Zie doopreg.
Frans Thomas Engelenburg
geboren: 15-07-1777 te Vollenhove
overleden: 28-05-1850 te Oldebroek
bron voor de persoonsgegevens
Nederland's Patriciaat. Genealogieën van vooraanstaande geslachten ('s-Gravenhage 1910-) 43 (1957) 117.
functies in bovenlokale instellingen
functie: lid
instelling: Provinciale Staten van Gelderland (1814-1861)
van: 03-07-1821 - 01-07-1833
namens: Heerde/Barneveld [Elspeet], landelijke stand
anderen met deze aanstelling...
functie: lid
instelling: Provinciale Staten van Gelderland (1814-1861)
van: 10-10-1833 - 1850
namens: Heerde/Barneveld [Elspeet], landelijke stand
anderen met deze aanstelling...
De op 1-6-1833 gekozen Van Zuylen van Nievelt van den Brielert bedankte.
95,9 hectare
In 1820 kocht Frans dit onroerend goed uit de boedel van zijn overleden echtgentoe Ephraime en van haar kinderen uit haar 1e huwelijk
Zie overl.adv.
Zie hier de pag. 44 van het boekje van FV Engelenburg over de grafkelder
(1) Er ist verheiratet mit Ephraime Bertha Johanna de la Sabloniére.
Die Berechtigung zur Ehe wurde am 28. August 1804 erteilt.
Sie haben geheiratet am 16. September 1804 in Oldebroek (Gld)D e Oldhorst, er war 27 Jahre alt.Quelle 3Zie ondertrouwadv, trouwreg.
16 Sept. zijn hier in den Echt bevestigd: Frans Thomas Engelenburg, J.M. geboren onder Vollenhove en wonende te Campen met Ephraima Barta Johanna de la Sabloniere, weduwe Daniel Janette Waalen, geboren in den Colonie de Berbice, wonende te Campen, thans te Oldebroek. Op attest van den Scholt J. de Hen, d.d. 16 Sept. h.a. dat dezelve op den 28 Aug. 1804 alhier voor de wet zijn ondertrouwd, waar van de 3 Zondags Proclamatiën alhier, als mede te Campen zijn ergaan.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Lucia Maria Gerhardusen Westerlo.
Sie haben geheiratet am 20. November 1824 in Amsterdam (NH) , er war 47 Jahre alt.Quelle 4
Zie huw.akte
(3) Er ist verheiratet mit Johanna Gerrits Moojen.
Sie haben geheiratet am 22. November 1849 in Elburg (Gld) , er war 72 Jahre alt.
Zie huw.adv. Frans en Johanna
Zie tekst uit het boekje van FV Engelenburg bij zijn oudste zuster Berendina, pag. 16 en 17
Zie alhier de tekst uit het boekje van FV Engelenburg over Frans Thomas Engelenburg en zijn echtgenotes, de pag. 18,19,20,
21,22,23,24 en 25
Hij deed op 24-02-1794 als 16-jarige belijdenis voor Ds. Proper te Vollenhove.
Hij is op 01-11-1806 vertrokken met attestatie naar Campen (bron: lidmatenregister Vollenhove).
2948 G.Nieuwenkamp verkoopt voor ƒ 12000 aan F.T.Engelenburg een boerenerf in Zalk met wijlen haar echtgenoot meer dan 30 jaar in langdurig en ongestoord bezit geweest en middels akte van scheiding d.d. 3 juni 1837 toe- en aanbedeeld.
