Anno 1686 den 25 Julij, Jennegien, Dogter van Albert Luigies t' Holtgeme
Zij is overleden voor 16 mei 1767 in Ane (Gramsbergen).
In 1752 is Jannegien nog getuige bij het huwelijk van dochter Egbertjen:
"HG" (haar getuige)" De vrou van Munnekemeijer".
Op 16 mei 1767 wordt zij niet meer genoemd als bewoonster van 't erve Hobers in het "Register van het Hoofdgeld des Carspels van den Hardenberg".
Sie ist verheiratet mit Roelof Jansen (Hobers).
Die Berechtigung zur Ehe wurde am 26. September 1712 erteilt.
Sie haben geheiratet am 9. Oktober 1712 in Hardenberg, sie war 26 Jahre alt.Quelle 2Anno 1712, den 26 september, Roelof Jansen, weduwnaar tot Ane, met Jannetje Alberts, j.d. tot Holtheme; hier getrouwt den 9 octoberSie haben in der Kirche geheiratet am 9. Oktober 1712 in Hardenberg, sie war 26 Jahre alt.Quelle 2
Kind(er):
Ick Arnold Voltelen, indertijt verwalter Scholtus van den Hardenberg etc., doe hiermede te weten dat voor mij en ceurnoten, als waeren b(urgemeester) Berent van Borne en Pauwel Norink, parsonelijck in den Gerigte gecompareert en erschenen is Roelof Jansen Hobert en Jennegien Alberts, tutore marito, en bekenden wegens verstreckte en ten genoegen ongfangene penningen opregt en deugdelijck schuldig te sijn an de E(dele) Gerrit Sierinck in qualiteit as momber van Helena Maria Sierinck, de s(omm)a van duisent car(oli) guldens, welcke s(omm)a sij comparanten beloofden en aannamen jaerlijx en alle jaeren tot d'aflosse toe te sullen verinteressen met vier guldens van jeder hondert, sijnde also 40 guld(en)s, welcke aflosse sal moeten en kunnen geschieden nadat de behoorlijcke opsage van de een of de andere sijde, een half jaer voor de verschijndag sal sijn geschiet, welcke eerste verschijndag sal sijn heden over een jaer en daermede continueren tot de aflosse toe, na welcke gedane opsage als voorschr(even) sal de rentgevers gehouden wesen, het voorn(oemde) capitael en de verschenen onbetaelde interessen van dien, cost en schadeloos wederom te sullen opbrengen en betalen, en opdat voor gemelte momber of desselfs voorschr(even) pupil Helena Maria Sierinck, wegens het voorschr(even) secuir moge zijn, so stelden sij comparanten tot een generael en wel mede tot een speciaal hijpotheecq en onderpant haere parsonen en goederen, geene uitgesondert, hetsij van meubile als immeubile, so onder desen Ed(elen) Gerigte sijn gelegen en hebben de comparanten wijders tot securiteit als voorschr(even) tot borgen voor het gem(eld) capitael ende daervan te erschenen intressen gestelt, Luicas Alberts en Jan Wolters Willinck, welcke parsonelijk mede in den Gerigte gecompareert sijnde, bij hanttastinge sig in solidum en als principael schuldenaers hebben ingelaten en verbonden, om sowel als de rentgevers in cas van wanbetalinge, so voor het capitael en d'onbetaelde intressen, te sijn aenspreekelijck en executabel, tot keure van de renthefferse, alles met en onder expresse renuntiatie van alle exceptien desen eenigsints contrariërende, so van generale als speciale, geene uitgesondert. In oirconde der waerheid en sonder arg of list hebbe ick dese geteickent en gezegelt, gelijk sulks mede van de comparanten en borgen is beteickent. Actum Hardenbergh den 18 augusti 1700 ses en twintig.
In de kantlijn staat: Op heden dato ondergeschreven is bij mij gecompareert Roelof Hobert en heeft mij vertoont de originele hijpothecatie ofte obligatie hierven staande geregistreert, waarop buiten geschreven staat dat deselve an W. Westhof als getrouwt wesende an Helena Maria Sierink, wederom was afgelost en betaalt, versoekende dat dese alhier mede moge werden also geroijeert, hetwelke gedaan hebbe bij desen. Actum Heemse den 13 february 1743. Arnold Voltelen, Scholtus. (Bron: Gemeentearchief Hardenberg, Hypotheekakte, Toegangsnummer 250, inv.nr. 5 en 6).
\
Jennegien Alberts | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1712 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roelof Jansen (Hobers) |