Door Jan Roelofsen Koekoek, oud 50 jaar, visser, wonende te IJsselmuiden en Hendericus Wintjes, oud 44 jaar, roedendrager, wonende te Zwolle werd op 7 februari 1825 te Zwolle aangegeven dat op 6 februari 1825 om 16.00 uur het lijk van Roelofjen Last was aangebracht.
Naar aanleiding van een extract uit de overlijdensregisters van Zwolle werd te IJsselmuiden op 3 maart 1825 een overlijdensakte opgemaakt. Akte nr. 21.
Oorzaak: Door de overstroming omgekomen.
Sie ist verheiratet mit Jacob Korthoef.
Sie haben geheiratet am 8. November 1805 in Kampen, Overijssel, Nederland, sie war 22 Jahre alt.Quelle 4
Kind(er):
Tijdens de watersnood van februari 1825 moest Roelofjen met haar gezin vluchten voor het water. Zij hadden zich te samen met de gezinnen, Jakob Korthoef de oude, Hendrik Schut, Jan Jans Koekoek en Jan Roelofs Koekoek verzameld in hun huis. Het huis bezweek door de woede van de golven. Na een kwartier op zolder te hebben doorgebracht begaven zij zich in een bok. Zij dreven eerst door heel Mastenbroek, daarna over de Stadshagen, niet ver van het huis van Hendrik Hullen, die hen vanuit de hooiberg voorbij zag drijven. Zij dreven na een klein kwartiertje van de Rademakerszijl over de Zwartewatersdijk. Vervolgens door de stroom dwars over de rivier tegen de dijk van de Diesermark. De bok stootte met geweld tegen de dijk, raakte half op de dijk en half vol water. Alle personen moesten de bok verlaten en gingen op de dijk achter de bok zitten om zich tegen de golven te beschutten. Van de in totaal 21 personen waren te middernacht tussen 4 en 5 februari reeds 18 door de kou omgekomen. De overigen trachtten zich te beschutten met een mat, die zij in de bok gevonden hadden. Roelofje, haar man en zes van haar kinderen overleefden het niet. Alleen haar dochters Hermpje, 16 jaar oud, en Geertje, 14 jaar oud bleven gespaard. Mogelijk waren zij elders of zij waren twee van de drie overlevenden.
De lijken van 16 van de omgekomenen werden op zondag 6 februari door de visser Jan Roelofsen Koekoek naar Zwolle gebracht en daar op 7 februari aangegeven als overleden:
1. Diewertje Jans, 53 jaar, vrouw van Jan Roelofsen Koekoek
2. Jan Jansen Koekoek, 21 jaar, zoon van Jan Roelofsen Koekoek, daghuurder
3. Jacob Korthoef sr., 87 jaar,
4. Jan Jacobs Korthoef, 40 jaar, daghuurder, zoon van Jacob sr., ongehuwd,
5. Nelligje Korthoef, 53 jaar, landbouwster, dochter van Jacob sr., ongehuwd,
6. Jacob Korthoef jr., 50 jaar, landbouwer, echtgenoot van Roelofje Last,
7. Roelofje Last, 40 jaar, echtgenote van Jacob Korthoef jr.,
8. Jacob Korthoef, 13 jaar,
9. Barteld Korthoef, 10 jaar,
10. Herm Korthoef, 4 jaar,
11. Lammigjen Korthoef, 18 jaar,
12. Nelligje Korthoef, 8 jaar,
13. Marrigjen Korthoef, 2 jaar, 8 t/m 13 kinderen van Jacob jr. en Roelofje,
14. Anna Maria van Duursen, 55 jaar, weduwe van Gerrit Kok, matster,
15. Hendrikje Schut, 15 weken, dochter van Hendrik Schut en Dirkje Post,
16. Hendrik Schut, 25 jaar, daghuurder, echtgenoot van Dirkje Post.
Op 21 februari werd nog het lijk gevonden van Geertjen Koekoek, 15 weken oud, dochter van Jan Jans Koekoek.
Wie nr. 18 was heb ik niet kunnen achterhalen.
Op 28 augustus 1812 lenen Roelofje en haar man Jacob Korthoef, turfmaker te IJsselmuiden van Gerrit Beijerink, broodbakker te IJsselmuiden een bedrag van f.220,--, dat zij beloven terug te betalen over zes weken, op 9 oktober van dit jaar. Als onderpand geldt hun vee dat bij H. R. Verhaagen in de weide staat.