Er ist verheiratet mit Neelken Geerloffsdr Hartich.
Sie haben geheiratet rund 1586Zuid-Holland Nederland.
Kind(er):
{geni:about_me} === GEDCOM Note ===
From https://www.genealogieonline.nl/en/stamboom-woudenberg-versluis/R2008.php. Notes by Arien Willemsz Deventer Hertogh, alias Hertogh, bouwman, won aan de Leerdamse Diefdijk in de polder Nieuw Schaeijck, waarsman van de "Geeren"1614 OV ZH Gen 1986-70: Hij is geboren ca. 1560/65 en overleden tussen 15-2-1628 en 27-9-1632. Bij Willem Claessen alias Wyntgen den Deventer wordt in een akte van 27-7-1587 vermeld wie zijn kinderen waren. Deze kinderen Claes Willemsen, Gijsbert Willemsen en Adriaen Willemsen komen daar gedrieen voor in een erfkwestie met de weeskinderen van Mr. Peter Bicker. Op 25-1-1601 vervolgt Jan Henricxsen (waarschijnlijk de man van Marijken Willems, de zuster van Adriaen) Adriaan Willems den Hertoch, voor een zekere kwestie. Op 8-12-1602 zijn Claes Deventer, Ghijsbert Willemsz. Deventer, Adriaen Willemsz. Hertoch en de weeskinderen van Jan Henricxs, geprocureerd bij Marijken Willemsdr., gezamenlijk erfgenamen van Anna Willemsen, die gehuwd was met Frans Theunissen. Adriaen krijgt 40 Kgl. en samen met zijn broer Gijsbert nog 3 mergen land op Middelkoop, genaamd den Hoefcamp, en nog 2 mergen land op Cleijn-Oosterwijk,te weten de Braekgraeffscamp. Op 6-2-1603 beloven Claes Willemsz., Ghijsbert Willemsz. en Adriaen Willemsz.Deventer, gebroeders, en de weeskinderen van Jan Henricxsen een oude schuld van hun zwager Frans Thonisz. te betalen aan Herberen Fleuren, nl. 132 Kgl., welke som betaald wordt op 13-6-1610. Op 26-1-1608 geeft Gijsbert Willemsen Deventer aan zijn broer Adriaen Willemsen Deventer een mergen land gelegen op Hooch-Oosterwijck 'onverscheiden ende onverdeijlt met den voornoemde Adriaen Willemsen, streckende voor vande halven Broeckgraeff aff, tot Cornelis Heyndricks en Jan Heyndricks weeskinderen halven dwarssloot toe, boven gelant onsen Ed. Heere ende beneden de Vicarije tot Heuckelum.' Op 2-11-1611 geeft Arien Willemsen Deventer aan Cornelis Jansen Verhups (de zwager van zijn broer Gijsbert) de 2 mergen land op Hooch-Oosterwijck. Arien stelt als onderpand (vanwege de schulden op dat land) zijn hofstede aan de Leerdamse Diefdijk, boven belend Aert Aertsen en beneden Jan Dircksen, strekkende van de Nieuschayckse halve dwarssloot af tot de halve wetering in de Geeren toe. Dit onderpand is het uiteindelijke bewijsstuk geworden tot deafstamming van de Hertogen uit Leerdam en omstreken via Arien Willemsen van Willem Claessen alias Wyntgen van Deventer. Verder geeft op 20-5-1612 Adriaen Willemsen Deventer aan Gijsbert Willemsen 2 mergen land op Hooch-Oosterwijck genoemd de 'Hoefcamp', 'strekkende van Willem Aelbertsen halven dwarssloot aff, tot de halve middelweteringe toe, boven Jacob Berentsen cum suis ende beneden Aert Verlaer Brouwer tot Culemborgh.' De kinderen van Arien WillemsenDeventer (Hartigh) kwamen gelijktijdig voor met de kinderen van Jan Rutgersen en Jenneken Adriaen Hertochedr., die zich in diezelfde tijd ook Hertoch of Hartigh noemden. Zo kwamen er in die periode veel akten voor met namen als Jan, Theunis, Claes, Maeycken, Geerlof, Willemken, Willem, Cornelis, Neeltje en Deliaentgen, die allen als patroniem en familienaam 'Ariens Hartigh' voerden. Aldoende kwam echter het onderscheid te voorschijn tussen de 'boeren' ende 'schippers' Hertogen. Op 9-3-1586 wordt bepaald