Engelbert I van Edingen (-1092) was de eerst bekende heer van Edingen. Engelbert was de vader van Engelbert II en van ridder Bonifatius.
Edingen (oorspronkelijk Ingen, Frans: Enghien) is een stad en faciliteitengemeente in de Belgische provincie Henegouwen. Het stadje ligt in het noorden van de provincie, op zo'n 30 kilometer van Brussel en 80 km van Rijsel; de stadskern ligt vlak tegen de grens met Vlaanderen. De stad telt ruim 12.000 inwoners.
De stad Edingen is gesitueerd aan de oude Romeinse heirbaan Bavay-Asse. Edingen behoorde in de Karolingische tijd tot de Brabantgouw. Vanaf de 12e eeuw maakte het deel uit van het graafschap Henegouwen, nadat het eerst voor korte tijd in de invloedssfeer van het hertogdom Brabant had gelegen. Uiterlijk in 1486 had Edingen een rederijkerskamer. Kerkelijk ressorteerde Edingen tot 1566 onder het bisdom Kamerijk (Cambrai). Edingen was vooral bekend vanwege de productie van wandtapijten.
Edingen was vroeger het bezit van de familie van Arenberg, die het gebied in 1606 verkreeg van Hendrik IV.
Terwijl de noordelijker gelegen Henegouwse dorpen op het einde van de 18e eeuw door de Fransen bij het Dijledepartement werden gevoegd, kwam Edingen in het departement Jemappes terecht. Dat werd in 1815 tot provincie Henegouwen omgedoopt.
Tot voor de Tweede Wereldoorlog had het stadje Edingen nog een overwegend Nederlandstalige bevolking, zoals uit de officiële talentellingen blijkt. Ondanks het toekennen van taalfaciliteiten voor de oorspronkelijk Nederlandstalige bevolking in 1962, verfranste het stadje meer en meer. Vanaf het einde van de 20e eeuw kwamen Nederlandstalige inwijkelingen van buiten de gemeente zich vestigen in de deelgemeenten Mark en Lettelingen.
Kind(er):