Te Leiden werd hij 14 Jan. 1705 ingeschreven als student in de rechten (met onjuisten leeftijd in het gedr. Album Stud.) en promoveerde aldaar. Zijn politieke loopbaan begon in 1712, toen hij commissaris van het waterrecht te Rotterdam werd. Achtereenvolgens bekleedde hij daar allerlei stedelijke ambten o.a. was hij meermalen tresorier tusschen 1718 en 1744, baljuw tusschen 1728 en 1748 en burgemeester in 1734, 1735, 1744 en 1745; van 1724-27 bovendien lid van het college der admiraliteit op de Maas en in 1715 bewindhebber der O.-I.-C. Als hoofdofficier werd hij in 1748 beschuldigd zich boeten te hebben toegeëigend, die den armen toekwamen en geld te hebben ontvangen van de roomschen voor het onbelemmerd toestaan hunner godsdienstoefeningen. Hij verdedigde zich in een Advertentie d.d. 21 Oct. 1748. Om zijn politieke gevoelens werd hij 23 Oct. 1748 als lid der vroedschap door den Prins afgezet en bleef verder tot zijn dood ambteloos burger. Bij zijn benoeming tot burgemeester in 1744 kwam er van den dichter Dirk Smits uit: Toejuiching aen den WelEdelen Groot Achtbaren Heere Mr. Engelbert van Berckel enz.
Er ist verheiratet mit Theodora Petronella van Hogendorp.
Sie haben geheiratet am 12. März 1715 in Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland, er war 28 Jahre alt.
Kind(er):
Engelbert van Berckel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1715 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Theodora Petronella van Hogendorp |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.