Familienstammbaum Holman » Hendrik Henrick van Onstaden (1447-< 1491)

Persönliche Daten Hendrik Henrick van Onstaden 


Familie von Hendrik Henrick van Onstaden

Er hat eine Beziehung mit Elisabeth Willem Gerard van Creijelt.

Die Beziehung begann im Jahr 1470 in Oirschot, Noord-Brabant, er war 23 Jahre alt.


Kind(er):



Notizen bei Hendrik Henrick van Onstaden

=================242====================
Willem en Mechteld, gezusters en kinderen van wijlen Henrik Henrick van Onstaden met bijstand hierin van hun moeder Lisbeth, welke kinderen nu mondig zijn zoals ze zeiden, hebben afstand gedaan van hun voogd en oom Jan van Onstaden en willen een andere voogd toegewezen te hebben, zijnde Goijaert Meeus Jan Eessen. Namens de heer van Oirschot hebben wij schepenen hem als zodanig benoemd zodat deze voogd alle vorderingen etc. voor hen kan innen, of in rechte invorderen, later kwitantie geven etc. De machtiging geldt tot wederopzeggen en als ze willen moet hij later daarvan rekening en verantwoording afleggen.
Datum 4 december 1491 getuigen Crom, Doren, Hagelaer en Kaerle.

=================164====================
Willem Peter Goijaerts belooft aan Willem, Mechteld, Margriet, Katarijn de oudste en aan Katarijn de jongste en hun broer Heijnken, zijnde allen kinderen van wijlen Henrick Henricks van Onstaden een jaarlijks rente van 6 en een halve stuivers, steeds op de eerste dag van de gerstmaand (september, JT) te betalen, op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Hedel, b.p. Joerden Hoppenbrouwers, meester Daniel van Hersel, verder de straat, Als Lisbeth als moeder van deze kinderen komt te overlijden dan zal de rente van 6 en een halve stuiver per jaar ook komen te vervallen.
Datum 1 september 1494, getuigen Crom en Joerden.

=================031====================
Gerart Willem Eliassen heeft beloofd om aan Willem, Margriet, Katalijn de oudste, aan Katalijn de jongste en hun broer Henrick, zijnde alle kinderen van Henrick Henrick van Onstaden die een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis etc., groot ca. een lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Henrick van Best, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een stuk land genoemd dat Roth, gelegen in herdgang Aerle, ca. een half mudzaad groot, b.p. Aelbrecht van de Marselaer, Jan Lambrechts, Henrik van Best, Joen de Maelder (is Jeroen Bosch, schilder, die het goed ten Rodeken in leen had toen, JT). De schuldenaar belooft de onderpanden in goede staat te houden voor de betaling van de rente.
Datum 3 februari 1500, getuigen Maes en Dirck.

=================032====================
De pacht is altijd aflosbaar mits er een half jaar vooraf is opgezegd, tegen betaling van 23 peters en 6 stuivers, elke peter tegen 18 stuivers gerekend of in ander Brabants geld.
Datum 3 februari 1500.

=================033====================
Willem, Margriet en Katarijn de oudste, voor henzelf handelend en voor hun zuster Katalijn de jongste en hun broer Henrick, verklaren dat Goijart van Onstaden een pacht aan hen heeft afgelost van 10 lopen rogge, Oirschotse maat, die de kinderen van Henrick Henricks van Onstaden te deel was gevallen in de boedeldeling. De pacht was eerst 14 lopen per jaar te heffen op het bezit dat Goijaert had geerfd en wel middels een pacht van 10 lopen rogge die Goijaert vandaag had gekocht van Gerart Willem Eliassen. Ze geven hem nu kwijting voor de 10 lopen.
Datum 3 februari 1500

=================209====================
Willem en Margriet, gezusters, Jan Mathijs van Kerkoerle als man van Mechteld, verder Katarina de oudste en Katarina de jongste, met hun voogd, allen wettige kinderen van Henrick Henricks van Onstaden, verder Goijaert Henricks van Onstaden die optreedt voor zijn neef Henrick Henricks van Onstaden waarvoor hij belooft als die meerderjarig is geworden die dan alsnog ermee in te laten stemmen, hebben een deling gemaakt van het door hen geerfde bezit.

