Familienstammbaum Holman » Jan Daniel Heijmerick Scepens (1477-1520)

Persönliche Daten Jan Daniel Heijmerick Scepens 


Familie von Jan Daniel Heijmerick Scepens

Er hat eine Beziehung mit Heijlwich dr Goijaert Ervaerts.

Die Beziehung begann im Jahr 1500 in Oirschot, Noord-Brabant, er war 23 Jahre alt.


Kind(er):



Notizen bei Jan Daniel Heijmerick Scepens

Jan Danel Scepens, verder Willem Dirck Corten als man van Henrick wettige dochter van wijlen Daniel Scepens, Aert Jan Switten als man van Heijmerick ook dochter van wijlen Daniel Scepens, nog Elizabeth Houbraken weduwe van Willem Houbraken wettige dochter van wijlen Jan Damen verwekt bijGeertrui zijnde een zuster van wijlen Henrick Scepens, samen met haar voogd Gerard Henricks van Best, verder Willem van Berze als man van Heijmerick natuurlijke dochter van wijlen Goijaert Scepens, (welke Goijart een broer was van wijlen geneoemde Henrick Scepens, is doorgestreept, JT), verder Jan van Lith namens zijn wettige kinderen verwekt bij Geertrui natuurlijke dochter van wijlen Jan Jacop Raijmakers verwekt bij Katalijn dochter van Jan Damen en van Geertrui als zuster van wijlen Henrick Scepens, verder Goessen, Alaerdt, Aert, en Heijmerick, broers en wettige kinderen van wijlen Claes Scepens die een wettige broer was van wijlen Henrick Scepens, nog Gielis Peter Gielis als man van Marie (wettige dochter van wijlen Claes Scepens is doorgestreept, JT), Cornelis Gerarts als man van Aleijt, ( wettige dochter van wijlen Claes Scepens is doorgestreept, JT), Loijwijch Loij Timmermans als man van Jutta, zijnde allen wettige dochters van wijlen genoemde Claes Scepens, hebben samen een boedeldeling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd of deels aan hen in een testament werden vermaakt zoals ze zeiden, bij het overlijden van Goijart Scepens, Aert Scepens en Henrik Scepens, zijnde broers. (13 erfdelen, JT)
Genoemde Jan Scepens krijgt een akker genoemd den Paijekker, gelegen in herdgang Aerle, b.p. Gijsbrecht Janssen, een gemeenschappelijke weg, Jan Colen, Aert die Wit. Verder krijgt hij de helft van een beemd die de Nijewen Dijk heet, en welke helft ‘rijdend’ is, en waarvan de andere helft eigendom is van Aert die Leege en zijn familie, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de gemeijnte genoemd de Groetdonck, de gemeijnte genoemd het Maerselaer, Henrick van den Maerselaer die men Cleijn Heijn noemt. Verder krijgt hij een lopen rogge per jaar op onderpand van de helft van de genoemde beemd, genoemd den Nijewen Dijck te ontvangen van Aert die Leege en diens kinderen. Nog krijgt hij 13 gulden eens te ontvangen van Andries Peter Neefs ( soms van de Laeck genoemd, JT), per a.s. Maria Lichtmisdag. Jan moet wel zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
Willem Dirck Corten in zijn hoedanigheid krijgt het huis met tuin etc., groot een zesterzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Aert Switten, Aert Verschueren, de gemeenschappelijke straat daar. Lasten hieruit zijn een stuiver en een half oort als chijns aan de hertog, nog een halve braspenning aan de O.L. Vrouwekapel te Oirschot, nog een half mud rogge aande H. Geest te Oirschot, nog een half mud rogge aan Goijaert van Geloven. Verder moet men zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verderkrijgt Willem 8 Karolusguldens eens te ontvangen van zichzelf, want het bezit is belast met 2 en een halve gulden per jaar, ( ik kom uit op 52 gulden kapitaal, waarvan sommige andere erfgenamen ieder een deel krijgenin deze boedeldeling, JT) waarop Willem deze 8 gulden in mindering zal brengen. Verder krijgt hij 9 lopen rogge per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Henrick Hoppenbrouwers.
Aert Jan Witten in diens hoedanigheid krijgt een beemd genoemd de Verdonck, gelegen in herdgang Straten, , b.p. Jan Henrick Gerarts, de kinderen van Dirck Witten, het gemeenschappelijke broek daar als gemeijnte.
