Akten:
- Quitantie / Procuratie: 24-02-1635 J. van Ingen AT 002a003 folio 344 - 344 V.
Naam:
- Willem van der Beek (Lieutenant), zich tevens sterk makend voor Wilhelm Pistorius (predikant) en Maria van Schoonhoven, zijn huysvrouw (comparants zuster)
Opmerkingen:
- Comparant verklaart dat Jkvr. Levina van Westrhenen, weduwe en boedelhoudster van Rutger van Wenckum, aan hem heeft afgelost en betaald een plechte van 5 Hartoch Philippus guldens, 25 Hollantse stuivers, de jaarlijkse rente van 100 voornoemde guldens die Jacob van Hell en Beyeraert, zijn vrouw, voor de schout van Hoochlant en de maatschap van Weede en van Emmeler en thynsmeester van de Malen vastgelegd, schuldig was uit een half erf en goed, genaamd Vinckehoeff, gelegen aan de Coedijck.
- Voornoemde Levina van Westrhenen is tegenwoordig eigenaar en heeft de "besegelde brieve", gedateerd 01-02-1530 van de comparant, bij deze overhandigd.
- Comparant geeft volkomen procuratie aan Dyrck van Westrhenen en Peter Reyerszn. om de voornoemde rentebrief te casseren en alles te doen wat nodig is.
- Acte ter woonplaatse van Andries van Schadijck
Getuigen:
- Peter Schade (oud-schepen)
- Willem van Lielaer (brouwer).
:
(1) Sie ist verheiratet mit Albertus Eufrenius Blijdesin.
Sie haben geheiratet am 21. Januar 1606 in Amersfoort.Quelle 3
(2) Sie ist verheiratet mit Rutger van Wenckum.
Sie haben geheiratet am 5. Januar 1616 in Amersfoort.Quelle 3
Kind(er):
In de Akte van Boedelscheiding d.d. 1610 schrijft Levina haar eigen naam als: Livijsghen
:
Levina van Westrhenen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1606 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Albertus Eufrenius Blijdesin | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1616 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rutger van Wenckum |