dat 'Arien Willemsen als getrout hebbende Neelken Gheerloffsdr., die eerste ten echte gehadt heeft Aert 'Dircxsen zaliger' alle goederen krijgt, die Neelken en Aert in leven onverdeeld samen hadden en de beide broers van Aert Dircxsen (Henrick en Dirck Dircxsen treden op als voogden voor het nagelaten weeskind van Aert Dircxsen en Neelken Gheerloffsdr., met 'naemen Aert Aertsen'. In deze akte koopt Arien Willemsen het kind uit; dat wil zeggen hij moet hem 50 Kgl. geven als hij 18 jaar oud is. Tien maanden later, 30-1-1588, krijgt het weeskind (maar nu blijkt het een dochter te zijn) Aertken Aertsdr. 50 gulden aan geld van haar grootmoeder Marij Dircxsdr., weduwe van wijlen Dirck Henricxsen. De beide zoons van Marij Dircsdr. (Henric en Dirck) erven de gehele boedel. De grootmoeder koopt het kind dus ook uit. Overigens koopt Aert Dircxsen op 11-12-1571 van Emmeken (dochter van Willem Dobbe zaliger) een 'huijs ende hoffstadt, griendinge ende bepotinge sulcx gelegen is aenden Leerdamschen dieffdijck, boven Corn. Gerritsen Swanck ende beneden die naecomelingen van Pauwel Aerts, streckende vande oestslagen aff, tot die Geersloot toe.' Aert stelt als onderpand 4 mergen in de polder de Geeren, welke recht voor zijn huis lag. Mogelijk is dit het huis waar Adriaen Willemsen Deventer later in woont. Aan de hand van de belendingen valt dit (nog) niet te bewijzen. Het tweede huwelijk van Adriaen Willemsen Deventer blijkt uit akten van 20-5-1620 (twee stuks), 3-6-1620 en 22-3-1621. Hij was toen gehuwd met Anneken Cornelisdr., een dochter van Cornelis Jansen de Weerdt (overl. voor 20-5-1620) en Deliaenken Jansdr. (overl. voor 28-9-1598). Cornelis Jansen de Weerdt had zijn land verdeeld liggen over Everdingen, Sijdervelt en Goilberdingen; later op 18-9-1624 geeft zijn tweede vrouw Mariken Govertsdr. (met als vooqd Arien Willemsen Hartich) haar eigen kinderen (zie overzicht) nog 3$ mergen land gelegen op Acquoy. Op 27-9-1632 is Arien Willemsen Deventer overleden en wordt het hele gezin genoemd. Hierin geven Anneken Cornelis (de weduwe en boedelhoudster van zaliger Arien Willemsen Deventer) met haar vier onmondige kinderen, met name Willem, Cornelis, Neeltgen en Deliaentgen Ariens (geassisteerd met Jan Cornelissen, haar broer) en Willem Otten de Leuw als man van Maijken Ariensdr. en Jan Ariens als man van Willemken Ariensdr. gezamenlijk aan Geerlof Ariens 'de gerechte helfte van 2 mergen landts gelegen inde Geeren met de last van 6 gulden jaerlix houdende in capitael 100 gulden die Sijne Excellentie den Prince van Orangien daarop heeft, boven naastgelant Thonis Thonissen Co01 en beneden de voornoemde weduwe met hare kinderen. Doch Geerloff zal met dese 2 mergen sijn uijt endeinganck hebben over de voorscreven weduwe haar benedenste tamp ende met sijne 4 mergen gelegen op Neuschaijk over de voorscreven weduwe ende haere kinders hofstede het oosteinde.' Volgens de verklaring van de erfgenamen van DirckJan Stortniet blijkt dat Anna Hartichs hun buurvrouw is geweest aan de Diefdijk. Anna is dus overleden voor 1649. Op 18-8-1654 vindt de boedelverdeling plaats door de erfgenamen van zaliger Arien Willemsen Hartogh en Anna Cornelisdr., waar wordt bepaald dat: - Tonis Tonis Co01 als man en voogd van Neeltgen Adriens en de heer Jan Cornelissen als man en voogd van Deliaentgen Ariens beiden 4 mergen en 2 hond weiland krijgen, die gelegen zijn op Acquoij, genaamd 'den Cooijcamp', boven