Genoemde Willem en Katharina de oudste krijgen samen een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Hedel, b.p. de gemeenschappelijke straat, Joerden Hoppenbrouwers, meester Daniel van Hersel, Katarina de jongste hun zuster zijnde. De mesthoop tussen hun erf en dat van Katarina de jongste zal onverdeeld blijven en gezamenlijk worden gebruikt. Lasten uit het bezit zijn 4 lopen rogge per jaar aan hun zwager Jan Mathijssen en de grondchijns.

Genoemde Margriet krijgt een beemd genoemd de Beckersbeemd, b.p. rondom in de gemeijnte daar genoemd het Banensveld. Lasten hieruit zijn een half mud rogge aan haar broer Henrick en de grondchijns.

Jan Mathijs als man van Mechteld krijgt een beemd genoemd de Creijelman gelegen onder Oudenhoven hier, b.p. de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Dirck van Onstaden, Gevaert van Onstaden, heer Gijsbrecht van Gestel. Nog krijgt hij een stuk heiveld genoemd het Tregelaer groot een bunder, b.p. Goijaert van Onstaden, Joerden de Hoppenbrouwer, Alaert Wuesten, Goijaert en Gielis van Onstaden. Nog krijgt hij 4 lopen rogge te betalen door Willem en Katarina de oudste uit hun erfdeel. Lasten hieruit zijn de grondchijns uit zijn bezit.

Genoemde Katarina de jongste krijgt een schuur met de grond etc. genoemd het Heijn Dirckserf, groot 5 lopenzaad, b.p. Willem en Katarina hun zusters waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, Henrick Joerden Hoppenbrouwers. Lasten hieruit zijn 8 en een half lopen rogge per jaar aan hun broer Henrick, verder de grondchijns. Verder zal Katarina ook de mesthoop mee mogen gebruiken die niet omheind is tussen hun beider erven.

Genoemde Henrik zoon wijlen Henrick Henricks van Onstaden (nog minderjarig, JT) krijgt een pacht van 10 lopen rogge te ontvangen van Gielis Janssen van Onstaden. Nog krijgt hij een pacht van 10 lopen rogge te ontvangen van Henrick de Scheper te Straten (mogelijk hier Stratum bij Eindhoven?, JT). Nog krijgt hij 8 en een halve lopen rogge te ontvangen van zijn zuster Katarina de jongste, nog een pacht van een half mud rogge te ontvangen van zijn zuster Margriet.
Datum St. Thomasdag 1501, getuigen Belaerts, Joerden en Daniel.

=================097====================
Henrick Henricks van Ostaden, Willem Vos als man van Margriet, Rutger Lenaerts als man van Katalijn, Wouter van Dormalen als man van Katalijn ( 2 keer Katalijn dus, JT), verder Willemken van Ostaden met haar voogd Gevart Janssen van Ostaden, zijnde allen wettige kinderen van wijlen genoemde Henrick van Ostaden verwekt bij diens wettige vrouw Elisabeth dochter van Willem van Creijelt, verder hierbij Henrick Jan Thijssen voor hemzelf handelend en voor Belen, Katalijn, Mathijs en Joris, zijn zusters en broers, zijnde wettige kinderen van genoemde Jan Thijssen verwekt bij diens vrouw Mecteld dochter van wijlen genoemde Henrick van Ostaden, en verder nog Henrick Rutgers Sbeckers als man indertijd Goijaert toen ze nog leefde een wettige dochter zijnde van genoemde Mechteld ( en dus van Jan Thijssen neem ik aan als haar vader, JT) , hebben hierbij een boedelverdeling gemaakt van alle erfelijk bezit dat ze hebben geerfd van Elisabeth dochter van wijlen Willem van Creijelt, resp. hun moeder en grootmoeder zijnde.

