Hij werd opgehangen als bokkenrijder op de galgenberg in Bree. Publicaties hierover in: Hendrik Verheyen: Bokkerijders in Bree: Het proces Antoon Fransen, alias van Heeswijck, uitgave in eigen beheer, 1995, 121p.ill..
Ook in Jo Corstjens en Bert Simons: Barbertje moet hangen!?: De bokkerijders uit Groot Bree, Geschied en Heemkundige Kring van Groot Bree, zonder jaartal, 87 p., ill. Hoofdstuk 4 van dit boek handelt over Antoon van Heeswijck: Bokkerijder of slachtoffer?" Volgens de auteur (Jo Corstjens) zouden de voorouders van Antoon afkomstig zijn van het Brabantse dorpje Heeswijk in de buurt van 's Hertogenbosch.
Er ist verheiratet mit Elisabeth Wuijtjens (Weutjens)(Weijtjens).
Sie haben geheiratet am 24. Juli 1763 in Gruitrode.Quelle 2
Kind(er):
In 1782, na het overlijden van zijn ouders, komt hij "(Anthoon van Heuswijck) als geijden mombaer van de naegelaetene kinderen van Mathijs van Heuswijck zaliger, in houwelijck geweest sijnde met Maria Neijens, samen met de "Erenfeste Heer Jacobs junior als mombaer der weduwen en wesen" bij de schepenen van Bree om te regelen "hoe dat naer doodt van Francis en sijne huijsvrouw Getruyt Smeets, op voorschr. onmundige kinderen verstorven is een paerte in Seecker huijs gelegen aan de nonnen te revieren met annexen moeshof en vermits het selve niet deelbaar is soo versoucken voorschr. exponenten ootmoedelijck dat Uwe achtbare heeren sullen gelieven mits docerende van reapplicaet van die daer uyt provenerende penningen het octroije te verleenen om het selve voor hun gedeelte met d'anderen erfgenaemen te vercopen.
Welcke doende schepenen accorderen versogte octroije mits docerende van behoorlijkcke reapplicant inwendig drye ..... op poene van nulleteijt". (Bree, Schepenbanksarchieven Gichten 44, f 158, geen exacte datum gegeven maar in voorjaar 1782 opgemaakt). Het bedoelde huis lag net buiten de stad vlakbij het Nonnenklooster.