Pass auf: War älter als 65 Jahre (67), als Kind (Bernardus Marius Moorrees) geboren wurde (27. August 1847).
* van 6 september 1807 tot en met 29 april 1809 Hervormd predikant te (Lage) Vuursche.
* van 29 april 1809 tot en met 13 augustus 1815 Hervormd Predikant te Bovenkarspel.
* van 13 augustus 1815 tot en met 13 oktober 1816 Hervormd predikant te Wijk (Noord-Brabant).
* van 13 oktober 1816 tot en met 1830 Hervormd predikant te Nijkerk.
* van 7 augustus 1831 tot en met 1 juli 1851 Hervormd predikant te Wijk (Noord-Brabant).
ten tijde van het huwelijk van zijn zoon Jan Gerrit Gabriel
Behoorde eerst tot het korps door prins Frederik der Nederlanden in het Osnabruckse opgericht tot verdediging des vaderlands, doch nam bij de opheffing van hetzelve en gedeeltelijke overgang daarvan in Oostenroijkschendienst zijn ontslag.
Pass auf: Ehegatte (Jeanne Henriette Elisabeth de Pineda) ist 37 Jahre jünger.
(1) Er ist verheiratet mit Everharda Maria Kemink.
Sie haben geheiratet am 28. September 1807 in Utrecht (UT), er war 27 Jahre alt.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Jannetje Kreulen.
Sie haben geheiratet am 21. Oktober 1824 in Nijkerk (GLD) , er war 44 Jahre alt.Quelle 3
(3) Er ist verheiratet mit Jennetje (Nennetjen) van der Flier.
Sie haben geheiratet am 17. Dezember 1833 in Wijk bij Heusden, Noord-Brabant, Nederland (Wijk en Aalburg), er war 53 Jahre alt.Quelle 4
Kind(er):
(4) Er ist verheiratet mit Jeanne Henriette Elisabeth de Pineda.
Sie haben geheiratet am 28. Oktober 1846 in Wijk bij Heusden, Noord-Brabant, Nederland ook: Wijk en Aalburg, er war 66 Jahre alt.Quelle 5
Kind(er):
Ds. Bernardus Moorrees is geboren te Kuik bij Nijmegen op 1 augustus 1780. Hij verloor reeds op 4jarige leeftijd zijn moeder. Evenals zijn vader was hij al jong een felle en vurige voorstander van het Oranjehuis. Na een tijd als cavalerist te hebben rondgezworven, volgde hij de Latijnse school en studeerde daarna aan de hogeschool te Duisburg. Daarna kreeg hij een aanstelling als cadet sergeant van de erfprins van Oranje, de latere koning Willem I;
keert in 1801 terug, en gaat zich voorbereiden op de studie in de godgeleerdheid. Daartoe vestigt hij zich in 1804 te Utrecht om er de colleges te gaan volgen.
Op 6 september 1807 wordt hij als predikant van Lage Vuurse bevestigd. Enkele weken later trouwt hij met Everdina Maria Kemink, de dochter van de bekende Utrechtse uitgever Kemink.
Na een verblijf van 19 maanden verwisselt hij genoemde gemeente met Bovenkarspel, welke gemeente hij 6 jaar en 3 maanden dient, om daarna te vertrekken naar de gemeente Wijk bij Heusden.
Voor de tweede maal volgt hij de bekende ds. D.A. Detmar in een gemeente op. Hij blijft er slechts kort. Al na een jaar volgt hij de roeping op naar Nijkerk op de Veluwe. Die gemeente dient hij ruim 14 jaar. Zoals daar in de 18e eeuw onder ds. Ger.
Kuypers een geestelijke opwekking plaatsvond, zo gebeurde dit nu ook onder de prediking van ds. Moorrees. Zelf getuigt hij daarvan: "Ik heb ruim veertien jaar in de belangrijke en de mij onvergetelijke gemeente van Nijkerk op de Veluwe gearbeid, ene godsdienstige opwekking bijgewoond, die de hele gemeente bijna in beweging bracht".