belend Geerlof de Hartogh en beneden Sijne Hoocheit; - Willem Adriaens Hartogh krijgt de 'huijsinge ende hofstede' gelegen aan de Leerdamsche diefdijck, waar hij tegenwoordig in woont, boven belend Hendrick Peetersen en beneden de erfgenamen van Jan Dirckxsen Stootniet; - Cornelis Adriaensen Hartogh krijgt 2 mergen land gelegen in de Geeren, boven belend Geerlof Adriaensen en beneden Sijne Hoocheit. De plaats waar Arien Willemsen Hartigh heeft gewoond is nagenoeg bekend. In het kaartje (afb. 4) is ongeveer aangegeven wie er volgens de belendingen naast elkaar woonden, gerekend vanaf de wiel 'de Kruithof' in de richting van Leerdam. De exacte plaats weet ik niet. 1. Deze hofstad was in bezit van Hendrick van Veen Berntsen (schepen 1576-1584, burgemeester in 1582 en Hoogendijk-Heemraad van de Vijfheerenlanden); op 5-4-1628 vererft dit op zijn zoon Isaack van Veen Hendriks. Het grensde aan de Wiel en Thijs Geurtsen was de gebruiker. Gp 18-2-1630 wordt het gekocht door Teunis Teunissen Cool, uitgezonderd het deel van de Heeren van Alblasserwaard. Op 7-10-1631 blijkt het 2 mergen groot te zijn. Op 16-6-1653 blijkt dat Isaacq Thonissen Co01 het van zijn vader heeft gekregen (al in 1646) met als omschrijving, binnen de Wieldijck en rondom het Heerenhuys. Op 9-10-1654 krijgt Hendrick Tonissen Co01 (al op 1-5-1649) een deel van deze 2 mergen, met nog een hofstad. 2. Dit was ook in bezit van Hendrick van Veen Berntsen en vererfde eveneens op 5-4-1628 op Isaack van Veen. De hofstad op dit stuk was in gebruik bij Geerlof Ariens. Op 3-6-1628 koop Geerlof Ariensen het van Isaack. Op 15-5-1651 neemt Geerlof Ariensen Hertoch een hypotheek op zijn huis en hofstad, zijn buren zijn dan Isaacq Co01 en Hendrick Peeters. 3. Huis en hofstad in bezit van Aert Hermens, die voor 19-4-1609 is
overleden, zijn erfgenaam is zijn zoon Aert Aertsen. Deze blijkt op 28-6-1610 Aert Aertsen Streeff genoemd te worden. Op 13-6-1640 erft Hendrick Peters d met een dochter van Aert) deze hofstad. Hendrick moet echter op 19-8-1654 deze hofstad in handen stellen van zijn buurman Geerlof Ariensen Hartogh, die het op 25-7-1659 verkoopt. Deze hofstad is van Arien Willemsen Deventer. Dit blijkt uit de belendingen op 18-7-1593 (bij dijkhandelingen) en op 2-11-1611 (verkoop van land aan de zwager van zijn broer Gijsbert, nl. Cornelis Jansen Verhups). Op 18-8-1654, bij de boedelverdeling van Arien en zijn tweede vrouw Anna erft hun zoon Willem Ariensen Hartogh deze hofstad. Deze hofstad is van Jan Dircksen Stootniet. 18-7-1593 geeft de Hogendijk-Heemraad Hendrick van Veen Berntsen aan Adriaen Willemsen Deventer het 'recht en gerechtigheden van dijck en dijckhandelinge op Nieuschayck, streckende vande halven Geersloot aff tot de halven dijcksloot ofte Langen Willecen toe ende die mede boven naastgelant is Aert Hermensen ende beneden Adriaen Willemsen voors. Ende gelooffde hem deselve opdracht te waeren ende alle voorcommer aff te doen nae den rechten vanden Landen, daer onder stellende ende hypotequerende die Oostlangen ende :het halff weerken lants daer teijnden aen gelegen.' Hier werd bepaald door het polderbestuur dat het stuk dijk tussen Aert Hermens en Adriaen Willemsen Deventer, door Adriaen onderhouden moest worden; zo niet, dan kostte hem dat het land dat als onderpand aangegegeven was. In een akte hiervoor had Lucas Dircxsen deze dijkhandelinge verkocht
