Datum: 06-08-1609
Soort akte: Boedelscheiding
Samenvatting: Verdeling van de boedel
Bijzonderheden:
- Comparanten zijn de erfgenamen van Rutger van Lielaer.
- Zij hebben gedeeld in twee porties, het huis staande in het kwartier van de Crommestraat, achter het Stadhuis. Belend aan de ene zijde Clemens Peterszn. en aan de andere zijde de erfgenamen van Henrickgen, Rijck Dircxzn. weduwe. - Willem Rutgers van Lielaer zal de ene helft van het huis krijgen, zoals die nu door mr. Jan Lucas tegenwoordig bewoond wordt, gelegen aan de zijde van Clemens Peterszn.
- De andere helft, zijnde het "Cleyne Huys" zal gaan naar:
= Willem Rutgers van Lielaer en
= Jacob Evertszn., als man en voogd van Atris Rutgers, zijn huisvrouw,
= Gosen Everts, als vader en voogd van zijn kinderen, verwekt bij Marritgen Rutgers,
= Ghijsbert Rutgers van Lielaer,
= Willem Rutgers van Lielaer de jonge,
= Peter Scheffer, als man en voogd van Sophie Rutgers,
= Jacob Rutgers van Lielaer, in gelijke porties, en
= Willem R.v.L. de jonge, Peter S. en Jacob R.v.L. nog voor het gedeelte van wijlen Mechteld Rutgers, zijnde tezamen 8 porties.
- Willem Rutgers van Lielaer (de oude) is tegenwoordig woonachtig in het kleine huis.
Voorwaarde is dat het kleine huis de achterste kelder onder het grote huis zal hebben en daarvoor een ingang zal worden gemaakt op kosten van het kleine huis. Dat het grote huis daar geen letsel door heeft en waartegenover de gemeenschappelijke erfgenamen zullen genieten de bedstede die Willem R.v.L. de oude toekomt en tegenwoordig in het kleine huis staat.
Het kleine huis zal nog genieten de hof in de breedte van de deur- en raamstijl, aan de oostzijde in de lengte van 22 voet, waarbij de gang op het noorden 5½ voet breed blijft, recht op de gevel van de erfgenamen van Henrickgen, Rijck Dircxzn. weduwe.
Het grote huis zal van zijn deurstijl tot aan de scheidsmuur toe, het hofje hebben van 8 voet rechtuit en vandaar lijnrecht op het oude "besteck", zonder dat de eigenaar van het grote huis enige bomen in zijn hof zal mogen zetten,
en het kleine huis zal de rank van de wijngaard behouden van het grote huis zoals het die tegenwoordig heeft, zo lang een rank in goede staat is.
En er zal een zeker stuk muur en planken, staande in het achterhuis beneden, voor gemeenschappelijke kosten van beide huizen afgebroken worden en wederom met een muur gerepareerd.
De zolders boven zullen voor gemeenschappelijke kosten gerepareerd worden. De omheining of afscheiding van de beide hoven eveneens voor gemeenschappelijke kosten worden gedaan.
Het grote huis zal gehouden zijn het water van het kleine huis te leiden.
- Willem R.v.L. de oude zal voor het grote huis 520 carolus gulden betalen, mits hij daarbij draagt de lasten van 4 gulden jaarlijks, het St. Joris capittel toekomende, waarvan de hoofdsom van de voornoemde kooppenningen zal worden afgetrokken.
- De gemeenschappelijke erfgenamen van het kleine huis zullen 380 carolus gulden betalen, mits zij de lasten van 13 gulden jaarlijks: het St. Joris kapittel 4 gulden, Jan Quintijnzn. 3 gulden plus Willem R.v.L. de oude 6 gulden betalen, waarvan de hoofdsom van voornoemde kooppenningen eveneens zal worden afgetrokken.
- Wel te verstaan dat het grote huis het kleine huis zal vrijen van de lasten door het grote huis veroorzaakt en het kleine huis zal van diens lasten het grote huis vrijen "daarvoor tot vermaninge voornoemde huizen verbinden".
- Willem Rutgers van Lielaer de oude, tekent als Van Lijlaer.
- Ghijsbert Rutgers van Lielaer, als Ghisbert Rutgersen van Liender.
- Willem Rutgers van Lielaer de jonge, als Wijllem Rutgertz van Lijnder de Jon. - Jacob Rutgers van Lielaer, als Jacop Rutgerts van Liener.
- Peter Scheffer, als Pyter Schöffer.