Datum: 03-06-1837
Aktebenoemingen: transport van onroerend goed
Notaris: Rambonnet, Francois
Object in akte: boerenerf: huis, schuur, bergen en 25 bunder bouw-, hooi en weilanden
Akteplaats: Kampen
Aktenummer: 2948
Koper: Frans Thomas Engelenburg
Verkoopster: Geesje Nieuwenkamp
Toegangsnummer: 00124 Notarieel Archief Kampen
Inventarisnummer: I-553b
Uit: Biografie van die taalstrijder FV Engelenburg, door Linda, Eugene Brink
Die tweede kind en oudste seun van Vredenrijk Jan en Maria was Frans Thomas Engelenburg (sesde geslag). Hy is op 15 Julie 1777 gebore en was die
oupagrootjie van Frans Engelenburg.Op 18 Oktober 1805, op 28-jarige leeftyd, het hy met die aantreklike 34-jarige weduwee en moeder van vyf kinders,
Ephraime Bertha Johanna de la Sablonière of 'Eefje' soos sy genoem is, getrou. Saam het hulle vyf kinders gehad. Hulle het mekaar reeds lank geken en FransT homas was met haar enigste broer bevriend. Ephraime het tot die Franse adel behoort en het met haar tweede eggenoot op haar landgoed 'De Oldhorst', byOldebroek in die provinsie Gelderland gaan woon. Haar eerste eggenoot was Daniel Jannette Walen. Sy was aan luukshede gewoond en haar veel jonger tweede eggenoot Frans Thomas wat heeltemal onder haar bekoring was, het Kort ná sy tweede vrou se dood in 1848 het die landheer Frans Thomas vir 'n derde keer getrou, naamlik met Johanna Moojen wat in 1813 te Oldebroek gebore is. Twee jaar later, op 29 Mei 1850, het Frans Thomas Engelenburg op 'De Oldhorst' gesterf. By die verdeling van die nalatenskap het die landgoed in 1852 die besit van die enigste lewende kind, Maria Catherina Albertina Everarda Engelenburg, geword. Sy het die landgoed in 1858 aan H.A. Wittewaall van Stoetwegen, burgemeester van Kampen, verkoop. Dit het daarna agtereenvolgens in besit gekom van die families Nobel (in 1868), C.L. van Beijma (1913), graaf René F.W. van Bylandt (1920) en graaf Frederik E.L. van Bylandt (1933). In 1954 het dit die eiendom geword van barones Van Tuyl van Serooskerken –gravin van Limburg Stirum. Ná haar dood is die eiendom aan enkele beleggers verkoop. In 1976 het dit in besit gekom van die here Gommers en Ruyten. Die huidige eienaar, meneer Jan B. Kaiser, het die eiendom in 1982 gekoop. Nie groot teenstand teen haar spandabelrigheid gebied nie. Hulle huwelik was baie gelukkig en het sewe jaar geduur waarna Ephraime, kort na die geboorte van haar tiende kind op 41-jarige ouderdom oorlede is. Ephraime se vader, Stephen Hendrik, is in 1714 in Nijmegen, Nederland gebore. Die De la Sablonières was lank voor die Franse Revolusie in Nederland woonagtig.
Die herehuis op die landgoed 'De Oldhorst' is in 1751 gebou. Sy hoofingang kyk suid sodat dit die grootste deel van die dag son kry. 'Horst' beteken "hooggeleë gebied wat ruig met kreupelhout begroei is". Dit beteken ook nes of vesting met bome en struike daaromheen - dus 'n beveiligde stuk grond. 'De Oldhorst' was in geheel 112 morge (95,9 hektaar) groot.23 Benewens die herehuis was daar ook twee boerehuise, saai- en weilande, tuine, vywers, ingels, bome en houtgewasse.
Met die dood van Ephraime op 30 Desember 1812 en met die finalisering van haar boedel het geblyk dat sy nagenoeg eweveel skuld as bates gehad het. Dit het Frans Thomas jare van nougesette administrasie gekos om, in belang van die tien kinders, 'n stewige boedel op te bou. Met haar dood het 'De Oldhorst'-landgoed die vyf kinders uit haar eerste huwelik toegeval. Frans Thomas het die landgoed in 1820 by die kinders vir ƒ34 000 oorgeneem.