Dat er ook veel onder gevonden werd, wat geen ware grond mocht heten, blijkt uit zijn opmerking: "Ik heb het onderscheid tussen hartstochtelijke opwindingen en godsdienstige geestdrift leren kennen, zoals van achteren kenbaar wordt tussen het
ware werk des Heiligen Geestes".
Waren de Nijkerkse jaren voor hem een gezegende tijd, toch bleven hem drukwegen niet bespaard. Hier verloor hij kort na elkaar, én zijn vrouw én zijn dochter. In 1824 hertrouwt hij met Jannetje van K(r)eulen.
Wegens zijn zwakke gezondheid moest hij in 1830 emeritaat aanvragen. Maar slechtsvoor een korte tijd. Want na het overlijden van de Wijkse predikant kreeg hij te geloven daar weer predikant te moeten worden.
Op een wonderlijke manier werd een beroep op hem uitgebracht. Van plan en al onderweg om de predikant van Oldebroek te gaan beroepen, kwamen de Wijkse broeders bij ds. Moorrees terecht, en... beriepen hem! Het beroep nam hij
op staande voet aan, daar de zaak hem reeds van 's Heerenwege bekend was. Op 7 augustus 1831 doet hij intrede in zijn oude gemeente.
Hier verliest hij, in oktober 1832, zijn tweede vrouw. Hij trouwt in november 1833 voor de derde maal, n.l. met Nennetje van der Flier, die hem op 15 januari 1845 weer door de dood ontvalt. Opnieuw is ds. Moorrees weduwnaar, en dat voor de derde maal. Zelf leidt hij de begrafenis van zijn vrouw met de woorden uit Johannes 11: 42. Hierover is door zijn tegenstanders veel te doen geweest. Zelfs verscheen er een geschrift van een gemeentelid tegen deze woorden.
18 Maanden later trouwt hij voor de vierde maal, en wel met Jeanette de Pinéda die hem zou overleven.
Op zondag 19 augustus 1860 werd ds. Moorrees afgelost van zijn aardse post, na meer dan een halve eeuw in dienst te zijn geweest van zijn Meester. Nu mocht hij het loon ontvangen van de getrouw dienstknecht des Heeren.
Zowel in zijn gezin als in het kerkelijke leven zijn naast vele zegeningen aan ds. Moorrees zware beproevingen niet gespaard gebleven. Als Hervormd predikant heeft hij zich verheven en zijn stem laten horen tegen het grote verval in de Vaderlandse
kerk, die hem lief en dierbaar was. In zijn dagen vond de Afscheiding plaats, en in tegenstelling met velen onder zijn collega's zoals b.v. ds. W.C. Pape, 'n kerkelijk gezaghebbend man in het Land van Neusden en Altena, heeft ds. Moorrees zich nooit
uit de hoogte uitgelaten over degenen die heengingen. Ds. Moorrees zelf bleef, terwijl van de zijde van de officiële kerk ervoor gevreesd werd, dat hij ook zou gaan. De Wijkse predikant verstond zijn roeping. Dat komt ook tot uiting in zijn geschriften en protesten die hij telkens liet uitgaan. Uit zijn eigen kerkverband werd hij door velen beschuldigd, o.a. door een anonieme schrijver in een pamflet: "Ds. Moorrees beschuldigt de Ned. Herv. Kerk en daarmede zijn ambtgenoten van vrijdenkerij, zonder het te bewijzen". Ds. Moorrees reageerde daarop met een door hem geschreven verklaring, die hij als
titel meegeeft: "Afgeperste zelfverdediging tegen de beschuldigingen van een ongenoemde schrijver", 1833. Zoals de titel al verraadt, staat hij in dit geschrift zijn tegenstander duidelijk te woord. Daarin voert hij een warm pleidooi voor het behoud
en de handhaving van de aloude belijdenisgeschriften.
In 1838 verschijnt er een leerrede van zijn hand betreffende de belijdenis. Daarin pleit hij voor het behoud van de Formulieren van enigheid, tot instandhouding van de zuivere leer in de Gereformeerde Kerk.
In 1841 geeft hij zijn bekendste werkje uit, getiteld "Adres aan mijn Gereformeerde geloofsgenoten in ons Vaderland". Dat geschrift werd mede ondertekend door een vijftal collega's, en verder door 8790 lidmaten.