Genoemde Henrick Henricks van Ostaden krijgt een beemd genoemd de Vraukensbeemd gelegen onder Oudenhoven alhier, b.p. Margriet Scremers, de gemeenschappelijke straat, Aleijt van Nuteren (?). Lasten hieruit zijn een stuiver grondchijns aan de heer, verder moet men zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Genoemde Willem Vos in zijn hoedanigheid krijgt een jaarpacht van 8 lopen rogge te heffen uit het bezit van het gasthuis van Oirschot gelegen aan de Oirschoiren.

Rutger Lenaerts als man van Katalijn, waarbij zij daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen uit haar eerste huwelijk bij wijlen Aert van Dormalen daarvan het erfrecht, krijgt een jaarpacht van 10 lopen rogge. Daarbij hebben die kinderen zijnde Katalijn en Henrieksken met hun voogd Willem Vos erin toegestemd dat na het overlijden van hun moeder Katalijn, in die 10 lopen rogge ook Aert zoon van genoemde Rutger Lenaerts verwekt in het tweede huwelijk van Katalijn, daarin mee zal delen, ondanks de bepalingen in het Oirschots erfrecht daarover etc. Rutger krijgt die 10 lopen uit een rogpacht van 3 mudde rogge te ontvangen uit het bezit van Henrick Mathijssen.

Genoemde Wouter van Dormalen in zijn hoedanigheid krijgt een half mud rogge per jaar uit de eerdergenoemde 3 mud rogge.

Willemken van Ostaden krijgt een jaarlijks epacht van 10 lopen rogge uit de hiervoor vermelde 3 mudde rogge.

Henrick Jan Mathijssen krijgt in zijn hoedanigheid voor hemzelf en waarvoor hij optreedt samen met Henrick Rutger Beckers als weduwnaar van Goijart die er het vruchtgebruik van krijgt en zijn wettige zoon Pauwels daarvan het erfrecht, in de plaats van hun moeder Mechteld (dr. van Henrick van Ostaden, JT) een jaarpacht van 10 lopen rogge uit de pacht van de hiervoor vermelde 3 mudde rogge per jaar.

Genoemde erfgenamen en delers beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te zullen doen en ieder doet afstand van aanspraken op de erfdelen van de anderen.
Datum 5 februari 1527, getuigen als boven.

wijlen Goertkenen dochter van genoemde Jan en wijlen Mechteld, en nog voor Beelkenen dochter van genoemde Jan en Mechteld, verder Ursula dochter van Gerarts van Hoeve weduwe wijlen Henrick van Ostaden, verder Katalijn en Margriet gezusters en wettige kinderen van wijlen genoemde Henrick van Ostaden en Ursulen, met daarbij Jan Rutgers als hun toegewezen voogd, voor henzelf handelend en ook voor Gerit en voor Henrick hun broers, verkopen hierbij aan Willem Dirck Vos weduwnaar van Margriet dochter van wijlen genoemde Henrick van Ostaden, hun aanspraken in het bezit dat hun was nagelaten door wijlen genoemde Margriet, hetzij roerend of onroerend bezit, welke Willem daarmaa naar eigen keuze mag handelen. De verkopers beloven alle lasten daarin van hun kant af te handelen.
Datum 15 februari 1535, getuigen Gerart, Hoevel en Heijmerick.

=================074====================
Willem Dirck Vos als weduwnaar van Margriet dochter van wijlen Henrick van Ostaden heeft verklaard dat hij bepaald bezit in vruchtgebruik heeft afkomstig van deze Margriet, waarvoor hij belooft dat zolang hij leeft dat zo goed mogelijk zal beheren en heeft beloofd aan Wouter Willems van Doormalen ten zijnen behoeve en ten behoeve van alle erfgenamen van genoemde Margriet dat men na zijn dood dat bezit in de zelfde goede of slechte staat zal aantreffen als heden ten dage en als er daarvan bepaalde rentes worden afgelost dan zal men dat volgens landrecht van Oirschot opnieuw beleggen ten behoeve van die erfgenamen. Dat betreft in de eerste plaats een beemd genoemd de Beckersbeemd, gelegen in Oirschot onder Oudenhoven, b.p. rondom in de gemeijnte daar,nog een beemd waarvan de andere helft in bezit is van Henrick Goijaerts van Ostaden, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, b.p. Willem Colen, kinderen van Daniels van der Meijen. Nog een rogpacht van 8 lopen per jaar die men jaarlijks het op het bezit te Oirschot genoemd de Oerschoren, nog 2 lopen rogge die men jaarlijks heft op het bezit van Henrick van Ostaden, nog 18 stuivers per jaar die men heft op het bezit van Henrick van Ostaden, nog 2 gulden per jaar die men jaarlijks heft op het bezit van Wouter van Dormalen, nog 18 stuivers per jaar die men heft op het bezit van Lenart Jacops.
Datum 15 februari 1535, getuigen Gerart, Hoevel en Heijmerick.

