vader Johan de l'Hommel
moeder Elisabeth Groun
Mogelijk:
Doopinschrijving Elisabeth, 1631.01.01
Datering:1631.01.01
Doopplaats:Dordrecht
Archief:11 Doop-, trouw- en begraafboeken van Dordrecht
Kind:Elisabeth
Vader:Jan Dujon
Moeder:Elisabeth Gardon
Inventarisnummer:1-7
{Bovenstaande is de enige doopinschrijving in Dordrecht die ik vinden kon in de periode 1627-1635 waarin een echtpaar Jan/Johan en Elisabeth een dochter Elisabeth laat dopen}
"Buerk Schodd Juff de Lhommel huijsvr van hr Gosuinus de With laet nae haren man met mondige en onmondige kinderen op de voorstraet 12 dr"
Sie ist verheiratet mit Gosuinus Ludolphsz de With.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 27. Januar 1650 in Utrecht erhalten.Quelle 4
Sie haben in der Kirche geheiratet am 13. Februar 1650 in 's-Gravenhage.Quelle 5Bruylofs-gedicht, ter eeren van den E. Gosuinus
de Wit, ende joffr. Elizabeth de l'Homell
vergadert in den houwelijcken staet, den 27 februarij
M.DC.L. binnen 's Gravenhage
Lucas van de Poll
Lucas vande Poll, Bruylofs-gedicht, ter eeren van den E. Gosuinus de Wit, ende joffr. Elizabeth de
l'Homell. Amelis van Paddenburgh, z.p., z.j [Utrecht 1650]
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/poll013bruy01_01/colofon.htm
© 2005 dbnl A2r
Bruylofts-gedicht.
TRouwens-lust doet, dat een Mensche
Met een Mensch soect Een te zijn:
Parens-lust is yders wensche,
Yder staegh een zoete pijn:
Zoo een zoet, dat vreught in 't minnen
't Minste Schepsel scheppen doet:
Ja een liefd', een brant van binnen
Zelfs in Kruyt en Boompjes voedt.
Schijnt het wonder? ist geen reden
Dat noyt 't Minne-vyer verkout?
't Middel dat steeds hier beneden
't Minst met 't meeste staende houdt?
Gaet de Doot het al vernielen
Wat in 't dal des Werelts leeft?
Dit's dat duzenden van Zielen
In de Werelt weder-geeft.
Sleet men dan de groene Jaren
Buyten d'Echt in dorricheyt:
Niet te paren, wat zouw't baren,
Als op Aerd' een eenzaemheyt?
Vruchteloos en doot ist leven,
Dat men leeft als Kluyzenaer:
't Zal veel vrucht en vreughde geven,
Dat men kiest een Weder-paer.
Dan ist dat een gulde zegen
Straelt op de vereende Twee,
Daer de Twee vereende plegen
Onderlinge liefd' en vreê.
Daer van weer-zijds troost in rouwe
Toevlucht is in swaricheyt:
Daer de Vrouwe ciert de Trouwe
Met een blijde vruchtbaerheyt:
Siet dan, siet, ô Nieu-gepaerde!
Wat een heyl dat beyde naekt;
Schier een Hemel hier op Aerde
Zoo ghy noyt Gods rees en staekt.
Dies het hoogst' genoegen heden
Beyder hoogsten wensch verzaedt;
Nu ghy comt zoo vrolijk treden
In zoo hoogh-gewenschten Staet.
Ghy hebt, Bruygom, door u minnen
Steeds bestreden uwe Bruydt:
Maer wat lukt u? door 't verwinnen
Wordt zoo waerde Bruydt u buyt.
'kMeen L'HOMELL, een roem der Maegde,
Perel van de Haeghsche Jeucht;
Een alleen die u behaegden;
Voor-beelt van oprechte deught.
Deught voor al kost liefde loonen,
Schoonheydt strekt noch tot gewin:
Dubbeld-prijs moest u bekroonen,
Dubbeld-loon u trouwe Min:
Min, die na u LYSBETH doelde,
En geluckich treffen quam,
Doenmaels, doe s'haer hertje voelde
Ook ontfonkt in minne-vlam.
Teken van te zijn de gene,
Dien ghy nu haer hert besit:
Die met u sich gaet vereenen:
Zoo troft ghy, DE WIT, u wit.
Zulk een wit na wensch te raken,
Daer toe dient in vlijt gedoelt:
Om een Maeght tot Bruydt te maken
Mint geen Minnaer inde koelt',
Heeten yver, noyt verflouwen,
Ja in kouwe Winter-tijdt,
Bruygom, noyt in liefd' verkouwen,
Deed' u zijn, 'tgeen ghy nu zijt.
Hier by quam beweeglik smeken,
Smeken van een zoete Tongh,
(Wel geoeffent in wel-spreken)
Die L'HOMELL tot 't Ja-woort drongh.
Laet nu blijd'lik Maegdom varen,
't Is, Vrou-Bruydt, nu, dat u past:
Die in Maegdom leeft veel Jaren,
Draegt veel Jaren swaren last.
't Roosje wort (alst is ontsloten)
Best dan van zijn steel gerukt:
Ghy ook wordt nu best genoten,
In u rijpste jeught geplukt.
Komt de Bruylofts-kroon u kroonen?
Draegtze vry op 't vrolikst' dan;
U kunt ghy voortaen vertoonen
Als een kroone van u Man:
Nu u Bruygom, u in deughden,
Gantz in gaven u gelijk:
Ghy zijn Bruydt. O dach van vreughden!
Voor dees' Twee zoo zegen-rijk!
Zelfs de Haeghsche Nymphjes toonen,
Bruydt, sich in u heyl verheugt:
Maer dat ghy zult van haer woonen,
Mengt haer vreught met ongeneugt.
Utrecht was weêr u verlangen:
Na ghy dat als Maeght verliet:
't Zal als Vrouw weêr u ontfangen:
'k Wensch 't u vroegh ook Moeder siet.
Om dien naem te kunnen dragen,
Waegt het, daer de nacht u noodt;
Hier-na hadt ghy niet te klagen,
Als daer dra een Zoon uyt sproot.
Speel-genootjes, spoet u beyden,
Leydt de Bruydt na 't Bruylofs-bedt:
Siet haer Bruygom sich bereyden,
Weest sijn zaken geen belet.
Wel geluk dan, Nieu-gepaerde:
Vruchtbaer zy het Echte Bedt;
Liefd' en Eendracht houdt in waerde;
Wijkt niet af van Godes Wet.
'kHoop het zal gedurich wezen,
Dat op u sijn zegen stort;
Tot ghy out en grijs na dezen
Door de Doot gescheyden wort.
Gratulabundus posuit
L. vande POLL, Stud.
Kind(er):
Elisabeth Janse de l'de l'Hommel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1650 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gosuinus Ludolphsz de With |
DTB Dordrecht dopen 1574-1641 [Family Search, p. 550/661]
DTB Utrecht overlijden 1675-1690 [Family Search, p. 82/453]
Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010), p. 77
Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010)), p. 77
DTB 's-Gravenhage trouwen 1619-1670 [Family Search, p. 545/1045]