Als Hendrik Letink in 1773 moet getuigen in een proces geeft hij op dat hij 64 jaar oud is. Hier van uit gaande moet hij dus omstreeks 1709 geboren zijn.
Er ist verheiratet mit Gezina Janssen Hoofslag.
Sie haben geheiratet
Kind(er):
Het schijnt dat het Hendrik Letink nogal goed ging, gezien ook het (voor die tijd) dure huis dat hij in 1773 kocht. Natuurlijk staken de afgunstige roddels al snel de kop op en Hendrik spande een proces aan om de roddelaars aan de kaak te stellen. Dit proces leverde niets op.
Stadsgericht Enschede, 23 januari 1769:
Geëxhibeert in Judicio den 23 Januarij 1769
Maandsch. Hoedemaker & Gerridtzen
Vraag Articulen om daarover ter Gerigtelijke instantie van de Rolierende Commis Hendk. Leetink nae voorgaande Citatie en erinneringe van de Swaere Straffe des mein Eeds, more mennonitico afte hooren de volgende getuigen
Nom tertium: Jochem Nijenhuis en sijn huisvrouw Margarita Naber en Geertruit Nijenhuis.
1. Getuigen ouderdom en verwantschap?
Ad 1mum verklaard de Eeerste getuige Jochem Nieuwenhuijs in sijn 37ste Jaar oud en aan den producent Hendrik Letink niet bevriend te zijn.
Ad 1mum verklaard de Tweede gett Margaritha Naber huijsvrouw van Jochem Nieuwenhuijs 31 Jaaren oud en aan de Commis Letink producent in deezen niet bevriend te Zijn.
Ad 1mum verklaard de Derde Getuigim Juffrouw Geertruit Nieuwenhuijs in haar 35ste Jaar oud en aan de Producent in deezen niet bevriend te zijn.
2. Hebben Abram Jannink en sijn vrouw niet op Donderdagh avond den 12den deeser maant geweest ten huise van Jochem Nijenhuis?
Ad 2dum verklaard de Eertste getuige dat Abraham Jannink en vrouw op of omtrent de gevraagde tijd geweest te zijn ten huijze van hem getuige Jochem Nieuwenhuis dog kon getuige niet net zegg of zulx op den 12den deezer maand geweest zij.
Ad 2dum verklaard de Tweede Get. dat Abraham Jannink en sijn vrouw op of omtrent de gevraagde tijd geweest zijn ter haarer huijze dog kan getuiginne niet bepaalen of zulx op den 12den deezer maand geweest is.
Ad 2dum verklaard de Derde Getuiginne Juffrouw Geertruijt Nieuwenhuijs zeer wel te weeten dat Abraham Jannink en sijn vrouw in deeze lopende maand op een avond geweest zijn ten huize van haar moeder J. Nijenhuijs dog kan getuiginn de dag of datum niet net bepaalen.
3. Hebben Getuigen des tijdes niet gehoord, dat Abraham Jannink gesegt heeft, dat den Producent en sijn vrouw in den laasten brand te Endscheide een koffer, Kiste oft Lessenaer in sijnen off een andermans kelder geplundert en daar uit goederen gerooft hadden?
Ad 3tium Verklaard de Eerste Getuige niet gehoort te hebben dat Abraham Jannink zodaane woorden als in deezen artikel gevraagt gesprooken heeft.
Ad 3tium Verklaard Tweede Getuiginne dat Abraham Jannink zodaane woorden als in deezen artikel gevraagt niet gesprooken heeft.
Ad 3tium verklaard Derde getuiginne zeer wel te weeten dat Abraham Jannink de gevraagde woorden in het geheel niet gezegt of gesprooken heeft.
4. En dat so wanneer sij des tijdes dat koffer, kiste oft Lessenaer niet geplondert en goederen daer uit gerooft hadden, sij dan sulke grote Lieden niet zijn souden als sij tegenswoordig zijn?
Ad 4tum Verklaard de Eerste getuige dat van het gevraagde in deezen artikel door Abraham Jannink almede geen woord gesproken zij.
Ad 4tum Verklaard de tweede getuiginne dat Abraham Jannink de in dezen artikel gevraagde woorden almeed niet gesproken of gezegt heeft.
Ad 4tum Verklaard de Derde getuiginne dat de gevraagde woorden, toen ter tijd door Abraham Jannink almeede in het geheel niet gesprooke zijn.
Stadsgericht Enschede, 27 januari 1773:
Ao 1773
Den 27 Januarij maakt Hendrik Letink bekend op den 16 deeze maand van Willem Wikke en huijsvrouwe te hebben aan sig gekogt Een huis en annexe Where en grond geleegen binnen deese Stad in de Langestraat tussen de huizen van Antonij Selderhuis ter Eenre en het Stadhuijs ter anderen Sijde en Zulx voor Een Somma van Veertien Honderd Car gls Zegg 1400 Luid Coopb de dato de 16 Januarij 1773 an mij vertoond.