aan Henrick van Veen Berntsen. Bijna twee jaar later, in maart 1595, memoreren de schepenen van Leerdam het volgende: 'Memorie in dese jaere van 95 in Marti was het hoegenwater noot, oversulcx dat die Betuwe doerbraeck mit den Dortschen we.. omtrent Hartogsvelt ende 't water stont voor den dijefdijck, op ten dijck, oock was de waeldijck duergebrocken, dat Asperen ende Heukelum ,,, met haere naeburen mede blanck stonden.' De dijk was dus doorgebroken bij zijn huis. Kennelijk was hij vermogend genoeg om enige klappen op te vangen; want er zijn zoveel dijkdoorbraken geweest, dat ook hij daarvan de negatieve gevolgen gevoeld moet hebben. Op een andere manier had hij er ook een keer nadeel van. Op 17-1-1622 wordt hij (met een aantal anderen) veroordeeld tot het betalen van een boete van 50 gulden en de kosten (dat is vrij hoog), en wel 'over 't feyt van het affgraven van de Nieuschaycksen Cade bij hem ..te geven voor saet? geplacht.' Waar ze de grond voor nodig hadden vermeldt de akte niet. De anderen die hiervoor ook dezelfde boete kregen waren: op 19-10-1621 Abraham Henricksen van Veen; op 17-1-1622 Corn. Barten en de vrouw van Corn. Barten (dus beiden); op 11-3-1622 Gijsbert Lauwen en Lauwen Theunissen. Waarom zo'n groot tijdverschil tussen de boeten onderling? Op 22-6-1600 in een proces tussen Steven Corneliss van Hundert (de eiser) en Theunis Theunissen (Cool) en Adriaen Willemsen Hertoch (verweerders), blijken Theunis en Adriaen beiden gezworenen te zijn. Ze waren dan waarsman of heemraad. De schepenen wijzen hier op de goede manieren van beide partijen. Op 8-6-1613 is er een proces tussen Sr. Johan de Bije, als gemachtigde van Sr. Dirck Dobben Auditeur van de rekenkamer van Aertshertoge van Rijssel, als eiser, en Arien Willemsen Deventer, Jan Dircxsen, Jan Jansen Mol en de erven van Otten de Leeuw als gedaagden. Hierin vonden kennelijk de gedaagden de koop (vermeld in een akte gedaan voor de schepenen van de stad Cortrijke in Vlaanderen op 11-8-1610) van het land in de polder de Geeren, te duur. De schepenen van Leerdam concluderenechter van niet. De gedaagden moeten de gestelde prijs betalen. Voor Adriaen Willemsen Deventer betreft het 4 mergen in de Geeren, strekkende van de Cuijlenborgse Vliet af tot de halve Geersloot toe, boven belend de weduwe van Thonis Thonissen Co01 en beneden de Kartuizers buiten Geertruidenberg en dat met een last van de erfrente van 12 gulden per jaar die de voornoemde Kartuizers daarop sprekende hebben. Adriaen koopt dit voor 975 gulden. Op 2-4-1614 isLeendert Franken borg voor Dobbe. Op 11-5-1614 heeft Adriaen betaald. Zo ook de anderen, nl. Jan Dircxen 4 mergen, Jan Jansen Mol 3
mergen en Willem Otten de Leeuw ook 3 mergen. Op 12-5-1614 worden Arien Willemsen Deventer en Cornelis Thonissen als waarsluiden van de polder de Geeren gedaagd voor de eiser Hugo van de Velden, de schout van Leerdam; de schepenenwijzen hen echter op goede manieren. We weten dus weer niet waarvoor ze procederen. Op 4-2-1619 heeft Arien Willemsen Deventer als waarsman van de Geeren vastgesteld in het bijzijn van de schepen Jan Paschier van Dongen dat Herberen van Buytendijck als schout van den Broeck 4 gulden interest over het jaar 1614 krijgt. Op 9-12-1621 compareren Jan Dircksen Stootniet en Cornelis Theunissen Co01 'ende hebben gelicht [het heffen van een belasting] uijt handen vande Schepen Dongen' de som van 4 gulden, die op 4-2-1619 'onder hen geconfigneert waren ten behoeve