Nog krijgt hij een beemd genoemd dat Maerselaer, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. rondom aan de gemeijnte genoemd de Zengdonck. Lasten uit dit bezit zijn anderhalve stuivers als grondchijns en verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
Genoemde Elisabeth Houbrakens krijgt 2 akkers met een weiland daar aan, genoemd de Brueckelen, met de helft van een pad daar, gelegen in herdgangStraten, b.p. Meeus Gerart Mercks met meer anderen, Willem van Berze waarvan het is afgedeeld, Katalijn Aert Jacops, Denis die Leege. Lasten hieruit zijn het ¼ deel van een pond peper aan de erfgenamen van Marten van Campen en verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verder krijgt ze 10 Karolusguldens eenmalig te ontvangen van Andries Peter Neefs.
Willem van Berze in zijn hoedanigheid krijgt een klein beemdje gelegenin herdgang Verrenbest, aan de Hoge Weteringe daar, b.p; het gemeenschappelijke broek, Dirck Lucassen waar een weg tussendoor loopt. Nog krijgt hij 2 aan elkaar gelegen akkers, genoemd die Hoelt gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Colen, Goessen Scepens waarvan het is afgedeeld, een pad die ook voor de helft aan Willem behoort en van welk pad Elisabeth Houbraken de andere helft heeft. Verder krijgt hij 4 lopen rogge per jaar te heffen op de akker genoemd den Hoegen Akker die eigendom is van Gielis Peter Gielis Snellen en welke akker hem vandaag is toebedeeld. Gielis zal die pacht van 4 lopen rogge jaarlijks gaan betalen. Verder krijgt hij nog16 gulden eens te heffen van Willem Dirck Corten. Lasten uit dit erfdeelzijn een halve braspenning als chijns en men moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
Jan van Lit namens zijn kinderen krijgt de helft van een huis, tuin etc., groot totaal 7 lopenzaad, gelegen in herdgang Aerle, waarvan de andere helft eigendom is van Aert Claes Scepens, dat hem vandaag is toebedeeld, b.p. Wouter Peter Gerits, Jan van den Maerselaer, de straat. Verder krijgt hij de helft van een stuk land genoemd die Schoet, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, waarvan de andere helft eigendom is van genoemde Aert Claes Scepens, b.p. Roef Peter Roefs, Jan van den Maerselaer, Jan Daniels, Jan Dircks, Gijb Denen. Lasten op dit erfdeel zijn 2 lopen rogge per jaar aan Loijwich Loy Timmermans, zoals hem vandaag is toebedeeld, nog de helft van een stuiver en de helft van een negenmenneken en de helft van een hoen als grondchijns aan de heer. Verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.
Goessen Claes Scepens krijgt de helft van een beemd, in totaal genoemdde Spijkersbuenre, waarvan de andere helft eigendom is van Denis Leegenen zijn familie, gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Niclaes van Delft, Beertram van den Spijker, het gemeenschappelijke Neerbroek daar. Verder krijgt hij een eeuwsel gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Scepens,Willem van Berze waarvan is afgedeeld, Jan Joerdens. Nog krijgt hij een half mud rogge per jaar te ontvangen van Wouter Peter Alaerts, nog 10 Karolusguldens eens te ontvangen van genoemde Willem Dirck Corten. Lasten hieruit zijn 8 stuivers een oort als grondchijns aan de heer, verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.
Alaerd Scepens krijgt een akker genoemd dat Cloetken, en een akker genoemd de Heijnen Meeusakker , aan elkaar gelegen, in herdgang Straten, b.p Henrick Henrick Hoppenbrouwers, meester Jan de Cromme met meer anderen, Gijsbrecht Gijsbrecht Hoppenbrouwers, een pad daar. Verder krijgt hij 4 gulden eens te ontvangen van genoemde Willem die Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn anderhalve stuiver en een negenmenneken als grondchijns. Verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.
