Jan is gedoopt in de Nederduits Gereformeede kerk.
Volgens aantekening op Jans testament is hij op de 16e overleden. Waarschijnlijk is in het doodboek de datum van aangifte vermeld.
Er ist verheiratet mit Berendina Oosterveld.
Sie haben geheiratet.
Kind(er):
Landgericht Enschede, 16 maart 1796:
Ik W.P.C.Greve Rigter des Lands Gerigts Endscheide, doe Kond en Certificeeren hiermede dat geroepen en gekoomen ten huijze van Jan Lutje Berenbroek in de EsBroekhuurne dezes Gerigts, alwaar voor mij en Ceurnooten die waaren Arend Heuw en Jan ten Heuw persoonelijk in den geheegden Gerigte gecompareerd en erscheenen zijn gemelden Jan Lutje Berenbroek en zijne huijsvrouwe Berendina Oosterveld, hebbende de laaste haaren Eheman de mombaarschap zoo verre nodig in dezen opgezegd en wederom tot haaren mombaar en assistent verkooren Willem ten Heuw die haar ook van den Gerigte gepermitteerd en toegelaaten is; zijnde den eersten Comparant ziekelijk en te bedde leggende, en de Comparante gaande en staande en gezond van Lichaam, dog beijden hun verstand memorie en duijdelijke uitspraake volkoomen magtig, zoo als mij en Ceurnooten, klaar gebleeken is, welke Comparanten verklaarden overwoogen te hebben de kortheid en brosheid des menschelijken leevens de zekerheid des doods en onzekere uure van dien, en daarom voorgenoomen hebbende, bevoorens van hier te scheijden over zijne tijdelijke goederen te hebben gedisponeerd, en waartoe verklaarden getreeden te zijn uit eenen zuijveren vrijen wile, zonder aanrading of misleijdinge van iemand; beveelende vooraf hunne zielen in de handen van God Almagtig, en hunne Lichamen aan de aarde ter fatsoenelijke begravinge; treedende dan tot deeze haare dispositie.
1mo. Zoo revoceeren, casseeren, annulleeren en vernietigen zij Testatoren alle hunne voorgaande makingen die zij te samen, afzonderlijk of met iemand anders gemaakt en opgerigt mogten hebben, overzulx begeerende, dat deeze hunne uiterste wille alleen nageleeft en agtervolgd zal worden.
2do. Legateeren, geeven en maken zij Testatoren, malkanderen over en wederover, dat is de eerst stervende aan de langstleevende, te weeten den Testator Jan Lutje Berenbroek zijne Ehevrouwe Berendina Oosterveld, en de Testatrice Berendina Oosterveld haaren Eheman Jan Lutje Berenbroek, het volle tugt en vrugtgebruik van alle zijne of haare natelaten zoo roerende als onroerende goederen, niets uitgezonderd, ten einde om dezelve door de langstleevende naa tugtregte bezeeten te worden.
3tio. Legateeren, geeven en maken Testatoren aan haaren oudsten zoon Hermen Lutje Berenbroek, haare eigen toebehoorende halve Lutje Berenbroeksplaatze, met deszelvs hooge en laage Landerijen, groengronden, houdgewassen en getimmerten, voords met de daarbij aangekogte en aangemaakte gronden, waaronder begreepen is den zoogenaamden halven toeslag, alle geleegen in de EsBroekhuurne voorengemeld, mids daarvoor na doode van de langstleevende of bij vrijwilligen afstand in den gemeenen Boedel uitkeerende eene somma van twee duijzend twee honderd en vijftig guldens zegge 2250.-.- en bij vooroverlijden van gemelden haaren zoon, aan haaren tweeden zoon Gerhardus, en zoo vervolgens tot haar laaste kind toe, zullende egter de Jongens voor de meijsjes hierin de preeferentie hebben, zonder den ouderdom in aanmerking te nemen.
4to. Stellen, maaken, nomineeren en Institueeren zij Testatoren tot hunne whaare, eenige en universeele Erfgenaamen hunne zeven kinderen met naamen Harmen, Gerhardus, Gerrit, Hendrik, Geertjen, Geesken en Jenneken Lutje Beerenbroek, ten einde om hunne verdere natelaten goederen egaallijk, te erven, te bezitten en te verdeelen.
Alle het geene voorsn. staat verklaaren Testatoren te weezen hun Testament en uiterste wille bij hun vrijwillig en met voorbedagten rijpen beraade gemaakt en opgerigt, het geene haar van den Gerigte expres is afgevraagd en door hun met Jaa beantwoord, overzulx begeerende dat het zelve naa hunnen doode agtervolgd en nageleeft zal worden, het zij als een Testament, Codicille, Legaat, gifte onder de leevendigen, of ter zake des doods of te zoo en als hetzelve best naa regte zal kunnen, moogen en moeten bestaan, schoon alle solemniteiten, naa regte vereijst wordende hierin niet mogten weesen geobserveerd en nageleeft.
