02.04.1758 2 Aprilis 1758 Baptizatus est BERNARDUS filius legitimus Gerardi Joannes Velderman et Mariae Janssen conjugum. Suscepit Hermina Janssen puerum tenuit Gerarda Janssen.
Geboren op ten Velde.
Overleden op Groterkamp.
Er ist verheiratet mit Maria Gerrits.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 2. Mai 1784 in Gorssel, er war 26 Jahre alt.
17.04.1784 Zijn alhier in wettigen ondertrouw opgenomen Berend ten Velde J.M. onder Almen met Maria Gerrits weduwe van Jacob Brink onder Gorssel. Welke na drie onverhinderde huwelijks voorstellingen zo hier als te Almen gehad te hebben op den 2 Meij alhier getrouwd zijn.
Zutphen 03.05.1784 3a maii 1784 Juncti sunt matrimonio Bernardus ten Velde et Maria van Groterkamp. testes fuerunt Reinera Scheuning, Gertrudes Versteege et Wilhelmus Schierling.
Het echtpaar woont op erve Grooterkamp in Gorssel.
Den 17 April 1784 voor de middag om 10 uur voor mr. E.G.J. Crookceus stadholder en richter gerichtsluiden, Hendrik Weenink en J.W. Bettink.
Erschenen Maria Gerritsen, weduwe van wijlen Jacob Brink, in deze zoveel nodig geassisteerd met G.J. Derksen, en versogte, terwijlen sig gedagte te verandersaten, dat momboiren mogen worden aangesteld over haar onmondig kind, bij voornoemde haaren eheman, ehelijk verwekt, met name Berendina oud 2 Jaar. Wien volgens bij dezen Weledelen Gerichte tot momboiren zijn genommeert en aangesteld Albert Braakman en Albert Ruvekamp, welke in judicio present zijnde deze momboirschap hebben aangenomen en beloofd der onmundige beste te doen en ergste te wheren. S.A.L. De Super Stipulando. Eodem et coram Eisdem
Waarop erschenen de voorschreven momboiren en exhibeerden mits dezen staat en inventaris, voorts erfmagescheid met de moeder der onmundige opgericht, verklarende dat t onmundige daarbij niet is benadeelt, maar het hare bekomen heeft. S.A.L. De Super Stipulando.
Op dag en dato ondergeschreven is tussen Maria Garritsen, als weduwe en erfuiterse van haar overledene eheman Jacob Brink ter eenre en Albert Braakman en Albert Ruvekamp, in qualiteit als bij een Weledelen Scholtengerichte de dato den 20 Maij 1780 aangestelde momberen over de minderjarige Dogter van ges. Jacob Brink, bij zijn voor overleden huisvrouw Johanna Willemsen verwekt, met name Harmientje, dan nog dieselve Albert Braakman en Albert Ruvekamp, als aangestelde en geconformeerde momberen over de onmundige Dogter van gez. Maria Garritsen bij haar voornoemde overledenen eheman Jacob Brink ehelijk verwekt, met name Berendina ter andere zijde /na voorgaande oprigtinge van een pertinente staat en inventaris en vlijtige examinatie van dien/ opgericht en beteekend dit erfmagescheid om te verstrekken tot schiftinge, scheidinge en deilinge van den vaderlijke boedel en zulx volgende gestalte en manieren.
Dat aanvankelijk des vader klederen, zoo linnen als wullen in t openbaar zullen verkogt worden ten meesten voordeele voor de kinderen.
Ingelijks beloof de moeder aan haar dogter Berendina als zij meerderjarig geworden is te geven, een bedde, peuluwe, twee kussens, vier laakens en vier sloopen, het beddegoed moet van nieuwe Twiltog en daarin 25 pond nieuwe ganseveeren.
En terwijl des boedels voorraad zig te zamen is bedragende, eene somma van,
een duizend en vier en twintig guldens, agt stuivers, dusf 1024 - 8 0.
En de lastige schulden ad.f 968 - 8 0.
___________.
Dus na aftrek van de schuld blijftf 55 -19 0.
Zoo is ten beste van de onmundigen vastgesteld, dat de moeder zal behouden alle gereede goederen en daar en tegens tot haaren laste nemen des boedelschulden en aan haar onmundige stiefdogter en dogter voor der zelver vaders versterf zal toedeelen, gelijk toedeelt bij deesen die geregte halfscheid ter somma van zeven en twintig guldens negentien stuivers 15½ penning en dus aan ieder onmundig kind dertien gulden en 9 stuivers en 15¾ penningen het geen zij aan de kinderen zo ras dezelve twintig jaaren oud geworden zijn, dadelijk zal uitkeren, of den intrest tegen drie ten honderd te betalen ter keuze van de kinderen.
Belovende vervolgens de moeder gezeide haare kinderen, voor het genot van dien en voor de revenus van de gereede goederen te zullen alimenteren en in koste en klederen te onderhouden. Voorts behoorlijk laaten leren lesen, schrijven en naaijen en in de vreese des heeren op te brengen. Verbinde zij voor dit alles haar persoon en goederen, geene uitgezondert, specialijk die geene zo aan haar bij deesen worden toegedeeld te einde dezelve kinderen meerderjarig geworden zijnde, daar aan desnoods haar toegedeelde erfportie zullen kunnen en mogen verhalen. Verklarende vervolgens condividenten in der minne hier mede van den anderen te zijn gescheiden, zonder de een of den andere eenige actie te reserveren.
Dies te oirconde zijn hier van twee alleensluidende gemaakt en door condividenten nevens bijwezende dedingslieden geteekent binnen Zutphen de 17 April 1784.
Was met verscheide handen geteekent
Maria GerritsenAlbert BraakmanAlbert Ruevekamp
Martijnus de KlerkWillem de KlerkWillem in den DamJoan Kroese
als dedinglieden
Bron, Scholtambt Zutphen, ORA 275, folio 115.
Kind(er):
Ook wel Berend Groterkamp en Kamperman genoemd.
In het register van oorlogsschade van 1797-1798 over de periode 1794-1795 wordt hij genoemd als Berend Kamperman.
Bernardus ten Velde | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1784 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Gerrits |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.