Heijmeric Claes Scepens krijgt een beemd genoemd de Oeijendonck, met eenweg over Dirck Lucassen en Jan Huijskens, gelegen in Boxtel onder Liempde aldaar, b.p. Henrick Aelbrechts, Jan Vergoijendonck, Lucas van den Schoet, Dirck Lucas en Jan Huijskens. (verder krijgt hij anderhalve gulden per jaar te ontvangen van Andries van de Laeck, aflosbaar= doorgestreept,JT). Lasten uit dit erfdeel zijn 2 stuivers en 3 oort Hooidonckse chijns. Verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.
Aert Claes Scepens krijgt de helft van het huis tuin etc., samen 7 lopenzaad groot, waarvan de andere helft aan Jan van Lit namens diens kinderenis toebedeeld, gelegen in herdgang Aerle zoals hiervoor al gespecificeerd. Verder krijgt hijde helft van een perceel waarvan de andere helft aanJan van Lit etc. is toebedeeld, omschreven zoals hiervoor. Lasten uit dehelft van het bezit zijn 2 lopen rogge per jaar aan Loijwijch Loy Timmermans, nog de helft van een stuiver een half oort, nog de helft van een hoen als grondchijns. Verder overpad te moeten verlenen waar dat nodig etc.
Gielis Peter Gielis Snellen in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemd de Hoegen ekker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Gijsbrecht Janssen, Dirck van den Maerselaer, Ijken Gielis waar tussenin een weg loopt. Lasten uit dit erfdeel zijn 4 lopen rogge per jaar aan Willem van Berze indiens hoedanigheid hier, nog anderhalve stuivers als grondchijns. Verderte moeten laten wegen etc.
Cornelis Gerards in zijn hoedanigheid krijgt een beemd genoemd den Nijewen Beemd, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Beertram van den Spijkeren meer anderen, dat Neerbroeck aldaar, Dirck van den Maerslaer, Claes Ariaen Smollers. Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te ontvangen vanJan Colen, nog krijgt hij 6 gulden eens van genoemde Willem de Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn 10 stuivers een oort als grondchijns. verder te moeten laten wegen etc.
Loijwijch Loy Timmermans in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemdde Tiendeloze akker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Willem die Cort, Gijsbrecht Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Gerart Stijnen,een gemeenschappelijke weg daar. Verder krijgt hij nog een beemd genoemd den Blaeckenbeemd, met het gebruik van een weg over een pad daar, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. de kinderen van Henrick van Best met meer anderen, Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Jan Scepens, een pad daar. Nog krijgt hij een eeuwselaan de zelfde beemd gelegen, genoemd dat Haverland, met het gebruik van een weg daar door de genoemde pad over de Blaeckenbeemd. In het geval hemdat overpadsrecht wordt geweigerd, mag hij wegen over het erf van Willemvan Berze, die dat hier ook toestaat als mede-erfgenaam, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan Colen, Dirck die Hoppenbrouwer, Willem van Berze waarvan het is afgedeeld, Jan Huijskens. Verder krijgt hij2 lopen rogge per jaar te ontvangen van genoemde kinderen van Jan van Lit, op onderpand van de helft van het erf onder Aerle dat hem vandaag is toebedeeld ten behoeve van zijn kinderen.
Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te heffen van Aert Claes Scepens uit diens helft van het huis etc. gelegen in herdgang Aerle dat hem vandaag is toebedeeld. Nog krijgt hij 8 Karolusguldens eens te ontvangen van Willem de Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn een stuiver als grondchijns. Verder te moeten laten wegen etc.
Genoemde erfgenamen en delers beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te zullen blijven doen.
