Casembroot
Duynmeyer
Kaasenbroot
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning en 1/10
verhoging f 9-12-8
Wij Adriaen van Coevenhoven schout tot heems-
kerck, mr. Pieter Verhammen en Dirck Lourisz
Bergen schepenen aldaar, oirconde en kennen dat
voor ons gecomen en verschenen is, Dirck Pietersz
dewelcke bij desen bekende vercoght quijtgeschol-
den en tot een vrijen eijgendom opgedragen te
hebben, aan en ten behoeve van Cornelis Claasz Span-
jersbergh wonende beijde tot noordorp, een crofte
lants leggende binnen desen banne opde geest, ge-
naamt de after crofft, groot 1047 roeden, belent
ten noorden mevrouw Sattijn, ten zuijden den coper
ten oosten Louris Pietersz en Jan Cornelis Reijersz, ten
westen de luttickcie beeck, dit lant heeft
een vrije notwegh over 't lant van Louris en
Pieter Pietersz, genaemt de berghcroft, van welcke
vercopinge en opdraghte hij comparant bekende
al wel en ten vollen vernoeght voldaan en betaalt
te sijn, en dat mette somme van f 350-0-0 gereet
gelt, stellende daeromme den voornoemde coper in
volcomen possessie en eijgendomme vande voors
crofte lants, belovende oock deselve ten allen
tijden te vrijen en te waeren van alle lasten paghten
renten evictien en creditien daart selve voor dato
deses enighsints mede belast ofte beswaart moghte
wesen, alles naar reghten van den lande en costume
van onsen dorpe, stellende daervoren ten onder-
pande specialijck sijn persoon en generalijck alle
sijne goederen roerende en onroerende present en
toecomende gene uijtgesondert, maackende alle
deselve subject voor alle reghten, reghteren en exe-
cutien, t'oirconde dese bij mij schout voornoemt
bezegelt, en bij ons schepenen geteeckent op den
2e januarij anno 1713
A.v. Coevenhoven
mr.Pieter Verhammen
D.L Bergen
In de kantlijn:
Solvit den 40 penning
en 1/10 verhoging f 7-8-2
Wij Adriaen van Coevenhoven schout tot heems-
kerck, Cornelis Spanjersberg en Cornelis Groenland
schepenen aldaar, oirconde en kennen, dat voor
ons gecomen en verschenen sijn,Aagt Meijns
weduwe van Pieter Pietersz Duijnmeijer, en Antje
Cornelis weduwe van Louris Pietersz, dewelcke bij
desen bekende vercogt quijtgescholden en tot
een vrijen eijgendom opgedragen te hebben, aan
en ten behoeve van Arijen Jansz Broer, Michiel
Jansz, en Hasie Jans, gebroeders en suster, wo-
nende binnen desen banne, tot noordorp, een
stuckelants leggende binnen desen banne,
genaamt de bergcroft, groot 1047 roeden belent
ten westen Cornelis Spanjersberg, ten
oosten de houtweg, ten suijden, de heren van
haarlem, ten noorden Jacob Jansz Pronck
dit land is belast met een notweg van de
agterberg croft, van welcke vercopinge en
opdragte sij comparanten bekende al wel en
ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te
sijn, en dat mette somme van f 269-10-0 ge-
reet gelt, stellende daaromme de voornoem-
de copers in volcomen possessie en eijgendom-
me, vant voors stuckelants belovende oock
het selve ten allen tijden te vrijen en te
waren, van alle lasten, pagten, renten, evictien
en creditien, daart selve voor dato deses enig-
sints mede belast ofte beswaart mogte wesen
alles naar regten van den lande, en costume
van onsen dorpe, stellende daar voren ten
onderpande, specialijck hare personen, en
generalijck alle hare goederen, roerende en
onroerende, present en toecomende, gene uijt-
gesondert, maackende alle deselve subject
voor alle regten, regteren en executien, t'oir-
conde dese bij mij schout voornoemt beze-
gelt en bij ons schepenen geteeckent op den
10 april anno 1720
A.v. Coevenhoven
C. Groenlandt
Cornelis Spanjersbergh
Er ist verheiratet mit Aeght Mijnse.
Sie haben geheiratet
Kind(er):
Pieter Pietersz Duijnmeijer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aeght Mijnse |