de gedoceerde stof niet strookte met de traditionele leer weigerden ze nog langer dit seminarie te bezoeken . Daarop werd op 23 november 1789 de abdij met opheffing bedreigd. Wouters slaagde erin de religieuzen naar het verplicht seminarie te laten terugkeren.
Op 4 maart werd de abdij dan officieel opgeheven wegens wederspannigheid. De kloosterlingen moest vertrekken op 31 maart en de inboedel werd geconfiskeerd en verkocht . Ook op de smeekbede, die prelaat Wouters en zijn kanunniken hadden opgesteld, en waarin ze de keizer omwille van de zeven eeuwen oude rol die de premonstratenzers op godsdienstig en sociaal gebied hadden gespeeld, vroegen om clementie, was niet ingegaan.
Een eerste maal kon de abt met zijn kloosterbroeders terugkeren op 16 februari 1790. Om de ledige abdij weer te bemeubelen en te herstellen moest de prelaat een lening aangaan van 20.000 gulden. Maar de Oostenrijkers kwamen weer terug en ten tweede maal werden de paters uit hun woonstede gezet . Opnieuw liep de abdij veel schade op . Op 17 januari 1791 mocht men naar de abdij terugkeren . Abt Wouters begon moedig en geduldig met zijn herstellingswerken, alhoewel hij nieuwe leningen moest aangaan.
Al die zware tegenslagen deden geen goed aan het gestel van prelaat Wouters. Ondermijnd daardoor overleed hij op 24 november 1792 om 8 uur 's avonds in het abdijhuis te Brussel . Hij was pas 58 jaar .
Hij werd begraven in de abdij van Park. Jan Peter Van Winkel, doctor in de godgeleerdheid en provinciaal overste van de orde van de H.Augustinus, hield de lijkrede .
Het wapenschild dat abt Wouters voerde en waarvan we een afbeelding aantreffen boven de deur van het gemeentehuis van Trmelo, vroegere pastorie, wordt als volgt beschreven :"In 't blauw (azuur) drie sterren van goud geplaatst twee en één, met in het hart een schild van zilver beladen met vijf lelies van blauw, geplaatst twee,één,twee"
Zijn leuze was :"Luce et candore", Uit licht en de heerlijkheid. (Bron: Van Meldert)