Frans Thomas het die landgoed voortreflik bestuur. Hy het 'n goeie oog vir besigheid gehad en het sy grondbesit met verdere aankope vermeerder. Hy was "wethouder van de gemeente Oldebroek" en van 1831 af, tot met sy dood in 1850, was hy lid van die provinsiale raad van Gelderland. Hy was ook een van die finansiers van die belangrike nuwe hoofweg tussen Amersfoort en Zwolle.
Ná die dood van Ephraime het Frans Thomas se moeder, Maria Engelenburg-Van Braam, die huishouding behartig. Die gesin het in daardie stadium uit vier
voorkinders uit die Walen-huwelik en vyf eie kinders bestaan. Teen 1823 was a ldie Walen-kinders getroud. Drie van die Engelenburg-kinders het nog in die huis gewoon. Die oorblywende twee meisies en 'n sieklike seuntjie was al wat 'n bietjiel ewe in die huis gebring het. Dit het die 47-jarige Frans Thomas laat besluit om te hertrou. Hy het in 1824 met die weduwee Lucia Maria Luyken-Westerlo, toe 49 jaar oud, getrou. Die huwelik het 24 jaar geduur tot sy op 12 Mei 1848 op 'De Oldhorst' gesterf het.
Terwyl Frans Thomas met Lucia getroud was, het hy in 1833 'n ruim, gemesselde familiegrafkelder laat bou. Dit is gebou op 'n sanderige hoogte op 'n kort afstand, suid van 'De Oldhorst'. Dit is so gebou dat vloede wat van tyd tot tyd die laer gebied geteister het, nie die struktuur van die kelder benadeel nie. Die grafkelder is op 'n langwerpige strook boombegroeide terrein, omring deur 'n lae baksteenmuur met 'n ysterhek, gebou. In die middel is 'n groot plat steen sigbaar waarop die volgende woorde ingegraveer is: "Rustplaats der familie Engelenburg". Telkens wanneer van die grafkelder gebruik gemaak is, moes die ingang oopgebreek en daarna weer toegemessel word. In die grafkelder is die stoflike oorskot van 11 familielede geplaas. Van 1833 tot 1850 is nege lede van die familie in die grafkelder geplaas. Die grafkelder het daarna vir 70 jaar verseël gebly, waarna Frans Thomas Vredenrijk Engelenburg (1836-1920), vader van Frans Engelenburg (onderwerp van dié studie), in 1920 daar neergelê is. Drie jaar"wethouder van de gemeente Oldebroek" en van 1831 af, tot met sy dood in 1850, was hy lid van die provinsiale raad van Gelderland. Ná die dood van Ephraime het Frans Thomas se moeder, Maria Engelenburg-
Braam, die huishouding behartig. Die gesin het in daardie stadium uit vier voorkinders uit die Walen-huwelik en vyf eie kinders bestaan.
Oldhorst en Vollenhof
door Hendrik van Boven
http://home.lijbrandt.nl/l.j.hvanboven/arenlezen.htm#oldhorst
Deze landgoederen zijn oorspronkelijk zeer waarschijnlijk ??n geweest en al heel oud, er moet nog een koopacte bestaan uit 1612. Misschien is het eerst een soort "Spijker" geweest, en de landerijen samen waren veel groter dan tegenwoordig. In 1751 is het buitenhuis gebouwd in opdracht van A.K.Brouwer, die de Oldhorst in 1766 weer verkocht aan A.P. Lemker uit Breda en in 1799 is het uit de nalatenschap van mej. H.H.Lemker van Breda verkocht aan mr. Dani?l Jannette Walen, wiens wed. in 1803 hertrouwde met Frans Thomas Engelenburg.
De Engelenburgs kwamen van de havezate "Rollecate" bij Vollenhove en in die rumoerige tijden was het in die streken niet erg veilig voor oranjegezinden, wat de Engelenburgs waren, reden waarom ze naar Kampen verhuisden. Frank Thomas werd voor 200 gulden zelfs "grootburger" van Kampen. Ze huwden met families Von Morre, met Van Braam, en later nog met de familie "De la Sabloni?re", welke tot de franse adel behoorde.