Datum 10 november 1527, getuigen Belaert en Goijaert.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Jan Daniel Scepens, verder Aert Jans Switten als man van Heijmerick dochter van wijlen Daniel Schepens, verder Willem Dirck Corten als man van Henrick ook dochter van genoemde wijlen Daniel Scepens, hebben een boedelverdeling gemaakt van het bezit waarvan zij daarvan het vruchtgebruik hadden en welk bezit genoemde Jan Daniel Scepens, Henrick en Heijmerick zijnde zijn zusters, samen hadden verkregen volgens een schepenbrief van Oirschot d.d. 8 februari 1521, en wel van Arndt Aert Switten als man van Aleijt toen ze nog leefde zijnde dochter van Daniel Heijmerick Scepens. Dat bezit had genoemde Arnt Aerts Switten van diens vrouw geerfd wat betreft het vruchtgebruik en Arnt mocht dat bezit zolang hij leefde houden wat betreft dat vruchtgebruik ook. (Er waren dus 4 kinderen van Daniel Heijmerick Scepens, dus Arnt Aert Switten hield het vruchtgebruik van ¼ deel vande erfenis van Daniel zolang Arnt Aert Switten zou leven, maar blijkbaarhad hij het erfrecht van dat 1/4e deel al in 1521 aan de 3 overblijvendekinderen overgedragen, zonder dat er tot nu toe een boedelverdeling was gemaakt van dat ¼ deel van Aleijt qua erfrecht, JT)
Genoemde Jan Daniel Scepens krijgt een beemd genoemd de Nageldonck, gelegen in herdgang Straten, b.p. Elisabeth weduwe van Henrick van Best en haar kinderen, de gemeijnte, Heijmerick Scepens. Verder krijgt hij nog eenzester rogge per jaar te ontvangen zolang dat recht van vruchtgebruik opdat perceel zal bestaan of dat Aert Janssen (warschijnlijk vergissing enis bedoeld Aert Aert Switten, JT) nog zal leven en niet langer, te ontvangen van Aert Jan Switten. (het is me allemaal niet erg duidelijk wat er gebeurt hier, ergens in de tekst hoort nog ingevoegd te worden " zolang Aert Aert Switten leven zal maar niet langer, dat zou dan betekenen dat Aert Aert Switten nog altijd recht van vruchtgebruik heeft en hij dus nog leeft???, JT)
Genoemde Willem die Cort in zijn hoedanigheid krijgt een Bosch mud roggeper jaar, te ontvangen van Jan Huijskens. Verder krijgt hij een zester rogge per jaar zolang het recht van vruchtgebruik van hiervoor voortduurt,te ontvangen van Aert den Wit (Arnt Jan Switten waarschijnlijk? JT))
Genoemde Aert (Aert Jans Switten) krijgt een akker genoemd de Paijakker,gelegen in herdgang Aerle, b.p. Goijaert Peters van den Doeren, en meer anderen, Dirck Dielis, de gemeenschappelijke straat, Jan Scepens. Lasten hieruit zijn een half mud rogge per jaar dat Heijmerick als vrouw van Aert jaarlijks uit de akker heft en haar in de boedelverdeling van het bezit van haar vader was toebedeeld. De lasten uit dit erfdeel, zolang het recht van vruchtgebruik blijft bestaan, zijn een rente van anderhalve gulden per jaar aan de erfgenamen van Aert Jacops, welke rente Jan (Scepens), Willem ( de Cort) en Aert (Jans Switten ) hebben beloofd te zullen betalen.
Genoemde personen beloven deze verdeling altijd gestand te zullen doen.
Datum 4 oktober 1527, getuigen Goessen, Goijaert en Jan.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Jan Daniel Scepens, van Willem Dirck Scortten als man van Henrick DanielScepens en van Aert Jans Switten als man van Heijmerick dochter van genoemde Daniel Scepens, en welk bezit deze Jan, Henrick en Heijmerick hebbenhebben verkregen van Aert Aert Witten en genoemde Aert Witten weer verkregen van Lisbeth Dirck Hoppenbrouwers met haar voogd Dielis Hoppenbrouwers en genoemde Dirck Hoppenbrouwers op zijn beurt heeft verkregen van Aert en Peter, broers en kinderen van Joest van Lievendael en van Amelis Lonis van den Nuewenhuijs ook wel genoemd Toijaerts als gemachtigde voor Jan Joesten van Lievendael. De lasten hieruit zijn anderhalve gulden per jaar aan Elisabeth Hoppenbrouwers aflosbaar tegen 27 guldens, nog 10 stuivers per jaar aan Peter Gerit Stijnen aflosbaar met 8 gulden.
Datum 12 januari 1529, getuigen Willem en Joest.( waar de tegenovergestelde transacktie van de ‘ruil’ plaatsvindt is niet duidelijk, JT)

