Er hat eine Beziehung mit Jenneken Arien Jan Dirck Seijkens.
Die Beziehung begann
Kind(er):
96v Attestatie, 19-11-1620
Persoon in RA: Rijthoven van, Aert Dirck Henricks
Voornaam: Aert Dirck Henricks
Achternaam: van Rijthoven
Datum: 19-11-1620
NB.: 83 jaar
Plaats: Oirschot
Dijck van den, Jan Wouters
Voornaam: Jan Wouters
Achternaam: van den Dijck
Datum: 19-11-1620
NB.: Wed. van Goortken n.n. overleden
Plaats: Oirschot
n.n., Goortken
Voornaam: Goortken
Achternaam: n.n.
Datum: 19-11-1620
NB.: Overleden echtg. van Jan Wouters van den Dijck
Plaats: Oirschot
Verachter, Adrianus
Voornaam: Adrianus
Achternaam: Verachter
Beroep: Presbiter
Datum: 19-11-1620
NB.: getuige
Plaats: Oirschot
Leeuwe de, Joost Henricks
Voornaam: Joost Henricks
Achternaam: de Leeuwe
Datum: 19-11-1620
NB.: getuige
Plaats: Oirschot
Toponiem in RA: Hedel (Toponiem in RA)
Notabene: akker in
Akteplaats: Oirschot
Aktedatum: 19-11-1620
Soort akte: Attestatie
Toegangsnummer: 15210 Lambrecht van Boxtel, notaris Oirschot
Inventarisnummer: 14
==================037=======================
Wouter Goorts van den Dijck als man van Jenneken dochter van Arien zoon van wijlen Jan Dirck Sijckens heeft verklaard dat Henrick Willem Heijligen als man van Merieken dochter van Jan Aelbrechts en verder Henrick Ariens als voogd over het minderjarige kind van wijlen Aelbert Jan Aelberts, aan hem een rente van 2 gulden en 17 stuivers hebben afgelost, welke rente hij op deze Henrik Ariens en op dat minderjarige kind had te vorderen en daarvoor stond te vorderen van wijlen Hogaertken echtgenote zijnde van wijlen Herbert Janssen, uit hun onderpanden te Oirschot. Wouter geeft hen hiervoor nu kwijting en zal geen aanspraken meer op deze rente doen en belooft hen en hun erfgenamen hiervoor te vrijwaren.
Datum 29 januari 1629, getuigen Nistelroij en Oudenhoven.
==================182=======================
Jan Wouter Goorts van den Dijck heeft als schuldenaar beloofd om aan Odulphus Lamberts van Creijelt vanwege geleend geld die per heden datum over een jaar een bedrag van 50 gulden te betalen met onderwijl 2 gulden tien stuivers als rente. Indien Jan het kapitaal dan niet betaalt, zal hij daarna steeds de vermelde rente moeten blijven betalen, totdat de hoofdsom is voldaan.
Datum 26 juni 1640, getuigen Stockelmans en Verhoeven.
In marge :
Deze obligatie is met instemming van partijen afgelost. Datum 7 oktober 1649, getuigen Oudenhoven en Cuijck, schepenen, getekend : P. van Andel, secretaris. 1649.7.10
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.