=================008====================
Henrik Gevarts van Ostaden heeft beloofd om aan Katalijn weduwe van Willem Gevarts van Ostaden, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen van Willem het erfrecht, om die een jaarlijkse rente van 3 Karolusguldens te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag, op onderpand van het huis, tuin, grond etc., groot ca. een mudzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. Rut Beckers, Jan Alaerts, Willem Erven, de straat, het erf van de schuldenaar zelf. Hij belooft de onderpanden in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 11 februari 1538, getuigen Meijen en Hoppenbrouwer.

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag, mit er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 60 gouden Karolusguldens.
Datum 11 februari 1538, getuigen Meijen en Hoppenbrouwer.

==================005=======================
Henrick zoon wijlen Gevaerts van Ostaden verwekt bij deze Gevaert en bij Elisabeth dochter van Willem Rutgers, partij ter ener zijde, verder Jan zoon wijlen Geraert Jacops als wettige man van Marie wettige dochter van wijlen genoemde Gevaert van Ostaden en genoemde Elisabeth, als partij ter andere zijde, verder Jan, Willem en Ervaert, gebroeders en wettige kinderen van wijlen Willem, wettige zoon van wijlen genoemde Gevaert en Elisabeth, verder nog Elisabeth en Jenneken, gezusters en wettige kinderen van wijlen genoemde Willem met mij als hun voogd, voor henzelf optredend en ook vanwege hun moeder Katalijn en nog namens Rutger, Margriet en Wouter hun broers en zuster, daar zij als kinderen van genoemde Willem voor optreden, als derde partij hierbij, hebben een boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze vanwege de dood van hun vader en moeder hebben geerfd.

Genoemde Henrick krijgt het huis met tuin, grond etc. gelegen in Oirschot onder Boterwijk dat wijlen diens vader Gevaert hem bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden had gegeven zoals is vastgelegd in een dokument daarover. Hieruit moet jaarlijks de grondchijns aan de heer worden betaald.
Ook nog 3 pond paijment aan de rector van het St. Katharina altaar te Eindhoven. Verder krijgt hij een stuk land genoemd de Wasgrave, groot ca. een zesterzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de kinderen van Rutger Beckers. Ook krijgt hij een perceel genoemd dat Lieveld, groot ca. 6 lopenzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Gevaert Jan Gevaerts. Ook krijgt hij een beemd genoemd de Coppens horst, met recht van doorgang door de Plonder aldaar, gelegen in Oirschot herdgang Hedel, b.p. Aert Raffendonck. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Feijenbeemd, gelegen in Oirschot aan het Tregelaer. Ook krijgt hij een beemd genoemd het Beeck, met recht van overpad over het erf van Henrick Yeven en meer anderen, gelegen in Oirschot onder Ameijden aldaar. Hieruit moet jaarlijks de grondchijns worden betaald aan de heer en er moet recht van overpad worden verleend. Verder krijgt hij een jaarlijkse pacht van een mudde rogge te ontvangen uit het bezit van Frans van Esch, verder een pacht van een mudde rogge uit het bezit van Bartolomeus Stockelmans dat eerder van Jeronumus Augustijns was, verder een pacht van een mudde rogge te Zeelst uit het bezit van de kinderen van Goijaert Eelen, nog 6 lopen rogge per jaar te ontvangen van Peter Wellens, nog 3 gulden per jaar te ontvangen van Pauwels van Audenhoven, nog 14 stuivers per jaar te ontvangen van Alaerden Lippen, een gulden per jaar te ontvangen van Jan Ervaerts, anderhalve gulden per jaar te ontvangen van Joirdaen van der Vloet, nog 7 stuivers per jaar te ontvangen van Joesten Jan Geraerts,nog een gulden per jaar te ontvangen van Willem Henrick Aelbrechts, nog 15 stuivers per jaar van Henrick Peter Daniels, nog 10 stuivers per jaar van Daniel Jan Smetsers, nog 10 stuivers per jaar te ontvangen van de kinderen van Henrick van Berendonck.