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Jan Daniel Scepens heeft aan Goesen Claes Scepens ten behoeve van hem enten behoeve van alle erfgenamen of benoemde erfgenamen in het testament van wijlen Goijart Scepens, Henrick Scepens en Aert Scepens, broers, en hun zuster Elisabeth, die een jaarlijkse rente van 32 stuivers verkocht, welke rente Ervart Rutger Ervaerts genoemde Jan jaarlijks had beloofd te betalen, op onderpand van de helft van een beemd genoemd de Veerdonck, gelegen in herdgang Straten, b.p. Dirck Dielis, de gemeijnte, een beemd genoemd ‘de beemd van Acht’. De rente is niet aflosbaar.
Datum 10 januari 1529, getuigen Velde en Willem.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Jan Daniel Scepens, verder Heijmerick, Goesen, Alart en Aert, broers en wettige kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis alsman van Marie, Cornelis Gerarts van Peelt als man van Aelijt, Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, allen wettige dochters van wijlen ClaesScepens, berder hier Willem Dirck Corten als man van Henrick, Aert Jan Zwitten als man van Heijmerick, wetiige dochters van genoemde wijlen Daniel Scepens, verder Lisbet dochter van Jan Damen met haar voogd Gerit Henricks van Best, Willem Lup Gerarts van Berse als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijart Scepens, nog Jan van Lit als voogd over zijn kinderen verwekt bij Geertrui wettige dochter van Jan die Coninck verwekt door deze Jan die Coninck bij Katalijn Jan Damen, hebben aan Henrick Dirck Verhoeven, die de volgende jaarlijkse rentes verkocht om die te mogeninnen zolang hij leeft en niet langer. Dat betreft een rente van 3 gulden per jaar welke rente Jacop zoon van wijlen Peter Jacops van Esch eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens, op onderpand van een huis, tuin etc., groot 7 lopenzaad gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. de gemeenschappelijke straat, Willem Corstens Scomekers, heer Frank die Haest, Wouter van den Ven, Elisabeth Sdekens, Lonis Lambrecht Rotaerts de kuiper. Verder een rente van 2 Rijnsguldens per jaar, welke rente Henrick Daniel Hillen eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Joris Volders,Henrick natuurlijke zoon van Henrick van Strijp, de gemeijnte. Nog een rente van 2 gulden per jaar die heer Thomas van den Snepscheut priester eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens, op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgng de Kerkhof, b.p. Everaert Celen, Katalijn dochter Joerden Ansems, heer Lambrecht Ambrosius, de gemeenschappelijke straat. Nog een rente van 32 stuivers die deze personen als erfgenamen van wijlen Aert Scepens, Henrick Scepens en Goijaert Scepens em Elisabeth Scepens hebben verkregen van Jan Daniel Scepens en welke rente Ervart RutgerErvaerts deze Jan had beloofd op onderpand van de helft van een beemd genoemd de Donk gelegen in herdgang Straten, b.p. Dirck Dielis, de gemeijnte daar, een beemd genoemd de’ beemd van Acht’. Al deze rentes hadden devermelde verkopers geerfd of waren hen deels vermaakt ook bij het overlijden van Aert, Henrick, Goijart en Elisabeth kinderen van wijlen Heijmerick Scepens. Na het overlijden van genoemde Henrick Dirck Verhoeven zullen deze rentees weer versterven op degenen die er qua erfrecht etc. recht op hebben. Men verklaart dat de vermelde rentes goede en betrouwbare rentes zijn. Datum deels op 10 januari, deels 20 januari 1529 , getuigen Velde, Willem, Denis en Joest.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Jan Daniel Scepens, verder Goesen, Alart en Aert als broers en kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaaerts, JT) als man van Marie, Cornelis van Peelt als man van Aleijt Loijwich Loij Timmermans als man van Jueten, allen dochters van genoemde Claes Scepens, verder Aert die Wit als man van Heijmerick, dochter van Daniel Scepens, Willem Lip Gerarts als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Scepens, verder Jan van Lit als man van Geertrui mede namens zijn kinderen, Willem die Cort weduwnaar van Henrick dochter van Daniel Scepens, verder Gerit Henricks van Best als man van Geertrui en Henrick Aert Jacops als man van Lisbeth, verkopen nu samen hun aanspraken en erfdelen in een jaarlijkse rente van anderhalve Rijnsgulden die hen waren vermaakt door wijlen Aert Scepens en welke rente Andries van de Laeck eerder aan Aert had verkocht, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een stuk land groot ca. een lopenzaad, gelegen in Oirschot onder Gunterslaer conform een schepenbrief van Den Bosch. Ze verkopen hun aanspraken nuaan Heijmerick Claes Scepens en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Datum 17 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.
Los inliggend stuk :