Ephraimede la Sabloni?re, meestal "Eefje" genoemd, geboren in 1771, huwde in 1789 met reeds genoemde Mr D.J.Walen, die in 1765 te Dordrecht was geboren en in 1800 te Kampen overleed. Op 5 sept. 1798 kochten zij op een openbare verkoping het landgoed "De Oldhorst" onder Oldebroek, uit de boedel van wijlen Helena Hendrika Lemker. In juni 1795 werd de Oldhorst aan de nieuwe eigenaars overgedagen en na het overlijden van Mr D.J.Walen, en het hertrouwen van diens weduwe met F.T.Engelenberg, deden deze in 1810 het pand vergroten. Uit deze tijd stamd ook de, in engelse stijl aangelegde tuin met waterpartijen en grot. De toren is misschien gebouwd in het midden der vorige eeuw.
In 1820 kocht Engelenburg de Oldhorst van de kinderen uit het eerste huwelijk van zijn vrouw. Hij overleed in 1850. Het landgoed was 112 morgen (HA) groot en bestond uit 2 boerderijen, gebouwen, tuin, bomen, veel houtgewas, vijvers, enz.
"Eefje" kreeg van haar eerste man, die in Kampen overleden was, dit landgoed, en trouwde in 1805 met F.T. Engelenberg, die toen 18 jaar was en schonk hem in een 7 jarig gelukkig huwelijk 5 kinderen. Frans had toen de zorg voor 10 kinderen, waarvan de eerste 5 de Oldhorst erfden, hetwelk hij van die kinderen kocht voor f 34.000.--. Op 47 jarige leeftijd trouwde hij in 1824 met een 49 jarige weduwe Lucia, Maria Westerlo en heeft 24 jaar op Oldhorst met haar geleefd. Zij overleed in 1848. Niet lang na de dood van zijn vrouw trouwde hij voor de derde maal, nu metJohanna Mooien, die in 1813 geboren was. Hij overleed 28.5.1850 op de Oldhorst.
Hij was wethouder in Oldebroek en sinds 1831 lid van de provinciale staten van Gelderland en medefinancier van de nieuwe straatweg van Amersfoort naar Zwolle. Hij kocht veel wei- en hooiland in de omgeving.
De Oldhorst ging over naar een dochter van Frans, maar deze kwam er niet wonen. De buitenplaats is namens haar met de landerijen verkocht.
De Oldhorst is na Engelenburg in bezit gekomen van de fam. Nobel die burgemeester was van onze gemeente; zijn erfgename, een dochter trouwde met eene Van Pallandt. Later woonde er weer een burgemeester, Jhr F.F.F.Z. van Asch van Wijck. Na diens dood werd alles verkocht, van Vollenhof werd eigenaar Jhr Hora Siccama en van Oldhorst Beyma toe Kingma, van wien het overging naar Graaf Van Bylandt en na diens dood naar zijn vrouw, die zelf gravin van Limburg Stirum was. Deze laatste trouwde weer met Baron Tuyl van Serooskerke, die er niet bleef wonen, waardoor er veel verwaarloosd werd. Het is nog wel eens bewoond geweest door verschillende groepen van mensen. Na het overlijden van de baron kwam De Oldhorst in bezit van de heren Ruyters en Gommers, die in de 2 jaar, dat ze er woonden (wonen?) het pand weer in bewoonbare staat hebben gebracht.
Sinds oktober 1982 is het koetshuis en het Noorderbos eigendom van Mw. Cora de Vries en het overige deel eigendom en J.B. Kaiser.
Volgens overlevering is er een onderaardse gang van Oldhorst naar Wittenstein, waarvan, naar gezegd wordt, in de jaren '50 de ingang gevonden schijnt (deels overgenomen uit "de Broeklanden" juli 1983,3e jaargang no 3).
Tot mijn spijt heb ik van andere landgoederen geen gegevens.
Frans Thomas Engelenburg | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1804 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1824 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lucia Maria Gerhardusen Westerlo | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1849 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Gerrits Moojen |