Jan zoon wijlen Gerart Jacops in zijn hoedanigheid krijgt volgens de daarover gemaakte huwelijkse voorwaarden een stuk land groot ca. een zesterzaad met het huis dat daar op staat, afkomstig van wijlen Roelof van Ostaden, gelegen in Oirschot onder Oudenhoven, b.p. Jan Dirck van Ostaden. Verder krijgt hij de helft van een akker aan de zuidkant daarvan overlangs af te meten, in totaal groot ca. 14 lopenzaad, naast het hiervoor genoemde perceel gelegen. Verder krijgt hij een perceel genoemd de Creijelman, deels akkerland en deels weiland gelegen ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. Aert Raffendonck. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Magerman, die ook aan de Creijelman van hiervoor grenst. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Vinckendonck, gelegen onder Audenhoven alhier aan het Tregelaer, aan de Vinckendonckse Voort. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Tregelaerse beemd, met recht van overpad over een heideveld genoemd Tregelaer, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen. Verder krijgt hij de helft van een akker genoemd Tregelaers Land, of ook vroeger wel 't Hopveld genoemd, groot in totaal ca. 4 lopenzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Tregelaerse Beemd van hiervoor die ook recht van overpad moet worden geboden. Hieruit moet jaarlijks de grondchijns aan de heer worden betaald en er moet gezorgd worden voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Verder krijgt hij een aantal rentes met de vervallen en lopende termijnen daarvan. Dat betreft een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge op Willem Dirck Vos, 8 lopen rogge per jaar op de kinderen van Jacop Dirks van Ostaden, 6 lopen rogge op Willem Ervaerts, een mudde rogge per jaar op de kinderen van Steven van Hersele, de helft van 8 lopen rogge per jaar op de kinderen van Henrick van de Velde, twee mudde rogge per jaar op de kinderen van Henrick van Ostaden, nog 6 lopen rogge per jaar op Jan Daniel Scepens, 6 lopen rogge per jaar op de kinderen van Jan Francken, nog 14 stuivers per jaar op Henrick van den Maerselaer, 3 gulden per jaar op Geerlack Peter Laureijssen, 23 stuivers per jaar op de kinderen van Jan Harnismakers, 14 stuivers per jaar op de kinderen van Rutgers de Becker, 4 gulden per jaar op de weduwe en kinderen van Jan Vos, 7 stuivers per jaar op het bezit van Henrick Scabroecks, 36 stuivers per jaar op Peter Wellens, 5 gulden per jaar op de kinderen van Wouters van Dormalen en nog 2 gulden per jaar van Jan Truijen.

