Familienstammbaum Wim en Annelies de Leede » Jan Hudig (1838-1924)

Persönliche Daten Jan Hudig 


Familie von Jan Hudig

(1) Er ist verheiratet mit Jacoba Catharina Gijsbertina Toewater.

Sie haben geheiratet am 12. Juni 1867 in Rotterdam, er war 28 Jahre alt.


Kind(er):

  1. Anna Hudig  1869-1962
  2. Henriette Hudig  1871-????
  3. Francina Hudig  1872-1945
  4. Willem Carel Hudig  1874-1954 


(2) Er ist verheiratet mit Johanna Clementina Quarles van Ufford.

Sie haben geheiratet am 9. April 1879 in Rotterdam, er war 40 Jahre alt.


Kind(er):

  1. Sophia Alida Hudig  1880-1924 


Notizen bei Jan Hudig

 


Jan Hudig (Hellevoetsluis, 9 augustus 1838 - Rotterdam, 5 april 1924) was een Nederlandse ondernemer en bestuurder. Hij was gemeenteraadslid en wethouderin Rotterdam en lid van de Provinciale Staten in een tijd van grote veranderingen op economisch en sociaal gebied.


Hudig kwam op jonge leeftijd aan het roer van een Rotterdamse havenonderneming, actief als scheepsmakelaar, reder, agent van Lloyd's of London. Hij was ook bijna zestig jaar lang consul van Italië.


Hudig was een van de Rotterdamse havenbaronnen en bestuurders, die hun stempel drukte op de ontwikkeling van het bedrijfsleven en de transportsector, en op de sociaal-economische en culturele ontwikkeling van de Rotterdamse stad en Rotterdamse haven in het bijzonder.


 


 


Levensloop

erif; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">Hudig was de zoon van Jan Hudig (1808-1856) en Cornelia Johanna Bakker (1812-1864). Hij was de oudere broer van Ferrand Whaley Hudig.


In een gymnasiale opleiding had Hudig een gedegen talenkennis opgedaan, en kennisgemaakt met de klassieke schrijvers, en de moderne Engelse, Franse en Italiaanse letterkunde. Hiervoor ontwikkelde hij een passie, die hem zijn leven lang zou bijblijven.


Na het gymnasium begon Hudig bij het familiebedrijf Hudig en Blokhuyzen, een cargadoor gesticht in 1795 door zijn grootvader Jan Hudig (1769-1858), en zijn zwager Cornelis Gerbrand Blokhuyzen (1773-1857). 
In 1857 op 19-jarige leeftijd werd hij tot firmant, en in het jaar erop overleden zowel zijn vader en grootvader. Hudig kreeg de volledige verantwoordelijkheid voor de cargadoors en rederijzaken van Hudig & Blokhuyzen, en het agentuurschap van de firma John Hudig & Son Lloyd's Agents,[2] een agent van Lloyd's of London.


In 1863 was Hudig door het bewind van Victor Emanuel II van Italië benoemd tot honorair-consul van Italië, en diende in deze functie bijna zestig jaar. In deze hoedanigheid werd hij later consul-generaal, en bij zijn aftreden in 1921 benoemd tot consul général d'honneur, ofwel ereconsul-generaal.


In 1869 werd Hudig gekozen in de gemeenteraad van Rotterdam, waar hij van 1899 tot 1909 tevens wethouder was. Later was hij ook statenlid voor de Provinciale Staten van Zuid-Holland. In 1869 was Hudig ook lid van de raad van bestuur geworden van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappenin Rotterdam, waar hij van 1896 tot zijn uittreding in 1914 als voorzitter optrad. Vanaf 1877 tot zijn dood was hij ook commissaris bij de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij. Van 1894 tot 1 juni 1920 diende Hudig ook als lid van de Rotterdamse Kamer van Koophandel.


Hudig was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, en Officier in de Orde van Oranje-Nassau.