Op 08-08-1609 zijn de voornoemde erfgenamen overeengekomen dat Jacob Rutgers van Lielaer het kleine huis zal krijgen, zoals hiervan afgescheiden en met alle vermelde gerechtigheden, en dit voor de som van 380 gulden, waarvan zal worden afgetrokken de 13 gulden jaarlijks bij boedelscheiding belast. De resterende kooppenningen zullen worden betaald, de helft in mei 1610 en de andere helft in mei 1611. Aanvaarding mei 1610 en bij betaling van de laatste termijn zullen de gemeenschappelijke erfgenamen quitantie geven voor de goede betaling.
- Jacob R.v.L. zal Willem R.v.L. de oude vrijen van alle lasten volgens voornoemde boedelscheiding.
- De gemeenschappelijke erfgenamen zullen Jacob R.v.L. vrijen tot mei 1610 van de verschenen en verschijnende lasten, wel te verstaan dat hetgeen Jacob R.v.L. zal voorschieten van deze lasten, hij zal korten op de eerste termijn.
Getuige:
Derrick van Duverden
...?... Kreyll
Evert ...?...
Erfgenaam:
Willem van Lielaer de oude
Datering: 20-03-1612
Notaris: Johan van Ingen
Objecten:
- 2 Huizen, schuur en aancleven, met al hetgeen daarin aard- en nagelvast is
Belendingen: Jan Gerritzn., smith, en Thonis Goortzn.
Straat: in de St. Jansstraat
Plaats: Amersfoort
Bijzonderheden:
- Het huis is tegenwoordig in gebruik bij Thomas Thomaszn.
Comparanten/verkopers:
- Jacob Evertzn., als man en voogd van Beatris Rutgers van Lielaer,
- Gijsbert Rutgers van Lielaer,
- Goosen Evertzn., als vader en voogd van zijn kinderen verwekt bij Marrichgen Rutgers van Lielaer, ten overstaan van - Susanna van Dronckelaer als moeye (tante) van de kinderen van Beatris Rutgers van Lielaer, verwekt door Amelis Franszn. van Dronckelaer, waarvoor - Jan van Ingen, notaris, als haar gecoren voogd.
- Zij hebben dit verkocht aan Maes Lambertszn. en Ytgen Boths, echtelieden, voor de som van 1.200 carolus gulden, te betalen in 3 termijnen: mei 1612 - 400 gulden, mei 1613 en 1614 ieder 400 gulden, waarna transport zal worden gedaan met "vrijnge en waringe" van 3 carolus gulden jaarlijks op het voornoemde huis, die de vicarije, tegenwoordig eigendom van Jan Goortszn., toekomt, alsmede van alle verdere lasten uitgezonderd 's Heeren ongelden (= grondbelasting).
- Aanvaarding mei 1612. De 40e penning half om half.
- De eerste 700 gulden van de kooppenningen zullen door de verkopers beheerd worden ten behoeve van de kinderen van Beatris R. van Lielaer en Amelis Franszn. van Dronckelaer, in aftrek van hun vaders goed.
- De resterende kooppenningen zullen Gijsbert R. van Lielaer plus de kinderen van Goosen Evertzn. genieten; welteverstaan dat Beatris R. van Lielaer persoonlijk mede de last zal dragen voor haar aandeel, de hoofdsom van 3 gulden jaarlijks uit voornoemd huis, die de verkopers tot hun last genomen hebben.
- De kopers beloven bij deze aan Thomas Thomaszn. dat hij het voorhuis alleen, waar hij tegenwoordig woont, een jaar voor niets indien hij dat wenst, kan blijven bewonen.
- Op 08-06-1612 verklaren de verkopers uit handen van de koper 400 gulden ontvangen te hebben.
- Op 19-06-1613 verklaren Jacob Evertzn. en Beatris R. van Lielaer 400 gulden ontvangen te hebben van de koper, waarop 50 gulden gekort is, die de vicarije van Jan Goorts toekomt en die koper tot zijn last nemen zal.
- Op 06-08-1614 verklaart Thoentgen Amelis van Dronckelaerdr. van de koper ontvangen te hebben 50 gulden, in aftrek van de kooppenningen, in verband met de afwezigheid van Peter Dercxzn. Pijll (of Pull), haar man.
Verkoper:
- Jacob Evertzn. (tekent met: Van Jolenbroek); gehuwd met Beatrix Rutgers van Lilaar
- Beatris Rutgers van Lielaer
- Gijsbert Rutgers van Lielaer
- Goosen Evertzn.; weduwnaar van Marrichgen Rutgers van Lilaar
Belanghebbende:
- Susanna van Dronckelaer
Koper:
- Maes Lambertszn.
- Ytgen Boths
Kind(er):