Abresch: Friedrich Ludwig A., filoloog, geboren op 29 december 1699 in Homburg (niet Hanau), 1782.
Welke omstandigheden hem ertoe brachten naar Holland te gaan, is onbekend. Na het doorlopen van de gereformeerde school in Herborn studeerde hij in Utrecht, waar hij Duker en Drakenborch als onderwijzers had, en met name de vriendschap van laatstgenoemde won.
Maar in tegenstelling tot wat zijn leraren hem aangaven, richtte hij zijn activiteit meer op de studie van de Griekse literatuur, die door het Hemsterhuys nieuw leven werd ingeblazen, voor zover de officiële omstandigheden hem dat toelieten. Want in 1723 werd hij rector, in 1725 rector in Middelburg, en toen hij na de dood van zijn eerste vrouw met een rijke vrouw uit Zwolle was getrouwd, gaf hij graag gehoor aan de oproep van het college van deze stad om daar het rectoraat over te nemen.
Hij woonde in dit kantoor tot|1782, die zelfs op hoge leeftijd grote kracht geniet. Zijn studies (cf. Meusel Lex.) omvatten Griekse dichters en prozaschrijvers; de vruchten hiervan zijn verspreid in de "Miscellaneae observationes" (vanaf het 7e deel), totdat hij in 1743 op de voorgrond trad met "Animadversiones in Aeschylum libri II" en er in 1763 een derde boek aan toevoegde.
Hij leverde ook kritische bijdragen aan Sophocles. In 1749 volgde de uitgave van de brieven van Aristänetos en Libanios, die meer bij toeval werd geschreven als aanvulling op het "Lectionum Aristaenetearum libri II" en daardoor zonder orde en plan allerlei kritisch materiaal verzamelt, dat in 1752 verder werd uitgebreid in het werk "Virorum aliquot eruditorum in Arist. Coniecturae".
In 1753 en 1755 verscheen "Dilucidationes Thucydideae", waaraan in 1763 een auctarium werd toegevoegd.
Hij deed zijn best om handschriften met elkaar te vergelijken en schuwde de kritiek op vermoedens niet, maar het belangrijkste voor hem waren de uitgebreide verzamelingen over fraseologie en grammatica.
De bewerking van Cattier's "Gazophylacium Graecorum" (Trai. 1757) geeft etymologisch onderzoek, waarbij het systeem van het Hemsterhuys uiteraard is gebaseerd.
Zijn werk over Aristides, de retoricus, is nog niet voltooid. Brieven van hem aan Reiske zijn te vinden in zijn biografie, pp. 185-206.
Auteur: Eckstein.
(1) Er ist verheiratet mit Rebecca Trouillart.
Sie haben geheiratet am 1. Januar 1727 in Zwolle, er war 27 Jahre alt.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Abigail Wilhelmina Thiens.
Sie haben geheiratet am 17. November 1741 in Amersfoort, er war 41 Jahre alt.Quelle 5
Kind(er):
Großeltern
Eltern
Geschwister
Kinder
Friedrich Ludwich Abresch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1727 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rebecca Trouillart | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1741 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Abigail Wilhelmina Thiens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||