Personalia

space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">Hudig trouwde in Rotterdam op 12 juni 1867 met Jacoba Catharina Gijsbertina Toe Water (1841-1875) en samen kregen ze vijf dochters en een zoon, Willem Carel Hudig. Na haar overlijden in 1875 hertrouwde hij op 9 april 1879 in Rotterdam met jkvr. Johanna Clementina Quarles van Ufford (1851-1931) en uit hun huwelijk werden een zoon, Ferrand Whaley Hudig, en een dochter geboren.


Werk

ily: sans-serif; width: auto; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; float: right; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; clear: right; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px 1.3em 1.4em; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">ass="thumbinner"> 1.4em; padding: 3px;">havenuitbreiding in Zuid.
e-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">Het werk en optreden van Hudig was nauw verbonden met de grootschalige ontwikkeling, die Rotterdam als haven- en handelsstad heeft doorgemaakt in de tweede helft van 19e eeuw en begin 20e eeuw. Als succesvol optredend cargodoor, reder en financier ontwikkelde hij zich tot een van vooraanstaande havenbaronnen van Rotterdam naast namen als De Monchy, Van der Giessen, Dorhout-Mees, Van der Vorm, Van der Mandele, Van Beuningen, Dutilh, en Ruys. In de commercieele wereld in en buiten Rotterdam genoot Hudig een "reputatie van den eersten rang."


Als gemeenteraadslid en wethouder heeft hij bijgedragen aan de bevordering van de algemene verkeersbelangen, en als bestuurslid van diverse instanties heeft hij een verder stempel gedrukt op de sociaal, economische en culturele ontwikkeling van de stad Rotterdam. Zo schonk Hudig aan Museum Boijmans Van Beuningen het eerste beeld van August Rodin in een museumcollectie in Nederland: een grote gipsversie van Rodins Eva.


Hudig & Blokhuyzen

ly: sans-serif; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">In 1795 waren Hudigs grootvader Jan Hudig (1769-1858), en zijn zwager Cornelis Gerbrand Blokhuyzen (1773-1857) een cargadoorsfirma gestart, die optraden als scheepsmakelaar bij de bevrachting van schepen. Beide kwamen uit een koopmansgeslacht en begonnen naast bestaande handelsfirma's in de familie. Na een moeilijke start tijdens de Franse overheersing was de handel met Engeland stilgevallen, en dreven ze op de handel met Suriname. Ze werden wel verdacht van het ontduiken van het Continentale Stelsel, en het smokkelen van brieven en personen naar Engeland.


; padding: 3px;"> right; margin-left: 3px; margin-right: 0px;"> 
8
: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">Na de Franse tijd kwam de firma tot bloei ondanks vele concurrentie. In 1830 golden ze als het één na belangrijkste cargadoorsbedrijf van Rotterdam. Vanaf 1825 verbreedde ze hun werkterrein tot de rederij. Zo namen ze dat jaar met Koning Willem I en anderen deel in een nieuwe rederij van Anthony van Hoboken. In 1847 was Hudig & Blokhuyzen een van de grotere rederijen van de circa 25 grote en kleine rederijen in Rotterdam. Van de 145 schepen die in drie jaar tijd op weg gingen naar Noord-Amerika vanuit Rotterdam, waren er 64 door hen bevoorraad. Het krantenfragment van sectie "Schepen in Lading" (zie afbeelding) toont, dat die dag of week een aanzienlijk aantal schepen richting Nederlands-Indië door Hudig & Blokhuyzen beladen werden.


lid; padding: 3px;">m; padding: 3px;">sans-serif; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">In 1850 kwam een initiatief met andere reders, scheepsmakelaars en cargadoors tot oprichting van een Rotterdamsch Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij niet van de grond, wat de Holland-Amerika Lijn twintig jaar later wel lukte. Hudig & Blokhuyzen had wel enig succes met de stoomsleepvaart. In 1939 hadden ze met een vergunning van Willem I in het buitenland een eerste schip aangeschaft, waarin zelfs het loodswezen interesse had. In april 1857 op 19-jarige leeftijd trad Hudig toe als firmant in het bedrijf naast zijn vader, die echter een maand later overleed.


