Een voeger is een bouwvakker die zich speciaal heeft toegelegd op het voegen van muren. Een speciale opleiding hiervoor is niet vereist. Een voeger is meestal een zogenaamde onderaannemer die het werk voor een bepaalde prijs per vierkante meter aanneemt van de (hoofd)aannemer.
Voegen doet men alleen bij zogenaamd schoon metselwerk. Dat zijn netjes gemetselde muren, waarvan de stenen in het zicht blijven (schoon blijven van stucwerk e.d.). Nadat de metselaar de muren van een gebouw "op hoogte" heeft, d.w.z. klaar is met metselen, inclusief het uitkrabben van de voegen, komt de voeger.
Deze begint bovenaan met het schoonborstelen van de muur met verdund zoutzuur en spoelt de stenen af met (veel) water. Hij werkt dus van boven naar beneden. Als de muur voldoende droog is (niet te droog) begint hij eerst de stootvoegen te zetten meteen korte voegspijker en gaat vervolgens de lintvoegen afwerken met de gewone voegspijker. Voor het voegen wordt aardvochtige specie gebruikt. Hij werkt de specie vanaf een voegbord, welke tegen de muur wordt gehouden net onder de voeg, in de voegen.
De voegen kunnen op verschillende manieren worden afgewerkt:
platvol
geborsteld
gesneden
als schaduwvoeg
Het esthetisch effect van het voegwerk kan beïnvloed worden door bijmenging van kalk of kleurstof. Ook wordt wel met witte cement gewerkt voor (bijna) witte voegen.
Er ist verheiratet mit Elisabeth Spithout.
Sie haben geheiratet am 15. Juni 1881 in Utrecht, Utrecht, NL , er war 19 Jahre alt.Quelle 3
Kind(er):
Cornelis Bernardus de Groot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1881 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Spithout |