Ebroin was tweemaal hofmeier in Neustrië, eerst van 658 totdat hij in 673 werd afgezet en daarna van 675 tot zijn dood in 680 of 681. Hij staat bekend als een gewelddadig en despotisch heerser die er naar streefde om zijn machtspositie uit te breiden naar Bourgondië en Austrasië. Hij voerde ook strijd met de Friese koning Aldgisl.
Geschiedenis
In 656 stierf Sigibert III, de Austrasische koning. Zijn ambitieuze hofmeier Grimoald de Oudere wilde diens macht overnemen en er brak een burgeroorlog uit. De machtsgreep van Grimoald mislukte, waarna de Frankische elite de Frankische koning Clovis II opriep om het verdeelde Frankische Rijk te verenigen. Erchinoald werd tot zijn hofmeier benoemd en toen deze in 658 stierf werd Ebroin de opvolger.
Ebroin stelde zich tot doel om de eenheid van het Frankische Rijk te behouden en daartoe voerde hij een harde politiek, meedogenloos bestreed hij zijn vijanden. Desondanks was hij niet bij machte de eenheid van het rijk te bewaren. Terwijl Chlotharius III, de zoon van Clovis II, over Neustrië en Bourgondië regeerde, werd hij in 660 door de Austrasiërs gedwongen Childerik II (broer van Chlotharius III) als hun eigen koning met Wulfoald als hofmeier te accepteren.
Ebroin deed zijn best om de vereniging van Bourgondië met Neustrië in stand te houden. Hij raakte daarbij in moeilijkheden door het onafhankelijkheidsstreven van de Bourgondische adel. Deze verenigde zich onder Leodegarius, de bisschop van Autun, en wist Ebroin in 670 te verslaan. Hij werd gevangengezet in het klooster van Luxeuil (670). Daarna werd bij proclamatie bepaald dat ieder koninkrijk zijn eigen wetten en gewoonten mocht houden en dat geen ambtsdragers (hofmeiers) in meerdere rijken in functie mochten zijn en dat niemand meer tirannie mocht vestigen zoals Ebroin dat had gedaan. Niettemin wordt kort daarna Leodegarius verslagen door de Austrasiërs onder Wulfoald en eveneens opgesloten in een klooster (673).
Gelijktijdig maken beide ballingen gebruik van de algemene anarchie en vluchten uit het klooster. Spoedig staan Ebroin en Leodegarius weer tegenover elkaar. Beiden zoeken steun bij een Merovingische koning. Ebroin proclameert zowaar een "valse" Merovinger als heerser. Bij Autun wordt Leodegarius door Ebroin overwonnen en gedwongen zich over te geven. Op 2 oktober 679 wordt hij uiteindelijk na zware martelingen vermoord. De Kerk zou hem later heilig verklaren.
Na de dood van zijn jarenlange tegenstander bleef Ebroin als enige absolute heerser van de Franken over. Hij breidt zijn macht verder uit over Bourgondië en verslaat de Austrasiërs in 678 bij Bois-du-Fay, in de omgeving van Laon. Zijn triomf was echter van korte duur, want in 681 wordt Ebroin bij een aanslag door een van zijn vele vijanden vermoord.
Ebroin en de Friezen
Onder het bewind van Ebroin hadden de Franken ook conflicten met hun noorderburen de Friezen. Inzet van de vijandelijkheden was de beheersing van de Rijndelta, die in handen was van de Friese koning Aldgisl. Pogingen van de Franken onder Ebroin om dit gebied in bezit te krijgen mislukten. De Friezen slaagden erin de Franken op afstand te houden.
In de winter van 678 ontving Aldgisl, zeer tegen de zin van Ebroin, de Engelse bisschop van York Wilfrid in Utrecht en gaf deze daar een veilig onderkomen.
Ébroïn1 (mort en 681) maire du palais de Neustrie vers 658 à 673[réf. nécessaire] et de 675 à sa mort. Pendant sa carrière il fut violent et despotique, et a voulu imposer l'autorité de sa province sur la Bourgogne et l'Austrasie.
Sommaire
Biographie
Maire du palais sous Clotaire III, Ébroïn fut élu en 659[réf. nécessaire] et se rendit odieux par sa cruauté. Après la mort de Clotaire III en 6732, il mit sur le trône Thierry III, frère cadet de Clotaire III. Mais la haine qu'on lui vouait rejaillit sur le roi, qui abandonna sa couronne à Childéric II, second frère de Clotaire III. Il fut enfermé dans le monastère de Luxeuil.
Il s'échappa de sa prison à la mort de Childéric II en 675. Il forma un parti et fit assassiner le fils d'Erchinoald, Leudesius, que Thierry III, remonté sur le trône, avait nommé maire du palais. Il soutient un fils de Clotaire III, sous le nom de Clovis III (Mais Clotaire III n'aurait pas d'enfants connus ?). Il saccagea les provinces qui refusaient de reconnaître ce fantôme de roi et força Thierry III à lui rendre la charge de maire du palais et abandonna Clovis III.
L'Aquitaine se détacha dès lors du royaume franc et l'Austrasie, refusant de le reconnaître, se dota de deux maires du palais. En 680, il remporta une victoire sur Pépin de Herstal à Latofao (aujourd'hui Laffaux, entre Soissons et Laon). L'année suivante, il fut tué par Ermenfroi, seigneur qu'il avait dépouillé de ses biens.
Ébroin eut pour antagoniste et ennemi saint Léger. S'étant rendu maître de sa personne, il lui fit crever les yeux, puis quelques années plus tard (vers 678) le fit décapiter dans la forêt de Sarcinium (aujourd'hui Sus-Saint-Léger) en Artois (forêt en fait aujourd'hui située sur la commune limitrophe de Lucheux en Picardie).
Kind(er):