Spellingvariant: Jacob Joosten Glimmer.
Jacob Joosten Oogh en Jacob Joesten Glimmer worden in veel bronnen aan elkaar gelijkgesteld. Het zijn echter twee verschillende personen. Ze trouwen met verschillende echtgenoten en overlijden niet in hetzelfde jaar.
1625 Glimmer x Marretien Boelens.
1628 Glimmer x Martien.
1639 Glimmer x Maria Boelens (1e keer Maria).
1646 Glimmers x Maria Boelens.
1647 Glimmers weduwe zonder haar naam.
In het kerkeboek van Woltersum is sprake van een "Glimmershuis". Deze naam houdt ongetwijfeld verband met die van Jacob Joosten Glimmer die van 1631 tot 1646 een rol speelt in Woltersum. Hij kocht er heerden en landerijen, plantte bomen langs de westzijde van het diep en op zijn grond langs het kerkepad werden huizen gebouwd. Hij stierf in 1646.
Jacob Joesten Glimmer, vermaner der Jonge Vlaamse gemeente binnen de stad Groningen. Hij was ook graanhandelaar. Mogelijk was hij een broer van Cornelis Joosten Glimmer, geboren in Amsterdam in 1588 en overleden na 4-5-1648.
Jacob Joesten Glimmer woonde in de Guldenstraat te Groningen. Op 25-4-1640 trad hij op als getuige bij het huwelijk van Carel Meibus en Hindrickjen Hindrickx. Hij staat dan vermeld als Jacob Joesten Oogh.
De Vlaamse gemeente. Naar hun voormalige leraar Jacob Joesten Oogh ook wel ‘Jacob Joestens volck’ genoemd. Gedurende de jaren 1654-1659 betaalde Jan Robers het wachtgeld voor deze gemeente.
Omstreeks 1643 scheurde waarschijnlijk ook de grootste gemeente, de Jacob Joesten-gemeente (‘Vlamingen’). Dat had grote gevolgen voor de omvang. Onder leiding van ene Popke Popkes verliet de helft van de aangesloten huishoudens de gemeente. De nieuwgevormde Popke Popkes-gemeente (‘Waterlanders’) telde omstreeks 1650 nog maar ongeveer 18 huishoudens. In de daarop volgende jaren nam hun aantal eerst licht toe, omdat bijvoorbeeld de Sijwert Boelens-gezindte zichzelf ophief en zich in 1679 bij hen aansloot, om vervolgens in aantal te dalen. Ook de achterblijvers, nog steeds aangeduid als de Jacob Joesten-gemeente, kregen in de jaren na de scheuring te maken met ledenverlies. Mogelijk stimuleerde het ledenverlies beide gemeenten vervolgens omover een vereniging na te denken. In 1684 slaagde men hierin. De nieuwe gemeente ging voortaan door het leven als de Verenigde Waterlanders en Vlamingen en telde in 1684 in totaal slechts 38 huishoudens. De scheuring en vereniging hadden de gemeente geen goed gedaan. In de periode 1635-1684 was de voormalige Jacob Joesten-gemeente gehalveerd en in omvang voorbij gestreefd door de Jan Arends-gemeente, ofschoon de Verenigde Waterlanders en Vlamingen aan het einde van zeventiende eeuw wisten tegroeien (van 37 huishoudingen in 1699 naar 51 huishoudens in 1701).
Van 1631 tot 1646 speelde Jacob Joesten Glimmer een rol in Woltersum. Hij kocht er heerden en landerijen en stierf in 1646. Hij woonde in de Guldenstraat te Groningen.
Jacob Joosten Glimmer woont op 6 juli 1621 in ieder geval al in Groningen, maar is afkomstig uit Amsterdam. Hij machtigt in 1621 Fransoijs Coeck om voor hem zaken te regelen in Amsterdam. Op 1 juni 1622 verkoopt Jacob Joosten Glimmer een erf aan de zuidzijde van de Palmstraat, gelegen tussen de Palmdwarsstraat en de Lijnbaansbracht aan Cornelis Claesz. In dezelfde periode verkopen ook zijn broers Jan Joosten Glimmer, Willem Joosten Glimmer en Cornelis Joosten Glimmer onroerende goederen in en rond de Palmstraat.
Op 14 september 1625 verklaren Jacob Joesten Glimmer en zijn vrouw Marretien Boelens, ze wonen dan in de Guldenstraat, 6.000 daler tegen een rente van 4% schuldig te zijn aan haar ouders Boele Wijertsz en Derckien. Dit geld hebben ze ontvangen bovenop de bruidsschat van Marretien en is gebruikt voor 'haere kremers ende kruideniers handelinge'. Als onderpand geven ze hun land en grond in Holland in de Zijpe en in Amsterdam. Ze zullen niet lang daarvoor zijn getrouwd. Jacob Joesten heeft op 19 oktober 1639 afbetaald en de gecancelleerde brief vertoond. Op 18 november 1636 wordt Jacob Josten Glimeert aangesteld als voormond over de twee minderjarige kinderen van zijn zwager Jan Boelens en wijlen Amerentie Simons.
Jacob Joesten Glimmer is vermaner van de Jonge Vlaamse doopsgezinde gemeente in de stad Groningen. Deze beweging wordt naar hem ook vaak de Jacob Joesten gemeente genoemd. Hij is daarnaast actief als graanhandelaar. In Groningen woont hij in de Guldenstraat. Jacob Joesten Glimmer is verder in de periode 1631-1646 actief in Woltersum. Hij koopt daar dan heerden en land, plant er bomen langs de westzijde van het diep en laat op zijn grond langs het kerkepad huizen bouwen. Hij komt in meerdere Amsterdams notarisakten voor.
Er ist verheiratet mit Marretien Boelens.
Sie haben in der Kirche geheiratet vor 13. September 1625.Quelle 4
Kind(er):
Jacob Joesten Glimmer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1625 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marretien Boelens |
Genealogie Sevinga; http://www.martherus.com/genealogy/getperson.php?personID=I3366&tree=martherus
"Doopsgezinde families in het Oldambt 1520-1811" van S. H. Abels (deel 2); Doopsgezinden in de burgervaandels van de Stad Groningen, 1659; Huwelijk en vermogen: Een (rechts)historische case study naar de verzorging van de langstlevende echtgenoot in de stad Groningen onder doopsgezinden (1699-1809), M.R. Kremer; Groningsche Volksalmanak; De Ommelander Borgen en Steenhuizen; De Navorscher: Een middel tot gedachtenwisseling en letterkundig ..., Volume 17; Huwelijksinschrijvingen van militairen in de Kerkelijke Gemeente Groningen van 1-4-1637 tot 10-10-1640; Letty Hartman; Roelof van der Velde
"De Ommelander Borgen en Steenhuizen" van Wiebe Jannes Formsma, R. A. Luitjens-Dijkveld Stol, A. Pathuis
Akte van schuldverklaring 13-9-1625