In 1877 richtte de firma een Amsterdams filiaal op. In 1880 charterde ze een eerste schip om Rotterdam te bevoorraden met ijzererts uit Spanje voor doorvoer naar het Duitse achterland. Via Engeland voeren ze terug naar Spanje met kolen. Samen met L.W. Veder richtte Hudig in 1882 de succesvolle rederij Hudig & Veder, dat in 1884 haar eerste schip te water liet: het stoomschip Echo gebouwd op de scheepswerf van Fop Smit te Slikkerveer.


Na schaalvergroting en grotere kapitaalbehoefte ging het bedrijf rond de eeuwwisseling over in de naamloze vennootschap " N.V. Hudig &; Veder's Stoomvaart-Maatschappij" met Hudig, Willem Carel Hudig en J.C. Veder als reders en cargadoors. Daarnaast werd in 1912 de rederij "N.V. Maatschappij Zeevaart" opgericht, waarbij Hudig nog aantrad als commissaris. Dit bedrijf richtte zich op het "kopen, huren en verhuren en in het algemeen de exploitatie, in de meest ruime zin, van eigen of gehuurde schepen, alsmede het deelnemen in zaken van anderen die ditzelfde doel beogen."


Holland-America Lijn

size: 14px; font-family: sans-serif; width: auto; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; float: right; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; clear: right; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px 1.3em 1.4em; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">tyle="text-decoration: none; background: none transparent scroll repeat 0% 0%; color: #0b0080;" href="https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Reclame_Nederlandsch_Amerikaansche_Stoomvaart_Mij_Stoomschip,_1874.jpg">v class="thumbcaption">andsch Amerikaansche Stoomvaart Mij., affiche uit 1874
: normal; color: #252525; font-style: normal; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">In 1869 was Hudig direct betrokken bij de oprichting van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, later de Holland-Amerika Lijn. De statuten van deze maatschappij waren vastgesteld op de algemene vergadering van oprichting op 13 september dat jaar. Eerder, op 9 juli, was een commissie gestart om een ontwerp van de onderneming te maken. Naast Hudig zaten daarin onder anderen A. van Hoboken, S.J.R. de Monchy, Lodewijk Pincoffs, Antoine Plate, J.C. Reepmaker, Leendert Smit, August A. en J. Wambersie met J.A.M. van Berckel als voorzitter.


Het idee was met 4 eersteklassestoomschepen een geregelde dienst op New York tot stand tot brengen. In 13 tot 14 dagen konden deze tekens 1200 ton lading en 400 landverhuizers vervoeren. Dit alles benodigde een startkapitaal van twee miljoen gulden. Elke reis zou een voordelig saldo van 8.400 gulden opleveren,zodat de investering (volgens de berekening) in zo'n twee jaar terug verdiend zou worden.


Binnen de commissie bestond echter onenigheid over de vraag, waarvandaan de verbinding in Nederland zou vertrekken. Een fractie onder aanvoering van vertegenwoordigers van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (K.N.S.M.) uit Amsterdam pleitte voor Vlissingen, terwijl Hudig onder leiding van Antoine Plate pleitte voor de Rotterdamse haven. Rotterdam trok aan het langste. De standvastigheid van Hudig werd later toch door de K.N.S.M. gewaardeerd, want 1877 tot aan zijn dood was hij commissaris bij deze maatschappij.


Gemeenteraad Rotterdam

ont-size: 14px; font-family: sans-serif; width: auto; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; float: right; font-weight: normal; color: #252525; font-style: normal; clear: right; orphans: 2; widows: 2; margin: 0.5em 0px 1.3em 1.4em; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; font-variant-ligatures: normal; font-variant-caps: normal; -webkit-text-stroke-width: 0px;">e" href="https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Karte_Rotterdam_MKL1888.png">float: right; margin-left: 3px; margin-right: 0px;">