Heijmerick, Alart en Aert zoals hiervoor ze staan vermeld, hebben verklaard dat Jan Daniel Scepens aan hen de rogpacht van 2 mud rogge per jaar heeft afgelost, die ze hadden geerfd van Henrick Scepens en zijn broer en genoemde Henrick en zijn broer hadden de pacht geerfd van Henrick die Smit, en laatstgenoemde Henrik had de pacht verkregen met recht van vernadering van zijn zoon Aert en Aert op zijn beurt had die weer verkregen van Jan en Henrick, broers en kinderen van Jan Lierincks en van Aerden Back als man van Ijda dochter van genoemde Jan Lierincks. De pacht was eeder door Jan Colengart van Straten aan Jan Lierincks beloofd, steeds vervallenop Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Veerdonksbeemd, gelegen in Oirschot, conform een schepenbrief van Den Bosch en een van Oirschot. Ze geven nu kwijting aan Jan Daniel Scepens voor de twee mud rogge per jaar en ze beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Datum 16 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.
Los inliggend stuk :
Al de hiervoor vermelde erfgenamen van wijlen Aerden Scepens, allen in hun hoedanigheid verkopen hierbij hun aanspraken in een jaarlijkse rente van twee Rijnsguldens, die ze hadden geerfd van wijlen Aert Scepens. Dezerente had eerder Willem zoon wijlen Willem Geraert Zeelmakers alias de Snijder, aan Aerden Scepens beloofd, steesd vervallend op St. Jansdag op onderpand van een een huis, etc. groot ca. 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten onder Ameijden, b.p. Ansem Goessen Gielissen, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Gerard Henricks van Best en aan Henrick Aert Janssen als echtgenoten van hun vrouw.
Datum 17 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.
Jan Daniel Scepens, verder Heijmerick, Alart en Aert als broers en kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaerts, JT)als man van Marie, Cornelis van Peelt als man van Aleijet, Loijwich LoijTimmermans als man van Jueten, allen dochters van genoemde Claes Scepens, verder Aert die Wit als man van Heijmerick, dochter van Daniel Scepens, Willem Lip Gerarts als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Scepens, verder Jan van Lit als man van Geertrui mede namens zijn kinderen, Willem die Cort weduwnaar van Henrick dochter van Daniel Scepens, verder Gerit Henricks van Best als man van Geertrui en Henrick Aert Jacops als man van Lisbeth, verkopen nu samen hun aanspraken en erfdelenin een jaarlijkse rente van 30 stuivers die hen waren vermaakt door wijlen Aert Scepens en welke rente Aert had verkregen van heer Gerard van Eijk, en van heer Jan Henriks als uitvoerders van het testament van wijlen heer Goijaerts van der Aa, priester. Deze rente hadden eerder Joerden Dirck Stockelmans met Aert en Goijaerts, broers met Henrick, Bertken en Truike gezusters voor henzelf optredend en ook voor hun zusters Ijken en Fijken, zijnde alle wettige kinderen van genoemde Joerden Stokelmans, beloofd aan Aerden Scepens ten behoeve van heer Goijaert van der Aa, steeds vervallend op St. Gielisdag op onderpand van een stuk beemd genoemd de Bijvinck, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Willem Bollen, conform een schepenbrief van Den Bosch en van Oirschot. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Goessen Claes Scepens en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen.
Datum 17 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Aert Jan Switten en zijn wettige vrouw Heijmericken wettige dochter van wijlen Daniel Scepens, beiden gezond van lijf en leden en in het bezit van hun verstandelijke vermogens zoals het scheen, hebben samen met wederzijdse instemming hun testament opgemaakt. Ze bevelen hun ziel, zodra ze zijn komen te overlijden aan bij God en willen dat hun lichaam in gewijdegrond wordt begraven. Voor begane onrechtvaardigheden vermaken ze aan aan de fabriek van de St. Lambrechtskerk te Luik en de 4 biddende ordes die in Oirschot zijn vertegenwoordigd, die elk twee stuiver eens, aarvan een helft na de dood van de eerst overlijdende en de andere helft na het overlijden van de laatst overlijdende te betalen. Verder willen ze dat ieder van hen een behoorlijke uitvaart zal krijgen en dat aan de arme miserable personen een voedseluitdeling zal plaatsvinden en dat men die een oorststuiver zal geven danwel brood daarvoor. Ze willen dat de kosten van die uitvaart, de voedseluitdeling, hun schulden en legaten etc. uit hun meest courante spullen zullen worden betaald. Genoemde Aert en Heijmericken willen dat de laatstlevende van hen beiden alle vaste en roerende bezittingen die na de dood van de eerstoverlijdende zullen worden nagelaten,zolang die laatstlevende in leven is, daarvan het vruchtgebruik mag blijven hebben samen ook met het gevogelte, waarmee die naar eigen keuze mag handelen, hetzij het betreft geld, vee, oogstgewas, koren en dergelijke, waarvoor de laatstlevende verplicht is daarvan alle schulden, de kosten van de uitvaart, de voedseluitdeling, legaten etc. te moeten betalen. Methet eigen bezit van de laatstlevende mag die zijn eigen wil doen. Verdervermaakt Aert als testateur aan zijn wettige zuster Margriet, die daarvan het vruchtgebruik krijgt al zijn vaste onroerende bezittingen die hijbij zijn dood zal nalaten en waarover hij beschikkingsrecht heeft en daarvan krijgen