Jan, Willem, Ervaerden, Elisabeth en Jenneken wettige kinderen van wijlen genoemde Willem, ten hunnen behoeve en ook ten behoeve van Rutger, Margriet en Wouter hun broers en zuster, die daarvan allen het erfrecht krijgen en waarvan hun moeder Katalijn daarvan het vruchtgebruik krijgt, volgens de bepalingen daarover hier in Oirschot, krijgen samen een perceel grond, dries, boomgaard en het oude huis dat erop staat met de helt van de grote akker aan het einde daarvan naar het Noorden toe, in totaal groot ca. 14 lopenzaad en nog een beemd genoemd 't Goer en een eeuwsel of weiland samen aan elkaar gelegen, gelegen in Oirschot onder Audenhoven aldaar. Verder krijgen ze een beemd, afkomstig van Oijken weduwe en kinderen van Aelbrechts Aerts, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de Langen Dijk aldaar. Verder krijgen ze de helft van een beemd genoemd den Nijen beemd, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen aan de gemeijnte aldaar genoemd 't Bebbelaer en Tregelaer. Ook krijgen ze de helft van Tregelaersland, dat eerder een hopveld was, in totaal groot ca. 4 lopenzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen. Hieruit moet jaarlijks de grondchijns aan de heer worden betaald, nog 8 lopen rogge per jaar aan het klooster van Cauwenwater bij Den Bosch. Verder moet er gezorgd worden voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verder krijgen ze de navolgende rentes samen met de vervallen en de lopende termijnen. Dat betreft een jaarpacht van 14 lopen rogge te ontvangen van Wouter Peter Geraerts, 16 lopen rogge per jaar te ontvangen van Werner Snoecks, 6 lopen rogge per jaar te ontvangen van de kinderen van Peter Geerlicks, de helft van 8 lopen rogge per jaar te ontvangen van de kinderen van Henrick van de Velde, negen lopen rogge per jaar te ontvangen van IJken weduwe en kinderen van Jan Hoppenbrouwers, 15 lopen rogge per jaar te ontvangen van de weduwe en kinderen van Thomas Henricks van den Ven, nog een mudde rogge per jaar te ontvangen van Henrick Henricks van de Maerselaer, nog 6 gulden per jaar te ontvangen van Gerarden Hubrechts te Zeelst, nog 2 gulden per jaar te ontvangen van de kinderen van Peters van Mierd, nog 14 stuivers per jaar te ontvangen van Mariken Thonis en haar kinderen, nog 5 gulden per jaar te ontvangen van Jan Dircks van Ostaden en nog 19 stuivers per jaar te ontvangen van Laureijs Verhoven en nog een gulden te ontvangen van Dirck Danielssn.

Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen dat het erfdeel van de ander daarvoor gevrijwaard zal blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
Datum 13 januari 1542, getuigen Goessen, Cort en Meijen.
==================269=======================
Henrick Gevaertszoon van Ostaden verkoopt een jaarlijkse rente van 15 stuivers, die hij heeft geerfd bij het overlijden van zijn vader Gevaerden conform een deelbrief daarover zoals ons ons is gebleken, en welke rente Henrick Peter Daniels eerder had beloofd aan deze Gevaerden, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een akker groot ca. 4 lopenzaad, gelegen onder Ameijden alhier, b.p. Aert Driessen, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 7 januari 1526. Hij verkoopt deze rente nu aan heer Gerarden Mengelen, priester en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen.
Datum 12 decemeber 1543, getuigen Huijsken en Sceijntkens.

==================045=======================
Henrick Gevaertszoon van Ostaden heeft beloofd om aan Jan Woutersoon van den Ven die voortaan een jaarlijkse pacht van 6 lopen rogge te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag van elk jaar, op onderpand van een akker en heiveld genoemd 't Leiveld, in totaal groot ca. 5 lopenzaad, gelegen in Oirschot onder Boterwijck, b.p. Henrick zelf, Jan Gevaerts, de gemeenschappelijke straat, Pauwels van Aenhoven ( Oudenhoven danwel Eindhoven ? ). Datum 5 februari 1544, getuigen Peter en Heijmericks.

De pacht is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar tegen betaling van 24 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd. Datum en getuigen als boven.
Henrick, Anna, Kathalijn, en Lijsken met haar man Lamberden, verder Gerit Goijaerts als man van Stijntken, krijgen samen het vierde deel van de hiervoor vermelde Beckersbeemd, gelegen zoals hiervoor omschreven, vrij van alle lasten, behalve het vierde deel van een oude grote.