van Herberen van Buyttendijck als schout van Broeck bij Arien Willemsen Deventer als dier tijt waersman van de Geeren.' De schepen van Dongen zal hen vrijhouden van kosten. Waarvoor was deze belasting? Na 1622 krijgt Arien het wat moeilijker (zie hierboven bij de boete voor het afgraven van de Nieuschayckse Cade). Op 29-5-1623 is hij schuldig aan een geldschieter Anthonis Ariensen Focker een rente van 6-5-0 gulden per jaar voor de som van 100 gulden. Hij stelt als onderpand de 4 mergen in de Geeren, boven belend Theunis Theunis Co01 en beneden de Furstliche Generael, strekkende vande Culemborgsche vliet af tot de halve Geersloot toe. Dit is betaald op 30-1-1639. In een volgende akte stelt Arien Willemsen Deventer zich met als zijn goederen borg voor zijn zoon Geerlof Ariensen, die ook aan Anthonis AriensenFocker een jaarlijkse rente van 15 gulden schuldig is voor het lenen van 300 gulden. Dit is betaald op 24-4-1647. Op 25-6-1626 moeten Arien Willems Hartoch en Dirck Jochums betalen voor de huur van land in 1624 en 1625 aan JonkerHermen van Ittersum. Deze Van Ittersum heeft land vlakbij de hofstad van Arien. Op 12-7-1626 leent Arien Willemsen Hartogh weer geld van de vrouw van Focker (Grietien Melsen), nl. 150 gulden met een rente van 9 gulden 15 stuiversper jaar. Weer stelt Arien als onderpand de 4 mergen in de Geeren, boven belend Thonis Thonis Co01 en beneden Prins van Orange. De lening is terugbetaald op 23-6-1640. De laatste vermelding van Arien tenslotte is een pachtcontract. In 1628 pacht Arien Willemsen Hartoch land aan de Diefdijk om 17 schilt 'den hoop'. Zijn borgen zijn Geerlof Ariens en Willem Otten. Geerlof was eerder pachter daarvan. Na 1628 treedt zijn tweede vrouw Anneken Cornelis, als weduwe en boedelhoudster, vaak te zamen met zijn zoon Geerlof Ariensen op. Ondanks deze laatste moeilijkheden heb ik toch de indruk dat we te doen hebben met een man die tot de gegoede groep van de bevolking behoort. Hij is o.a. eigenaar van land in de polder de Geeren. De grond daaruit werd ook gebruikt voor dijkophoging; dientengevolge kreeg men drassig land, wat dan ook alleen als griend te gebruiken was. Arien haalde van dat land het rijshout en verkocht dat, zodat er manden e.d. van gemaakt konden worden. Het oogsten van het rijshout (wilgen e.d.) was zeer bewerkelijk; dus zal hij veel personeel in dienst gehad hebben. Hij repareerde als aannemer ook de dijken en kwam voor alswaarsman van het polderken de Geeren. Vermeldenswaard is nog dat het kind van zijn eerste vrouw, nl. Aert Aertsen of Aertken Aertsdr., niet de Aert Aertsen Streeff is die naast hem woont. Want deze Aert een zoon van Aert Hermensen. Hij is getrouwd met een dochter van Cornelis Cornelissen van Sermont en Geertgen Roeloffsen (akten van 19-4-1609 en 26-7-1609). Aert heeft nog drie zusters, nl. Lijsken, Maijcken en Sijken. De kinderen van Aert Aertsen Streeff zijn: a. Geertien Aertsdr. Zij huwt met Hendrick Petersen. Deze Hendrick erft later de hofstad naast Geerlof Ariens en Arien Willems Deventer/Hartoch. b. Aert Aertsen Streeff. Hij woont te Meerkerk. Zijn kinderen zijn: 1. Ariaentgen, ged. Meerkerk 28-10-1655. 2. Willem ged. Meerkerk 28-6-1657. 3. N.N., ged. Meerkerk 1657/58. 4. Geertien, ged. Meerkerk 1663. 