Beschrijving: Verklaringen voor het gerecht, op verzoek van Adriaen Evertsz, zoon van meester Evert Gerritsz en Henrickgen van Zuylen, zijn vrouw, dat zij wel gekend hebben Willem van Zuylen, broer van Henrickgen, en niemand kennen die meer aanspraak kan maken op de erfenis van Willem dan Adriaen Evertsz met zijn broers en zijn zusters, waarbij het gerecht aan alle schouten en gerechten verzoekt de verzoeker behulpzaam te zijn 31-05-1613
Toegangsnummer: 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
Inventarisnummer: 20
Pagina: 197v
Datering: 1610-09-18 - 1610-11-12
Naam: Van Harlingen (alias Zuylen), Willem Adriaenszn.
Akten: Brieve van octroy: 18-09-1610 Graefflicheyt van Holland. Donatie: 10-11-1610 J. van Ingen AT 002a001 folio 134 V - 135; Testament: 12-11-1610 J. van Ingen AT 002a001 folio 135 V - 137 V.
Opmerkingen: Betreft folio 134 V - 135: Uit kracht van octroy van de Graefflicheyt van Holland, ondertekend door J. van Oldenbarnevelt en bezegeld met een uithangend zegel in rode was, gedateerd 18-09-1610, doneert hij voor hem en zijn erfgenamen "simpelick en onwederroepelijk", als dank voor getrouwe dienst, gedaan en nog te doen, aan Elisabeth Evertsdr., zijn zusters dochter, voor haar en haar erven, de hoofdsom van 700 carolus guldens van 20 stuiver 't stuck, waarvan hij haar jaarlijks 5% zal betalen en waarvan de eerste rente vervalt op "Petri ad Cathedram" 1612 (22 februari 1612) tot aflossing toe. Tot verzekering van deze betaling belooft hij deze rente te betalen uit land te Hardincxfelt, leengoed van de Graefflicheyt van Holland ("erlybrieven " 17-09-1610), onder voorwaarde dat Elisabeth de hoofdsom de eerste 2 jaar niet mag verkopen en "versetten". Als hij dan in leven of alhier te lande is, zal hij het aan Elisabeth aflossen en indien hij dit t.z.t. niet heeft gedaan, dan mag Elisabeth ermee doen wat zij wil. Hij verklaart deze donatie uit vrije wil te doen. Elisabeth is mede aanwezig en accepteert bovenstaande. Gedaan ter woonplaats van Jonker Aernt Bolle van Hamersfelt, die tevens als getuige fungeert. Andere getuigen: Jaspar van Waueren (of Wavere) en Symon van Alphen (of Alphijn).
Betreft folio 135 V - 137 V: Uit krachte van octroy enz. (als voornoemd), beginnende die Ridderschap Edelen en Steden van Holland. Hij revoceert alle voorgaande disposities en testamenten, waar en wanneer ook gemaakt. En speciaal die gemaakt binnen Madrilin (Madrid) Spangine (Spanje), voor notaris Francisco Garcior op 26-06-1609, willende dat deze allemaal krachteloos zijn. Zo er nogmaals testamenten van hem gevonden worden waarin niet de woorden "Labor omprobus omnia vincit" bevonden worden, dan wil de comparant dat deze van nul en generlei waarde zijn en als niet gepasseerd gehouden zullen worden. En als er testamenten gevonden worden waarin dit wel staat, dan zullen ze aangenomen en achtervolgt worden. Hij vermaakt aan de kinderen van zijn zuster, t.w. Adriaen Evertszn., Cornelis Evertszn., Elisabeth Evertsdr. en Gerritgen Evertsdr., of bij overlijden hun echte kinderen, al zijn bezittingen inclusief zijn clederen etc. bij gelijke portie. Uitgezonderd Adriaen, zijn neef, die voor zijn heerlijkheid 200 car. guldens eens zal genieten en hij zal alleen als vasal voor het in de donatie (folio 134 V - 135) genoemde land verlijt worden zonder participatie van de vruchten van het leengoed nopens de gedeelten van de andere mede-erfgenamen. Hij wil dat de vruchten van dit leengoed onder zijn vier erfgenamen gelijkelijk worden geparticipeerd. Hij prelegateert nog aan Elisabeth Everts, zijn nicht, de som van 700 car. guldens hoofdsom en dat uit die drie gedeelten van voornoemd land zoals uit zijn donatie van 10-11-1610 blijkt, ondanks dat in die donatie niet de woorden "Labor omprobus omnia vincit" gevonden worden enz. enz. enz. Ook al de rechten en pachten die zij ontvangen zal tijdens zijn verblijf in het buitenland mag zij behouden zonder daarvan aan iemand bewijs te overleggen. Getuigen als in voorgaande akte.
(zie ook recordnr. 10457)
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.