Van Tuyll van Serooskerken werd op 7 oktober 1836 benoemd tot eerste luitenant bij de Rijdende Artillerie, met het tractement van een tweede luitenant. Hij werd ter gelegenheid van de inhuldiging van Koning Willem III benoemd tot ridder in de Orde van de Eikenkroon en werd op 23 november 1849 eervol ontslagen als hoogheemraad voor de waardschappij van Breukelen in het college van Zeeburg en de Diemerdijk (Utrecht). Hij verkreeg in december 1860 het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier met het cijfer XXX en commandeerde in december 1861 de derde compagnie van het regiment Rijdende Artillerie in de rang van kapitein. Deze derde compagnie van het regiment Rijdende Artillerie was van 1 mei 1862 tot 28 april 1863 te Den Haag gedetacheerd. Van Tuyll van Serooskerken werd op 12 juni 1863 benoemd tot majoor bij het eerder genoemde corps en reisde in april 1866 met zijn batterij Rijdende Artillerie uit Arnhem naar Den Haag om daar de batterij veldartillerie te vervangen en werd ontvangen door Z.K.H. de prins van Oranje en het muziekcorps der dragonders.
Van Tuyll van Serooskerken werd per 1 september 1866 benoemd tot luitenant-kolonel bij de Rijdende Artillerie en begeleidde in augustus 1867 de batterij Rijdende Artillerie van Arnhem naar Zeist, waar deze aan de manouvres bij Kamp van Zeist mee zou doen en aldaar garnizoen zou houden. Hij werd in april 1868 van het regiment Rijdende Artillerie overgeplaatst in zijn rang bij het regiment veldartillerie. Van Tuyll van Serooskerken werd bij besluit van 24 maart 1869 benoemd tot kolonel, commandant van het regiment Rijdende Artillerie; hij was de opvolger van kolonel Tindal in deze functie, die hij bekleedde tot 22 februari 1872, waarna hij eervol met pensioen ging met de titulaire rang van generaal-majoor. Van 1872-1874 was hij generaal-majoor van de plaatselijke staf, en in diezelfde periode commandant van 's-Gravenhage en gouverneur van de residentie. Van Tuyll van Serooskerken was lid van de Gemeenteraad van Arnhem (benoemd per 26 januari 1881), lid van het militiedistrict van de provincie Gelderland en kamerheer (1849-) en adjudant (1870-) van de koning in buitengewone dienst.
Er ist verheiratet mit Adriana Johanna Ortt van Nijenrode.
Sie haben geheiratet im Jahr 1839 in Breukelen, Utrecht, Nederland , er war 28 Jahre alt.
Zeugen: Antonius Aadrianus Martin Buis, 39 jaar oud, Joan Ortt, 29 jaar oud, geboren in -30 of -29, Hendrik Nicolaas Cornelis van Tuijll van Serooskerken, 27 jaar oud,,
Kind(er):
Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1839 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adriana Johanna Ortt van Nijenrode |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.