Schiedam Nieuwland, huis no.16
Protocol van Cornelis Guarnerus Schoorn, Notaris binnen Schiedam,inv.no. 1055,blz.1241.Voor deze Notaris en getuigen comparrerden 26 october 1808: Arij Cornelisz.Suijker en Elisabeth Jorisd.van der Burgh ,echtelieden,wonende onder de heerlijkheid Nieuwland even buiten Schiedam, tot het maken van hun testament,alvorens echter herroepende bij deze allevoorgaande testamenten,van welke zij comparanten verklaarden geen geheugen meer te hebben,en nu opnieuw ter dispositie komende van hun natelaten goederen,verklaarde hij testateur, zo hij de eerststervende mocht zijn, tot zijn enige en algehele erfgenamen: zijn huisvrouw de testatrice en zijn dochter Alida Suijker,huisvrouw van Pieter van Lintz,wonende in Kethel,bij hem testateur in eerder huwelijk verwekt aan Jannetje Leendertsd. Zuidgeest,ieder voor de helft,en de testatrice nu ter dispositie komende benoemt haar man de testateur tot universeel erfgenaam van alle haar natelaten goederen.
Op 3 april van het jaar achttienhonderd twaalf zijn voor mij, Corneille Hezeman,Burgemeester van Schiedam, ambtenaar van de burgelijke stand van de gemeente Schiedam,Departement van de Bouches de la Meuse, verschenen Pieter van Lintz, twee en vijftig jaar oud van beroep winkelier wonend in Kethel en Arij Suijker, zes en zestig jaar oud, van beroep werkman, wonend in Schipluijden, schoonzoon enbroer van de hierna genoemde overledene dewelken hebben verklaard dat de tweede april achttien honderd twaalf op het middaguur is overleden in het huis no. 16 in het Nieuwland in de leeftijd van tweeen zeventig jaar ARIJ SUIJKER, van beroep landbouwer, echtgenoot van Liesbeth van der Burgh, zoon van Cornelis Suijker en Aaltje Berkel, beiden overleden, en hebben met ons deze verklaring na voorlezing ondertekend.
Na het overlijden van Arij maakte de Notaris Jacob Gagestein de inventaris op van diens nagelaten goederen ( inv.no. 165, p 223 ) Er was toen een vordering op Dirk van Essen,binnenregent van het Vrouwenverbeterhuis,allias Blauwhuis te Schiedam van F 900,- ¾ moest uitbetaald worden aan de weduwe en ¼ aan Pieter van Lintz,de echtgenoot van Alida Suijker. Elisabeth deed waarschijnlijk de boerderij over aan haar broer Joris,op wie zij een vordering kreeg van f 4.600,- en ging in een huis aan de Kandelaar wonen,waar zij 8 julij 1822 is overleden; broers en zussen gingen met de erfenis strijken.
Adrianus (Arij) Cornelisse Suijker |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.