haar wettige kinderen het erfrecht zowel haar huidige als toekomstige kinderen en ook Jutken de wettige zuster van deze Elisabeth en ook zijn zuster dus, krijgt daarvan het erfrecht. Daarbij moet deze Jutken samendelenmet de kinderen van Margriet en die krijgen allen evenveel, waarbij de dode partij ook met de levende moet delen. Dat betekent dat als een van dekinderen van Margriet of als Jutken komt te overlijden en daarbij een wettig kind of kinderen nalaat of nalaten, dat dat kind of die kinderen danin de plaats van hun ouders zullen komen. Verder moet genoemde Margriet uit het bezit zolang zij leeft, maar niet langer dan als zodanig, aan Jutken daaruit elk jaar een rente van 2 gulden betalen, waarvoor Margriet dan daarvoor het vruchtgebruik van alle bezit krijgt. Verder wil Aert alstestateur, voor zover hij die rente niet aflost, dat inzake de rente van4 gulden per jaar die hij dit lopende jaar heeft beloofd aan Aerden Roefs onze collega schepen op onderpand van een beemd genoemd dat Maerselaer, welke beemd eigendom is van zijn vrouw Heijmericken, dat daarvoor zijn erfgenamen verplicht zijn aan de navolgende erfgenamen van genoemde Heijmericken die een bedrag van 50 gulden te moeten betalen. Daarvoor zijndie erfgenamen dan verplicht de genoemde rente van 4 gulden allen te betalen of af te lossen. Verder verklaart Aert dat het zo is dat het weilanden de akker genoemd de Erdboir, samen groot ca. 9 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten geen geerfd bezit is maar dat die gekocht zijn met het geld dat van zijn vrouw Heijmericken afkomstig is, zodat de erfgenamen van hem daarin niet gerechtigd zijn. Verder wil Heijmeriken als testatrice puur als gift aan Henrick de natuurlijke zoon van Dircks die Cort( ik neem aan dus haar ook HAAR natuurlijke zoon?, JT ) die een jaarrente van 3 gulden te vermaken, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer op de eerste Maria Lichtmisdag na hun beider dood en niet eerder, op onderpand van een beemd genoemd de Elsbroeck, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Jan Huijskens, de gemeenschappelijke straat. De eigenaars van die beemd zullen deze rente altijd op Maria Lichtmisdag mogen aflossen tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen. Indien deze Henrick komt te overlijden zonder wettig nageslacht tehebben
gekregen dan zal de rente versterven op de naaste erfgenamen van genoemde Heijmericken. Verder alle overige bezittingen zowel roerende als onroerende, waarvan hiervoor nog geen melding is
gemaakt en die ze na haar dood zal nalaten, vermaakt ze wat betreft het vruchtgebruik daarvan voor de helft aan haar broer Jan en van deze helften van de andere helft krijgen diens kinderen en verder wijlen haar wettige zuster Henricken daarvan het erfrecht, waarbij ieder evenveel krijgt die een even dichte graad van verwantschap heeft en waarbij de dode partij met de levende moet delen. Dat betekent dat als enige van de kinderenvan genoemde Jan of van wijlen genoemde Henricken komt te overlijden waarbij er wettige nageslacht is verwekt dat dat kind of die kinderen dan inde plaats komen van hun ouders. De testateurs verklaren dat dit hun testament en willen dit als zodanig hebben uitgevoerd, ook als zou het in sommige opzichten in tegenspraak zijn met geldende rechtsbepalingen. Ze willen hiervan een of meer schepenbrieven hebben gemaakt voor eenieder dieer nu of in de toekomst belang bij heeft. Ze behouden zich het recht voor om dit testament
later alsnog te mogen herzien.
Datum 1 december 1541, getuigen Vleutenen Peter.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Jan Daniel Scepenszoon doet afstand van zijn recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin, grond etc. en inzake een akker die daarbij ligt, groot in totaal ca. 9 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p.Jan Goessens, Peter Antonis van der Ameijden, Wouter Peter Alaerts, de gemeenschappelijke straat. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van zijnwettige zoon Heijmerick. Datum 7 januari 1544, getuigen Vleuten en Heijmerick die het aandroegen.
In marge : 1544
Heijmerick Jan Scepens heeft zijn vader Jan beloofd om die voortaan een jaarlijkse rente te gaan betalen van 20 gulden als lijfrente zolang die leeft en steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer pera.s. Maria Lichtmisdag over een jaar, op onderpand van een akker en een huis daarop, groot ca. 9 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten,b.p. de lopende straat, de gemeenschappelijke straat, Goijaert Ketelbueters, Jan Dircks.
Datum en getuigen als boven die het aandroegen.

