Er ist verheiratet mit Gerritje Rutgers van de Haer.
Sie haben geheiratet am 16. März 1665 in Scherpenzeel, er war 25 Jahre alt.Quelle 1
Kind(er):
In 1666 wordt Gijsbert beleend met de hofstede aan de Holevoet, waarmee zijn vader in 1654 werd beleend, ter gelegenheid van zijn huwelijk.
In 1681 beleend met de kamp land uit het goed Coutijs, na een deling met de overige erfgenamen van zijn vader.
Wordt 10-10-1674 beleend met een kamp land uit het leen- en tijnsgoed uit Glashorst, idem met gedeelten op 25-1-1700 (verkoopt deze gedeelten 5-2-1709).
p 4-8-1698 verkoopt hij een heetveld met een wal uit Glashorst aan de heer van Scherpenzeel (Ar. kasteel Scherpenzeel, invnr. 53, 54).
Hij krijgt op 13-7-1695 oktrooi om een testament te sluiten.
N.B.: Gijsbert heeft in 1675 2 meerderjarige en 4 minderjarige kinderen (enkele zullen dus zijn overleden zonder nakomelingen)
--------
Lidm. Scherpenzeel 25-09-1659: Gijsbert Jacopsen.
In 1663 schenkt Gijsbert, zoon van Jacob Willemsen van Coudijs f 4-0 voor een kroonluchter voor de kerk (Archief Grote Kerk 1; 22-01-1663).
Lidm. Scherpenzeel 24-12-1665: Gerritien Rutgers, huisvrouw Gijsbert Jacopsen.
In 1666 wordt Gijsbert Jacobsz bij gelegenheid van zijn huwelijk beleend door zijn vader Jacob Willemsz met een huis en hofstede aan de Holevoet (Huis Amerongen 1181, fol. 50; 1666. Bel. Holevoet nr. 23).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Gijsbert Jacobsen en Gerritje Rutgers.
In 1674 wordt Gijesbert Jacopsen vant Koutis beleend door opdracht van Arrijs Cornelijssen van Twijller en Arrijs Aelbertsen, mombers van Aelbert Toenijssen van Glashorst, onmondig zoon van zal. Toenijs Aelbertsen van Glashorst met de “legen camp” gelegen in Glashorst. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 60vo; 02-11-1674).
In 1674 worden Willem en Gijsbert Jacobsz benoemd tot mombers van de drie onmondige kinderen van zal. Egbert Jacobsz, op Groot Oordel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 18-10-1674).
In 1681 erft Gijsbert Jacobsz na dode van zijn vader 1 ½ morgen land in Coudijs (Huis Amerongen 1182, fol. 28vo; 1681. Bel. Holevoet nr. 35).
In 1698 verkoopt Gijsbert Jacobsz een deel van het heetveld in Glashorst aan de heer van Scherpenzeel (Huis Scherpenzeel 53; 04-08-1698).
In 1700 wordt Gijsbert Jacobs van Coudis beleend door opdracht van Cornelis Aelberts van ‘t Willaer met een stuk heetveld van Glashorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 33; 25-01-1700).
In 1709 koopt Hendrick Willem van Westerholt, Heer van Scherpenzeel van Gisbert Jacobs van Koudijs x Gerritjen Rutgers van Ginckel “eerstelijck een weg aenvangende van de middelweg van Glashorst, lopende tot aent lant van Jantjen Boers op het eijnde, met eenen krommen hoeck omlopende met de slooten aen beijde sijde van de voorschreven dijck gelegen, die tot de voorschreven weg ijn eijgendom sijn behorende, ten tweede de wal loopende langens den ouden weg van Vlastuijn, beginnende van het lant van Jantjen voorschreven met de sloot daer agter gelegen tot op de middelweg van Glashorst” (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 71; 05-02-1709).
In 1709 en 1726 is Gijsbert Jacobs van Coudijs leenman van Huis Scherpenzeel.
In 1709 verkoopt Gijsbert Jacobsz de aanliggende weg en wal aan de heer van Scherpenzeel (Nb. Zijn vrouw heet hier Gerritje Rutgers van Ginkel) (Huis Scherpenzeel 110; 05-02-1709).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Gerritje Rutgers.
Gijsbert Jacobsen van Coudijs | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1665 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerritje Rutgers van de Haer |