In kennisse der waarheid hebbe ik Rigter voorn. deze van Gerigtsweegen getekend en gezegeld, gelijk dezelve door den assistent van de Testatrice voor hem zelven en namens den Testator en Testatrice den eersten weegens zwakheid en de laaste als schrijvens onervaaren, op speciaal gedaan verzoek getekend is, en alle geen zegel hebbende is dezelve met het bijzegel van mij Rigter voorn. voor hun allen gezegeld.
Actum op de Lutje Berenbroeksplaatze in de EsBroekhuurne Gerigts Endscheide den 16 Maar 1796.
(Was get.) W.P.C.Greve Rigter. willem ten Heuw als Assistent van Testatrice en namens dezelve
Terwijl den Testator Jan Lutje Beerenbroek naa het schrijven dezes zig weegens Lichaams gestalte uit hoofde dat zijn verstand, Memorie en duijdelijke uitspraake, niet volkoomen magtig was en ook naa weijnige oogenblikken overleden is, zoo als mij en Ceurnooten gebleeken is, is deeze Testamente voor zoo verre den Testator voormeld betreft, niet kunnen geperfecteerd worden, blijvende egter gemelde Testamentaire dispositie voor zoo verre de Testatrice Berendina Oosterveld aangaat, als volkoomen geperfecteerd, in haar volle kragt en waarde, zoo en als naa regte.
Gedaan ter plaatze en op dato als vooren.
(get.) W.P.C.Greve Rigter
De boedel werd als volgt verdeeld:
Landgericht Enschede 12 juni 1809:
Maagscheid
Tussen de kinderen en Erfgenamen van wijlen Jan Lutje Berenbroek en Berendina Oosterveld, wegens hunnen nog onverdeelden ouderlijken Boedel, gehouden tussen de meerderjarige kinderen met namen Gradus, Gerrit, Geertjen en Hendrik Lutje Berenbroek ter eenre,en de aangestelde Mombaren over de minderjarigen met namen Geesken en Jenneken Lutje Berenbroek ter anderen zijde.
Rijkdom des Boedels
Gradus Lutje Berenbroek moet voor de halve plaatze het Lutje Berenbroek met ap- en dependentien, ingevolge Testament van zijn wijlen Moeder uitkeeren de sa. van 1125.-.-
De andere halfscheid der gemelde plaats word tussen hun insgelijks aangeslaagen en waardig geschat de sa. van 1125.-.- Samen 2250.-.-
Den Inboedel des Huizes, levendige have, gewassen op den Lande, koorn, gedorst en ongedorst, wagen, ploeg, en verdere bouw gereedschappen, met een woord, alles wat zig in den huize bevind, word waardig geschat op eene sa. van 500
Totaal 2750.-.-
Schulden dezes Boedels
Aan Hermen Engerink eene sa. van 2250
Blijft 500.-.-
En is wijders tussen Contrahenten in het voorendelijke, en om de Plaats Lutje Berenbroek in zijn geheel te houden, overeengekoomen, dat den oudsten zoon Gradus Lutje Berenbroek, aan wien de halve plaats reeds gemaakt is, in finaalen eijgendom zal aanvaarden, de geheele Plaats het Lutje Berenbroek cum annexis midsgaders den inboedel, levendige have, gewassen op den Lande, etc. hiervooren gemeld mids ten zijnen laste neemende alle de schulden in dezen Boedel bevonden wordende, en bovendien, aan ijder zijner Broers en Zusters, namens Gerrit, Geertjen, Hendrik, Geesken en Jenneken Lutje Berenbroek, voor hunne Ouderlijke Erfportie en den afstand der voorengemelde goederen uitbetalende en uitkeerende de sa. van 120.-.- dat dus eene sa. van Zeshonderd Gulds. in tgeheel, gelijk Gradus Lutje Berenbroek deze goederen in manieren en voegen voorsn. aanneemt.
Aldus gemaagscheid, onder afstand van alle Exceptien generaal, en door Contrahenten getekend.
Enschede 12 Junij 1809 en is eijndelijk naa het sluiten dezes nog geconvenieert dat Hendrik Lutje Berenbroek, als zwak en eenigzinds ziekelijk zijnde, een vrij verblijf in het Huis op het Lutje Berenbroek zal hebben, mids ongetrouwd blijvende.
(was get.) Gradus Lutke Berenbroek, merk + van Gerrit Lutje Berenbroek, merk + van Geertjen Lutje Berenbroek, merk + van Hendrik Lutje Berenbroek, merk + van Gradus Wennink als voogd, Gerrit Oosterveld als voogd, Hermen Lutje Berenbroek als voogd, WPCGreve Getuige, A.Getkate Getuige.
Jan Lutje Berenbroek | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berendina Oosterveld |