Verder hebben genoemde partijen, ieder voor hun vijfde deel over en weer afstand gedaan van aanspraken ten opzichte van elkaar en beloven deze verdeling altijd gestand te zullen doen. Indien er later meer lasten op enig erfdeel zouden blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk dragen.
Datum 1 februari 1546, getuigen Jan Aerts en Huijsken

==================086=======================
Rut Leonaerts in zijn hoedanigheid als voogd van Kathelijn zijn vrouw dochter van Henrick van Ostaden, verder Kathelijn dochter van genoemde Henrick van Ostaden, verder Henrick, Gherit en Katharina met Jan Goijaerts ( Vlemmincks ) haar man en Margariet met Henrick haar man, allen wettige kinderen van Henrick van Ostaden, verder Henrick Jan Thijs en zijn broer Jan, nog Mathijs Daniels als man van Katharina, Jan Wouters als man van Ijsabelen, dochters van Jan Thijssen en nog Pauwelsken wettige zoon van Gortgen op haar beurt een wettige dochter zijnde van genoemde Jan Thijs, hebben hierbij een boedelverdeling gemaakt van het navolgende bezit.
Genoemde Rut Leonaerts krijgt hierbij het vierde deel van een beemd gelegen in Oirschot herdgang Hedel, b.p. de gemeijnte, het erf dat er van is afgedeeld. Hierop moet grondchijns worden betaald en moet hij zorgen dat hij langs het perceel een tuin maakt.
Verder is het perceel onbelast. Datum 1 februari 1546, getuigen Jan Aerts en Huijskens

De wettige kindere van Henrick van Ostaden krijgen hierbij het vierde deel van genoemde beemd gelegen als voor ook met de verplichting om het te omheinen.
Bij deze verdeling krijgen de wettige kinderen van Jan Thijs met hun neef Pauwelsken een halve beemd, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, b.p. de gemeenschappelijke straat, een uitloop eigendom van genoemde Katalijn, de kastelijn van Herlaer, Henrick die Brouwer. Uit dit perceel moet een halve oude grote worden betaald als chijns aan de heer van Oirschot.
Genoemde Katharina dochter van Henrick van Ostaden die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen verwekt bij zaliger Wouter van Dormalen, daarvan het erfrecht, krijgt het vierde deel van de Beckersbeemden zoals hiervoor omschreven, ook vrij van alle lasten behalve een halve oude grote als grondchijns en ook zij moet overlangs van het perceel een tuin aanleggen.
In marge :
Het achterste uiteinde richting Boxtel.

Henrick Gherits, Kathalijn met haar man Jan Goijaerts Vlemmincks en Margriet met haar voogd krijgen samen het vierde deel van de eerdergenoemde Beckersbeemd, zoals hiervoor omschreven, ook vrij van alle lasten, en ook zij moeten een tuin aanleggen en dit perceel is 9 en een een halve roede groter dan de andere percelen.
In marge :
Dit vierde deel hebben Henrick Gerits en de zijnen weer door-
verkocht aan Katharina die daarvan het vruchtgebruik krijgt en
haar wettige kinderen daarvan het erfrecht. Ze beloven alle
lasten van hun kant af te handelen. Datum 13 juni 1546, getuigen Willem en Antonis die het aandroegen.

De kinderen van Aert Stijnen, met name Henrick, Anna, Kathalijn, en Lijsken met haar man Lamberden, verder Gerit Goijaerts als man van Stijntken, krijgen samen het vierde deel van de hiervoor vermelde Beckersbeemd, gelegen zoals hiervoor omschreven, vrij van alle lasten, behalve het vierde deel van een oude grote.

Verder hebben genoemde partijen, ieder voor hun vijfde deel over en weer afstand gedaan van aanspraken ten opzichte van elkaar en beloven deze verdeling altijd gestand te zullen doen. Indien er later meer lasten op enig erfdeel zouden blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk dragen.
Datum 13 juni 1546, getuigen Willem en Antonis die het aandroegen.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Hendrik Henrick van Onstaden?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Hendrik Henrick van Onstaden

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Hendrik Henrick van Onstaden



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

Über den Familiennamen Van Onstaden

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Van Onstaden.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Van Onstaden.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Van Onstaden (unter)sucht.

Die Familienstammbaum Holman-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Jannie van der Zanden, "Familienstammbaum Holman", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-holman/I1091628065.php : abgerufen 6. Juni 2024), "Hendrik Henrick van Onstaden (1447-< 1491)".