5. Ariaentien, ged. Meerkerk 1664. c. Aefken Aertsen. d. Jan Aertsen. e. Wouter Aertsen Streeff. Hieronder volgt een korte opsomming van de kinderen van Arien Willemsz. Deventer of Hertoch. Mogelijk zal ik daar later uitgebreider op terugkomen. Kinderen uit het eerste huwelijk: 2. MAAIJCKEN ARIENS HARTICH. Zij huwt na 2-3-1616met Willem Ottensz. de Leeuw, overl. voor nov. 1652. Zijn ouders zijn Otto Jacobsz. de Leeuw en Gijsken Jans Aelbertsdr. Willem was eerst gehuwd met Pleuntje Claesdr., zij overl. voor 2-3-1616. Het enige kind uit dit huwelijk heet 0th Willems de Leeuw. Willem woont aan de Leerdamse Diefdijk in de polder Nieuschaaijck en was eigenaar van land. Kinderen uit dit huwelijk: a. Jan Willemsz. de Leeuw. b. Johan Willemsz. de Leeuw, ged. Leerdam febr. 1625. c. Adriaen Willemsz. de Leeuw, ged. Leerdam maart 1629. 3. WILLEMKEN ARIENS HARTIGH. Zij huwt met Jan Ariensz. Hun zoon is: a. Arien Jansz. Kinderen uit het tweede huwelijk: 4. WILLEM ARIENSZ. HARTOCH. Overleden tussen 25-5-1672
en 10-4-1673. Hij huwt le met Heylcken Gijsberts. Hij huwt 2e ca. 1647 met Aeltgen Corneliss, die na het overlijden van Willem in Hagestein gaat wonen. Willem wordt op 6-12-1668 voorgesteld als tweetal voor ouderling aan de Diefdijk te Leerdam. Hij woont aan de Leerdamse Diefdijk in de polder Nieuwschaaijk, is eigenaar van grienden en repareert dijken (aannemer). Aan het eind van zijn leven raakt hij in armoede. Zijn kinderen zijn: a. Gijsbert Willemsz. Hartigh, ged. Leerdam febr. 1642. b. Adriaen Willemsz. Hartigh, ged. Leerdam sept. 1645. c. Anna Willemsdr. Hartigh, ged. Leerdam maart 1648. d. Anna Willemsdr. Hartigh, ged. Leerdam juli 1649. a. b. 5. CORNELIS ARIENSZ. HARTICH. Overleden tussen 29-11-1678 en 8-6-1682. Hij huwt met Beelichje Aalberts Brouwer, dochter van Aalbert Cornelissen Brouwer. Hij komt evenals zijn broer Willem aan het eind van zijn leven in armoede. Kinderen (vermoedelijk): Cornelis Cornelisz. den Hertoog. Hij huwt op 17-11-1695 te Schoonrewoerd met Metje Bastiaanse de Jong, dochter van Bastiaan Hendriks de Jong en Aentgen Bouwens. Ze wonen tijdens hun huwelijk op 't Sand. Zij vervallen in armoede, want in 1725 worden zij onderhouden door de kerk van Leerdam. Kinderen uit hun huwelijk: 1. Cnelis Cornelisz. den Hertoog. 2. Beligje Corneliss den Hertoog. 3. Bastiaen Cornelisz. den Hertoog. 4. Arien Cornelisz. den Hertogh. 5. Geertje Corneliss den Hertoog. 6. Bastiaan Cornelisz. den Hertoog. Annigje Cornelisdr. Hartich. Jongedochter wonende in Kortgerecht. Zij huwt op 8-8-1696 te Leerdam met Teunis Jansz. van Swaluwe, hij woonde aan de Leerdamse Diefdijk onder Oud Schaaijck. Hij is overleden voor 1719, toen ze aan de Leerdamse Diefdijk onder Nieuschaaijck woonden. 6. NEELTJE ARIENSDR. HARTICH. Overleden voor 1669. Zij huwt met Teunis Teunisz. Cool, zoon van Teunis Teuniss Co01 en Theuntien Cornelissdr. Kinderen uit dit huwelijk: a. Arien Theunisz. Cool. b. Anthony Theunisz. Cool. 7. DELIAENTGEN ARIENSDR. HARTICH. Overleden voor 1674. Zij huwt le met Jan Cornelisz., zoon van Cornelis Aertsz. Jan is overleden tussen 18-8-1654 en 12-4-1660. Zij huwt 2e met Aelbert vos, volgens de akte van 12-4-1660 en is eveneens overleden voor 1660. Kinderen uit het eerste huwelijk: a. Arien Jansz. Middelcoop. b. Barent Jansz. Middelcoop. c. Anneken Jansdr.
Großeltern
Eltern
Geschwister
Kinder
Adriaen Willemse Willemsz van Deventer Deventer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1586 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neelken Geerloffsdr Hartich | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.