In 1842 schrijft hij opnieuw een protest aan de Synode, ook nu weer medeondertekend door ambtsdragers en gemeenteleden. Ondanks alle protesten kreeg men geen bevredigend antwoord van de Synode, alles bleef vruchteloos. De eis van ds. Moorrees en de zijn, om handhaving van de kerkelijke Formulieren en Belijdenisgeschriften in alles..., had de Synode afgewezen.
Uit de geschriften van ds. Moorrees blijkt, dat hij de ere Gods en de Waarheid van harte liefhad. Graag gaf hij aan allen (dus zowel aan hen die heengingen, als aan degenen die bleven!), die de oude waarheid liefhadden en door het ware, beproefde
geloof verenigd waren... de hand, en wenste dat de liefdeband hersteld en bestendigd mocht worden.
Dat komt ook uit in zijn omvangrijke boekje, dat hij in 1837 uitgaf onder de sprekende titel: "Een eenvoudig Maar ernstig woord aan al mijn geloofsgenoten in deze donkere en treurige dagen, zowel aan degenen die zich van de bestaande kerk hebben afgescheiden, als aan degenen die nog in de kerk gebleven zijn".
Ds. H. Harkema, Hervormd predikant te Brakel, begint zijn beschrijving van ds. Moorrees' leven als volgt: "Een van de markantste figuren van "Hen die bleven" is ongetwijfeld ds. Bern. Moorrees. Hij is een van degenen die de belijdenis liefhadden, enz.
In prediking, verschillende geschriften en adressen aan de Synode roept hij de dwalende Hervormde kerk op tot wederkeer tot het geloof der vaderen" (Uit: "Zij die bleven", Nijkerk, Callenbach, 1981.)
In de u hierbij geboden levensbeschrijving, die grotendeels van Moorrees' eigen hand is, getuigt deze predikant van het werk Gods, dat in de ziel der uitverkoreen verheerlijkt wordt. Met droefheid getuigt hij van zijn "Treurige eertijds", maar met liefde en blijdschap mag hij ook door genade getuigen van het krachtige werk Gods in zijn bekering, zijn rechtvaardigmaking en zijn roeping tot het ambt.
Nagelaten documenten Bernardus Moorrees 1780-1860
Dictaat ‘Analysis Psalmorum Hebraïcorum’, z.d., mogelijk 1816 1 deel
Aantekeningen en dictaten ter voorbereiding van examens, z.d. 2 deeltjes in 1 omslag Rapport van de predikanten van de Nederlands-Hervormde Gemeente te Nijkerk op aanmaning ingezonden bij het classicaal bestuur te Harderwijk n.a.v. de “Nijkerkse Beroerten”, z.d. (c. 1830). 1 katern
Zes Leerredes en preken van ds. B. Moorrees met onder meer die gehouden bij zijn intrede voor de tweede keer bij de gemeente van Wijk en Aalburg, c. 1830-1849.
5 stukken in 1 omslag NB: Zie ook de gedrukte documentatie inv. nrs. 145 - 147
Afschriften uit het archief van de kerkeNraad te Wijk bij Heusden betreffende ds. B. Moorrees, vervaardigd door mevrouw C. E. Gerretson-Harmsen, c. 1925-1930.
Der Zugriff auf die Bilder der Publikation ist vom Autor eingeschränkt.
Wenn Sie von dem Autor/der Autorin eingeladen sind, können Sie sich anmelden und den privaten Bereich anschauen.
Bernardus (Barnhardus) Moorrees | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1807 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Everharda Maria Kemink | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1824 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannetje Kreulen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1833 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jennetje (Nennetjen) van der Flier | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) 1846 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jeanne Henriette Elisabeth de Pineda |
Boek Nederlands Patriciaat 1961 pagina 238
RANB (Brabantsarchief) inventnr. 55, kantoor Heusden memorienummer 93
Gelders Archief, toeg 0207, invent 3564, huwelijk Nijkerk akte nr 31
Gelders Archief + Regionaal Archief Noord Brabant invnr 9246 wijk en Aalburg, huwelijk aktenr. 7
RANB (Brabantsarchief) inventnr. 9247, BS akte 6