Er ist verheiratet mit Grietje Jorchs.
Sie haben geheiratet
Kind(er):
Hieronder staat dat men ook op het verlaat van Booy Lewes is geweest. Boije Lieuwes was dus als verlaatsman in dienst van de Compagnie! Hij en zijn gezin zullen ook in een door de Compagnie gebouwde verlaatswoning hebben gewoond. In het jaar 1636 was er in Hoogeveen voor het eerst sprake van permanente bewoning. In augustus van dat jaar werd besloten dat er schoorstenen in de huizen in 't veen gemaakt mochten worden. Boije Lieuwes behoorde bij de eerste bewoners van Hoogeveen.
"Uit het notulenboek v.d. Compagnie v.d. 5000 morgen i jan. 1638 (41) O.A.H."
punt 7
Op Boije Leewes Slaat weesende het sevende is niet geresolveert.
Tot ongeveer 1650 was de Compagnie de enige vervener en de turf werd grotendeels met eigen pramen vervoerd. De bevaarbaarheid van de vaart bleef een probleem. In de notulen van 1647 is bijvoorbeeld te lezen dat de Heer Van Echten de Schout zal opdragen om de verlaatslieden die, hetzij door sloffigheijt (slordigheid) of kwaadwilligheid het water laten weglopen, een boete op te leggen en deze te innen via hun tractement of uit andere middelen waarover zij beschikken!
Dat jaar werd tevens besloten om bij de volgende schouw van de vaart op een daarvoor geschikte plaats in het kanaal, tussen Hoogeveen en het verlaat Boijgens (Booij) een grondbalk te plaatsen, die door de rentmeester zelf verhoogd en verlaagd moet worden naargelang de waterstand, teneinde het te zwaar beladen van turfschepen tegen te gaan.
Een praam die te zwaar beladen was kon aan de grond lopen en zodoende stremmingen veroorzaken. Door het plaatsen van een balk, waar de praam overheen moest kunnen varen, probeerde men dit te voorkomen.
In de jaren 1648 - 1649 zal men geen gebrek aan water hebben gehad. Het waren zeer natte jaren en in de turf werden slechte zaken gedaan.
Er werd besloten om de eigen schepen van de Compagnie te verkopen en vanaf die tijd kwamen er steeds meer schippers die voor eigen rekening gingen varen.
Booij Lewes woonde dus in Hoogeveen, toen nog vaak Echten genoemd, bij het eerste verlaat.
In het jaar 1651 treffen wij Booij Lewes (Boije Lieuwes) in Meppel aan. Wanner hij en tenminste een deel van zijn gezin van Hoogeveen naar Meppel is verhuisd, is niet bekend. Aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 woonden hij en zijn vrouw nog in Echten (Hoogeveen).
Ook is naar de reden van deze verhuizing slechts te gissen. Misschien had het te maken met de privatisering van de turfvervoer en dacht hij als schipper meer geld te kunnen verdienen. Het kan echter ook zijn dat het overlijden van zijn vrouw Griet Jurcks de reden voor zijn verhuizing was.
Hoe dan ook, op 12 oktober 1651 heeft de familie waarschijnlijk een groot bruiloftsfeest gehouden. Daar was in ieder geval alle reden toe, want op die dag waren er drie huwelijken te vieren. Vader Boy Lieuwes hertrouwde en dochter Marien en zoon Fake stapten voor het eerst in het huwelijksbootje.
Booij Lewes, na zijn tweede huwelijk schipper, misschien op de praam van Jan Jacobs (de overleden man van Lutien Alberts), woonde met zijn vrouw volgens opgave van kerkelijke lidmaten op 22.02.1652 te Meppel langs Den Oever. Deze plaats werd ook wel aangeduid als "achter het kerkhof".
Op 16.08.1654 werd Booij Lieuwes burger van Meppel. In Meppel werd een Vestigingswillekeur gehanteerd van 29.04.1644. Een ieder die zich in Meppel vestigde had gedurende jaar en dag geen burgerrechten. Men moest dit burgerrecht kopen. Het geld kwam ten behoeve van de diaconie en omdat veel weduwen als onvermogenden ten laste van de diaconie kwamen, hoefde men maar de helft van het voorgeschreven bedrag te betalen als men met een Meppeler weduwe trouwde!
Booij Lieuwes betaalde zijn "borgerschap" met f.5.12.0 (vijf gulden, twaalf stuivers en nul penningen). Ook het begraven, het luiden van de (doods) klok werd geregeld.
"1655 den 5e augusty is Booij, schyper aegter kerkhoff verackondyert voor hem en syn nakomelynge van de klocke betaelt f.1.4.0"
Ik (A.J.Booij) heb niet kunnen vinden wanneer Booij Lieuwes is begraven. Op een zogenaamde Monsterrol uit 1672 staat zijn naam nog vermeld, zodat hij toen kennelijk nog leefde. Op 25.05.1677 leeft hij in ieder geval niet meer. Op die datum leent Lutien Alberts, weduwe van Zaeliger Booij Lewes, van Willem Jans Corporaal de som van honderd Carolus gulden.
Op 30.09.1691 werd Lutien (Luijchien) Alberts, weduwe van Booij Lebes te Meppel begraven.
(A.J.Booy, Zwolle - P.Kleine, Schoonebeek)
Boije Lieuwes Booij | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grietje Jorchs |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.