NDG; getuigen: Leendert de Jonge & Anna Pieterz [tante]
gemeente Wissenkerke-Geersdijk, vermoedelijk in Kamper(nieuw)land.
Er ist verheiratet mit Maria Geelhoed.
Sie haben geheiratet rund 1776 in Wissenkerke, Zeeland.
Kind(er):
Eduards zoon Pieter wordt bij zijn trouwen in 1801 'boerenzoon' genoemd. Elders wordt Eduard boerenknecht genoemd.
Het verschil tussen boerenknecht en kleine landbouwer was niet altijd zo groot. Een boerenknecht was de eerst verantwoordelijke op de boerenhoeve en stond in hoger aanzien dan vaste boerenarbeiders, die alleen handwerk deden. Daaronder nog stonden de dagloners. Als een boerenknecht zn best deed dan kon hij soms zijn eigen stukje land kopen en verder gaan als klein landbouwer. Maar vaak ging het ook andersom, boeren die het niet kondern bolwerken werden in dienst genomen als boerenknecht. Of vaak waren ze beide tegelijk. Dat kon geleid hebben tot deze situatie. (Maar dat waren dan meestal geen herenboeren, zoals de meeste landbouwers in Noord-Beveland.)Eduard de Smit had wel vermogende voorouders. Zijn moeder Jannetje van der Lisse stamde uit de familie van de Heren van Emelisse, vroeger de ambachtsheren op het eilend.
Eduard koopt in 1792 een (wacht)stal voor 3 pond: https://hdl.handle.net/21.12113/C66346DBAB20419ABFDCBB2C45E636FC.
Wordt in 1798 genoemd als landman: https://www.zeeuwsarchief.nl/onderzoek-het-zelf/archief/?mivast=239&mizig=862&miadt=239&miaet=18&micode=4-BEV-1797&minr=10943691&;miview=ldt.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.