=================080====================
Jan zoon wijlen Daniel Schepens als man van Heijlwig, verder Geertruit, gezusters en kinderen van Goijaert Everaerts hebben een deling gedaan van het bezit dat ze samen hebben geerfd van Katarijn dochter van wijlen Rutger van der Hoven, zijnde hun moeder.

Bij deze deling krijgt Jan Daniel Schepens een stuk land genoemd de Braecken, groot een half mudzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. de gemeenschappelijke straat, Adriaen Ieven. Nog krijgt hij een akker groot 3 lopenzaad, genoemd de Vrouwenakker, b.p. Geertruit dochter van Goijaert Ervaerts dat ervan wordt afgedeeld, Adriaen van den Doren, het erf eerder van Rutger Goijaert Ervaerts. Nog krijgt hij een beemd groot een halve bunder, b.p. Gerard Stijnen, de straat. Lasten uit de Braken zijn 11 lopen rogge per jaar en een oude grote en uit de Vrouwenakker een mud rogge. Nog uit het beemdje een half mud rogge aan het heer Daems gasthuis in Den Bosch (=Adam van Mierde, JT) en nog de grondchijns.

Genoemde Geertruit krijgt een huis, tuin en betimmering etc. gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Goossens, Peter Wouter Vernooijen, Jan Schepens, het erf dat ervan is afgedeeld. Lasten hieruit zijn een half mud rogge aan de H. Geest van Oirschot, (15 stuivers aan Henrick Meeus van Driemijlen=doorgestreept, JT), en 3 lopen rogge aan het O.L. Vrouwe-altaar 3 lopen rogge, de St. Petruskerk te Oirschot 3 lopen rogge en de grondchijns.
Datum 19 maart 1503, getuigen Goijaert en Jan Henricks.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Bij deze verdeling krijgen Jan Willems Scortten, Gielis, Dirck en Danielkinderen van Willems Cortten, verder Jan Peters van de Laeck als man vanElisabeth, Henrick Jan Huiskens als man van Aleijt, Willem Willems als man van Agnees, Thomas Janssen als man van Katarina en nog Anna met haar voogd en ook de 3 wettige onmondige kinderen van Antonis Willem Cortten met hun voogd, zijnde allen wettige kinderen van genoemde Willem Scortten, samen tegenover Jan Scepens en Heijmken Jan Scepens diens wettige zoon, een huis met tuin groot ca. 2 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgangStraten, b.p. Jan Hasselmans, Aert Lambrechts, Henrick van den Ven, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgen ze een stuk land genoemd den Ijndakker, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Pauwels van Zeelst, Jacop Dirk Hoppenbrouwers, de gemeenschappelijke weg, Heijmken Claes Scepens. Verderkrijgen ze een stuk land met een daarbij gelegen eeuwsel, b.p. Henrick van Best, Jan Scepens, een gemeenschappelijke weg. Ook krijgen ze nog twee stukjes beemd, een ervan is ter zelfder plaatse gelegen, rondom in degemeijnte aldaar en het andere is gelegen eveneens aldaar b.p. Elias Scilders, Jan Gerits, de gemeijnte.
Hieruit moeten zij jaarlijks 20 lopen rogge betalen zowel in Den Bosch als elders en nog aan Willem die Cort 16 lopen en verder de grondchijnsen de burenlasten. Genoemde Jan Scepens doet afstand van aanspraken op dit erfdeel ten behoeve van de genoemde kinderen en ten behoeve van dienszoon Heijmerick.
Datum 3 september 1544, getuigen Heijmerick en Leonaert.
Bij deze verdeling krijgt Jan Scepens die daarvan het vruchtgebruik krijgt en zijn zoon Heijmerick daarvan het erfrecht, een akker gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Dirck in de Linde ( ? ), genoemde Heijmerick zelf, de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Goijaerts van denDoren. Verder krijgt hij een stuk beemd, b.p. Dirck Gielis, Heijmerick Scepens, de gemeijnte.
De genoemde kinderen beloven deze verdeling altijd gestand te zullen doen ten behoeve van deze Jan Scepens. Hieruit moet jaarlijks 30 stuivers worden betaald en de grondchijns en de burenlasten.
Datum 3 september 1544, getuigen Heijmerick en Leonaert.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Heijmerick zoon wijlen Jan Scepens heeft als schuldenaar beloofd om aan Gerard Goijaert Voszoon die jaarlijks zolang ze een van beiden leven en niet langer, die jaarlijks 4 mudden rogge te zullen leveren, Oirschotse maat en wel binnen Oirschot waar Gerart dan woonachtig is, steeds vervallend met Kerstmis en voor de eerste keer per a.s. Kerstmis. Daarvoor verbindt hij zijn persoon en bezit. Genoemde Gerart heeft op zijn beurt beloofd aan deze Heijmerick dat hij bij de levering van deze rogge voor deze rogge 10 gulden en 7 stuivers zal betalen.
Datum 1 juli 1549, getuigen Hoppenbrouwers en Ven

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Jan Daniel Heijmerick Scepens?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Jan Daniel Heijmerick Scepens

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Jan Daniel Heijmerick Scepens



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

Über den Familiennamen Scepens

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Scepens.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Scepens.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Scepens (unter)sucht.

Die Familienstammbaum Holman-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Jannie van der Zanden, "Familienstammbaum Holman", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-holman/I1091624278.php : abgerufen 24. Mai 2024), "Jan Daniel Heijmerick Scepens (1477-1520)".