Het goed "Broekhoven" te Tilburg in 1309 en droeg dat over aan zijn zoon Willem, en de laatstgenoemde was in 1306 in Den Bosch betrokken aan de zijde van de Dicbieren in een gewapend conflict met een andere stedelijke fractie bekend onder de benaming van de Cnodelingen (ONB dl.I nr.719). Die betrokkenheid was niet vreemd, in de bovenstaande reconstructie blijken de Dicbieren zijn stadse neven te zijn. Als er in 1309 sprake is van het oude goed dan moet op Broekhoven rond die tijd al een of meer nieuwe hoeven opgericht zijn anders hoef je namelijk niet specifiek er zo de nadruk op te leggen. De oorspronkelijke centrale hoeve (het oude goed) was dus in het bezit van een Bac-tak. De benaming het oude goed van Broekhoven heeft verder nog een taai leven want het werd in 1390 nog gebruikt bij een deling tussen de erfgenamen van een reeds lang overleden Willem van Broechoven en diens (vermoedelijk tweede) vrouw jkvr. Heylwigis. Het vermoeden bestaat dat genoemde Willem in 1309 bij gelegenheid van zijn (eerste) huwelijk het oude goed Broechoven van zijn vader als huwelijksgift heeft meegekregen. Als we Willem de leeftijd van 24 toekennen dan zal hij minstens in 1285 geboren zijn. Vader Walter Bac van Baescot kunnen we dus een huwelijk rond 1280 toekennen.
Kind(er):
Net als land konden de hertog of de heren ook hun gruitrechten aan steden of personen verpachten, die hierdoor dan het alleenrecht bezaten tot het leveren van gruit. Zo had hertogin Johanna het gruitrecht van Tilburg verpacht aan Johannes de Jode. In een Bossche schepenakte van 01/02/1395 beloven 7 aanzienlijke inwoners van Tilburg en Goirle aan deze Johannes een zekere som te betalen waarop deze afstand doet van de gruit, dat in deze akte wordt aangeduidt als maheria villarum de Tilborch et de Goerle et totius jurisdictionis dicte dincbanc de Tilborch et de Goerle.
Uit twee akten (van 1347 en 1350) blijkt echter duidelijk dat het gruitrecht (fermenteit, d.w.z. de gruittol) voor die tijd nog in handen was van Willem Bac van Broeckhoven (overleden tussen 1342-1350), die in de eerste akte (1347) wordt aangeduidt als "Wilhelmi Fermentatoris" (de gruiter) en in 1350 als "Wilhelmi quondam dicti Gruyter". Deze Willem van Broeckhoven had het "Oude Goet van Broeckhoven" verkregen van zijn vader Walterus Bac van Baescot. Hieruit mogen we gevoeglijk concluderen dat Gagelveldt en de Gagelvelden deel uitmaakten van het Oude Goet van Broeckhoven. Bron: Trommelen, J.R.O. & M.P.E./Tilburgse toponiemen in de 16e eeuw.
Hij huwde ca 1280.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.